Archief van het kwartier peelland
Yüklə 143,2 Kb.
|
|
RANB CODE 044.03 ARCHIEF VAN HET KWARTIER PEELLAND inv.nr. 185 REKENINGEN MET BIJLAGEN 1599 - 1810 183 omslagen ======================================================== periode 1620 ingediend door kwartierschout VAN GERWEN en afgehoord op 27.2.1624 ========================================================
Linksboven: "Gepresenteert dese rekeninghe bijden rendant den xxvi februario anno 1624 ten huijse van JOACHIM BECX binnen Helmont ter auditie van HUYBRECHT VAN DER SCHOUT schouteth tot Erp ende Vechel, GEERAERT PAUWELS schouteth van Aerle Beeck ende Rixtel, GOERT BRANDTS in voerleden tijt schouth tot Helmont, WILLEM SNOIJEN als daertoe bij den qaurtiere van Peelant gecommitteert sijnde volgende d'acte van resolutie des voirs. quartiers van date den xiiii februari ano 1623".
"Specificatie ende rekeninge vanden penningen ontfangen bijden schoutet des quartiers van Peelant JONKER MARCUS VAN GERWEN mitsgaders van sijne vacatien ende deboursementen door commissies ende ten dienste des voors. quartiers gedaen beginnende metten iersten januarij ende eijndende metten lesten decembris sesthienhondert ende twijntich anno 1620. ONTVANGSTEN opm: in de marge wordt verwezen naar de resoluties! 8.1.1620 100 gl. ter betaling van een os aan de KANSELIER VAN BRABANT waarover geen repartitie is gemaakt - memorie; fol.1v 8.9.1620 een Langstraatse taux van 939 gulden verantwoord op de vergaderingen van resp. 28.10.1620 en 9.1.1621 - memorie; op bevel van gouverneur GROBBENDONCQ van 9.4.1620 een bedrag van 1008 gulden - memorie;
28.10.1620 reis naar het leger samen met JACOB BECX waarvoor de afgevaardigden 1300 gl. gespendeerd hebben zoals blijkt uit de specificatie van Becx. Somma van den gheheelen ontfancke deser reeckeninghe 1300 gl. fol.3 VUYTGEVEN ten behoeve van de KANSELIER VAN BRABANT voor schenking van een os 36 gulden; 8.1.1620 extra verblijf te Helmond = 2 dagen vacatie = 10 gl.; fol.3v 14.1.1620 een brief ontvangen van den HEER VAN AUBERMONT door een soldaat gebracht 1 gl. 5 st.; omdat betreffende soldaat 'savonds niet meer kon vertrekken heeft men hem moeten vrijhouden voor 1 nacht = 18 st.; 15.1.1620 naar Den Bosch vertrokken voor een bijeenkomst met de andere kwartieren - de andere kwartieren kwamen niet opdagen en daarom is van Gerwen de 16e weer vertrokken = 2 dagen vacatie = 10 gl.; fol.4 25.2.1620 wederom een brief van AUBERMONT ontvangen en de bode betaald 1 gl. 5 st.; 26.2.1620 n.a.v. bovenstaande brief afgereisd naar Den Bosch om te vergaderen met de andere kwartieren - de afgevaardigden daarvan waren er niet - hij heeft gewacht tot de 28e en heeft toen van Aubermont afscheid genomen die hem een ordonnantie meegaf om te publiceren, waarin de boodschap stond dat 'niemants hem en soude begeven in dienste van oijrloge buijten der wille van Sijne Hoogheijt", waarmee van Gerwen vertrok - vacatiekosten 15 gl.;
6.4.1620 vacatie vanwege een kwartiersvergadering 5 gl.; 27.4.1620 vergadering van de vier kwartieren te Oirschot - die van Maasland konden pas 'savonds aanwezig zijn - ter vergadering ontspon zich een felle discussie over bepaalde renten die die van Waalwijk pretendeerden en evenzo van bepaalde renten die die van Eersel Steensel en Duizel inbrachten - vanwege die kwestie en het laat arriveren van Maasland kon van Gerwen pas de 28e terug naar huis = 2 dagen vacatie = 10 gulden; betaald voor de verteringen van de griffier 19 st.; voor 2 afschriften van de dagacte inzake een accoord met die van Waalwijk 18 st.; fol.5v + 6 op 6.5.1620 vertrokken naar Brussel om en request te presenteren aan de 'heren van de finantie' tegen de belasting van de licenten, hetgeen hij in handen heeft gesteld van de fiscaal ROOSE, die gehoord heeft een zekere JAN SIPPENS pachter van de licenten en de tollen. Deze verklaarde na lang beraad dat het nodig zou zijn hierover nadere informatie in te winnen, waarop de fiscal besloot zelf naar de kwartieren te gaan. Daarop is van Gerwen weer huiswaarts gegaan en was thuis op 2 juni = 28 dagen vacatie = 140 gl.; 10.6.1620 een bode gestuurd naar Heusden die op 11 juni antwoord meebracht van de heer BRUYNINCX = 2 gl.; 12.6.1620 een brief ontvangen van raadsheer ASSELIUS (?) en procureur generaal FOXIUS uit Den Bosch en de beode betaald 1 gl. 5 st. fol.6v + 7 + 7v 20.6.1620 weer een brief van BRUYNINCX uit Heusden via PETER ADAMS = 2 gl. 10 st. in 1619 was een request gepresenteerd aan de Raad van State in Den Haag inzake achterstallige contributies ' op dien dat de dorpen niet en souden verliesen de gratie van de quijtschellinge henlieden vergonnen'. Bruynincx maakt hiervan melding in zijn brief. De kwartierschout is daarop naar Heusden gereisd om hierover met de rentmeester te praten. De zaak wordt in Den Haag voorgelegd. De kwartierschout schrijft daartoe weer een request en stuurt dit naar FRANSOIS DE JONGE. Van Gerwen moest noodgedwongen 3 dagen in Heusden blijven nl. 24,25 en 26 juni. Inmiddels had hij van diverse dorpen klachten gekregen over 'de nieuwe ruiterie' te Eindhoven en Helmond, die op de dorpen vrijgehouden wilden worden. Daarom is de kwartierschout vanuit Heusden naar Den Bosch gegaan en daar aan gouverneur VAN GROBENDONCQ deze kwestie voorgelegd. Van hem kreeg hij de ordonnantie mee dat men 'egeene soldaeten en soude logeren noch accomoderen ten ware met expres ordre van sijne hoocheijt ofte van den heer van Grobendoncq". De kwartierschout zou alle dorpen van deze opdracht in kennis stellen - in totaal 5 dagen vacatie = 25 gl.; omdat hij te Heusden heeft moeten spreken met rentmr. Bruynincx en controleur VEREIJCKEN met vertering 15 gl. 10 st.;
op 13.7.1620 kwamen de borgemeesters van Geldrop en Zesgehuchten bij de kwartierschout om hem te informeren over het feit dat ze 'gemolesteert worden van de ruyterie liggende binnen Helmont om den selven te leveren enige fouragie'. Hierop hebben de borgemeesters gesteld de luitenant 2 zakken haver te zullen sturen. De kwartierschout wilde aanvankelijk zelf daags daarna naar Helmond gaan en zou dan met de luitenant over dit molesteren onderhandelen. Vanwege andere bezigheden was hij genoodzaakt te schrijven, in welke brief hij aankondigde eerstdaags zelf te komen. De bode gegeven 12 st.; 14.7.1620 weer een brief ontvangen van rentmr. Bruynincx uit Heusden en de bode betaald 2 gl. 5 st.
16.7.1620 brief van AUBERMONT door een ruiter gebracht 2 gl. 10 st.; de ruiter 1 nacht vrij laten logeren 2 gl.; Aubermont verzocht in zijn brief om assistentie van wagens uit de kwartieren - van Gerwen lichtte terstond de andere kwartieren in en is dezelfde dag nog naar Helmond vertrokken om de 'disordre van de ruyterie te voorcomen aldaer'. De luitenant zei toe om te gaan 'peijseren' met de compagnie te Heeze, beloofde het kwartier vriendschap waarop de kwartierschout weer huiswaarts keerde - vacatiekosten 5 gl.; in Helmond ging de tijding dat de ruiterij van Den Bosch zou uittrekken. Met dat bericht is van Gerwen op 17.7.1620 naar Den Bosch gereden en ontmoette de uit Brussel teruggekeerde gouverneur van Grobendoncq. Men zei de kwartierschout dat er een order was gegeven om te vertrekken, maar de precieze dag was nog niet bekend en men had de boodschap meegegeven dat het kwartier van Peelland ontzien zou worden. Daarop vertrok van Gerwen weer naar huis op de 18e = 2 dagen vacatie = 10 gl. fol.9v + 10 19.7.1620 kwartiersvergaderinf te Aarle Rixtel 5 gl.; brief ontvangen van de schout van Kempenland en de bode betaald 9 st.; op 20.7.1620 vertrokken naar Den Bosch waar hij ook de andere kwartierschouten ontmoette, die besloten om Aubermont 450 gl. te schenken waarin het quotum voor Peelland 162 gl bedroeg. Van Gerwen had nog een nader persoonlijk gesprek met Aubermont over het ontzien van Peelland. Vacatie 20,21,en 22 juli = 15 gl.; op hetzelfde tijdstip ontving hij een brief van gouverneur van Grobendoncq 'ten eijnde niemants enige soldaeten en soude moeten logeren sonder betaelen', welke brief aan de dorpen is gezonden; fol.10v op 29.7.1620 'savonds ontving van Gerwen een bericht uit Den Bosch dat er een bevel was gegeven tot vertrek van het garnizoen - hij is daarom 30 juli naar Den Bosch gereden en komende bij van Grobendoncq heeft die hem gezegd dat er bevel was voor het voetvolk om op 7 aug. te vertrekken maar nog niet voor de ruiterij - ook sprak hij over de vergoeding van 450 gl. i.p.v. de levering van wagens en paarden - die zou de kwartierschout zondag 2 aug. brengen - daarop is hij weer huiswaarts gekeerd - vacatie 5 gl.; fol.11 31.7.1620 een bode naar Helmond gestuurd naar LAMBERT BECX om hem te verzoeken het geld voor kapitein Aubermont gereed te maken zodat het 2 aug. overhandigd kon worden - 12 st.; op 1.8.1620 naar Helmond gereden en het geld van Lambert Becx ontvangen nl. 162 gl. - hiermee op 2 aug. gereisd naar Den Bosch en het overhandigd aan Aubermont en 'savonds weer naar huis gereden - 2 dagen 10 gl.;
omdat diverse dorpen bleven klagen over de last die door de ruiterij te Helmond werd veroorzaakt is van Gerwen 5.8.1620 naar Helmond vertrokken om met de luitenant hierover te spreken en heeft met hem verteerd voor 4 gl. 4 st. - 1 dag vacatie 5 gl.; op 6.8.1620 komt in St.Oedenrode aan WILLEM SNOIJEN om met de kwartierschout naar Den Bosch te rijden om dat het bevel was gegeven aan het voetvolk om te vertrekken. Grobendoncq had, om Peelland te ontzien, opdracht gegeven aan de soldaten om te logeren te Woensel en de dag daarna te Pelt - in de nacht was de tijding binnen gekomen van GRAAF HENDRIK VAN DEN BERGE dat de nieuwe compagnieen van Helmond en Eindhoven zouden vertrekken en logeren te Asten en Someren - Grobendoncq verzekerde de kwartierschout dat Peelland geen last zou ondervinden van het voetvolk vanuit den Bosch - de kwartierschout is daarop vertrokken naar Helmond terwijl SNOIJEN met het voetvolk meetrok naar Woensel - eenmaal in Helmond aangekomen was door Lambert Becx aan de jonge kapitein Aubermont 100 gl. toegezegd en aan zijn luitenant BRECHT 60 gl. - daarop is de kwartierschout met de ruiters naar Asten gereden en Someren en daarna wederom naar huis - vacatie 3 dagen 15 gl.; Willem Snoijen 2 dagen vacatie 6 gl.; de tijding deed de ronde dat de ruiterij van Bergen op Zoom en Breda richting 'Rijncants' zou trekken waarop de kwartierschout een bode zond om te vernemen wat er van waar was - de bode gegeven 25 st.; fol.13 de bode bracht de boodschap mee terug dat de genoemde ruiterij inderdaad onderweg was - daarom is de kwartierschout op de 13e augustus daar heen gereden. Hij trof in Oisterwijk de commandant VRIJHOVEN en ritmeester WAEGEMAN die hij bad het kwartier te willen excuseren van logeringen - de 10 compagnieen met paarden passeerden het kwartier maar vroegen niet om inkwartiering - 2 dagen vacatie 10 gl. ; fol.13v + 14 op 16.8.1620 werd de kwartierschout bericht vanuit Veghel dat de ruiterij van Gemert was aangekomen in Uden en andere dorpen in het land van Ravenstein, waarop die van Veghel de kwartierschout verzochten erheen te rijden en te spreken met de commandeurs - daarom is hij op 18.8.1620 samen met GIJSBERT JAN ALARS van Veghel richting die troepen gereden en heeft er gesproken met Vrijhoven en Waegeman en die bedankt voor het feit dat ze op hun heenreis Peelland ongemoeid hadden gelaten en of ze dit op de terugreis ook zo wilden doen - vacatie 5 gl.; fol.14 + 14v 20.8.1620 een bode naar Den Bosch gezonden om enige zekerheid te verkrijgen over het vertrek van de ruiterij aldaar met antwoord van JAN PIJNAPPEL - bodeloon 15 st.; 21.8.1620 kwartiersvergadering 5 gl. vacatiekosten; 22.8.1620 naar Den Bosch gereden om van de heer van Grobendoncq te vernemen of DON LOYS DE VELASCO enige tijd te Weert zou blijven, waarop de gouverneur als antwoord gaf dat Don Loys al vertrokken was naar Venlo waar hij enige dagen zou blijven, maar dat er nog geen bevel was voor vertrek van de ruiterij van Den Bosch - daarna is de kwartierschout weer naar huis gegaan - vacatie 5 gl.; extraordinaire vertering saamen met de luitenant van van Grobendoncq en anderen 5 potten wijn 5 gl.;
24.8.1620 melden zich bij de kwartierschout diverse borgemeesters van o.a. Geldrop, Tongelre, Nuenen, Son etc. die hem te kennen geven dat ze worden lastig gevallen door ruiters die in Eindhoven zijn gearriveerd en dat in andere dorpen andere ruiters waren geweest met de nodige ordonnanties - de kwartierschout vertrok daarop op 25.8.1620 naar Den Bosch om hiervan van Grobendoncq is kennis te stellen - die ging ermee accoord dat de kwartierschout naar Eindhoven zou rijden naar GRAAF VAN YSEGEM en diens luitenant NICOLAS WALON (?) om van hen te vernemem of ze enige ordonnantie hadden tot last van het kwartier - de kwartierschout is daarop op 26.8.1620 naar Eindhoven gereden waar Van Ysegem verklaarde geen ordonnantie te hebben, maar dat zijn soldaten 'qualijck waeren versien van gelde dat niet mogelijck en was deselve sonder enige assistentie te connen hauden in goede ordre' - de kwartierschout begon uit te leggen hoe zwaar Peelland al belast werd met leveringen van fourage aan de compagnieen van Helmond, waarop van Ysegem verklaarde dat hij alles zou doen wat in zijn vermogen ligt - van Gerwen blijft in Eindhoven overnachten - 2 dagen vacatie = 10 gl.;
hij heeft te Eindhoven 'in de Sterre' verteerd samen met de luitenant van de graaf van Ysegem 'ende den aenvalle' samen voor 12 gl.; 27.8.1620 een bode naar Den Bosch gestuurd om zekerheid te verkrijgen over het wegtrekken van de ruiterij - 12 st.; op 30.8.1620 is vanuit Helmond de stadhouder OETELAIR naar de kwartierschout gegaan met de tijding dat de ruiterij van Helmond de dorpen van het kwartier belastte met de levering van fourage en dat de dorpen verzocht hadden aan van Gerwen om naar Helmond te komen 'om daerinne te stellen behoorlijcke ordre' - de kwartierschout reed daarop op 31.8.1620 naar Helmond om te overleggen met de bewuste kapiteins en de luitenant, maar bij nader inzien bleek dat die met DON LOYS DE VELASCO waren vertrokken naar Venlo zodat van Gerwen niets kon doen - in Helmond verblijvend kwam er een bode te paard van Den Bosch met een brief van Jan Pijnappel met de boodschap dat de ruiters van Den Bosch die zelfde dag zouden vertrekken, waarop van Gerwen terstond van Helmond naar Den Bosch is gereden en komende te Middelrode ontmoette hij AUBERMONT met de ruiterij - van Gerwen reed met hem mee richting Uden zodat het kwartier Peelland geen inkwartiering te verwachten had zoals eerder beloofd - daags daarna vertrok de ruiterij naar Roij Overpeel en is van Gerwen weer teruggekeerd naar Helmond op 1.8.1620 en probeerde aldaar te voorkomen dat de Helmondse ruiterij de dorpen niet zou verplichten tot leveringen van fourage, waarmee men overigens al begonnen was - daarom werd besloten om voorlopig voor 3 of 4 dagen te leveren - huiswaarts gereden na 4 dagen vacatie = 20 gl.; fol.17v + 18 betaald aan een bode van Jan Pijnappel 2 gl. 10 st.; omdat er nog geen duidelijkheid was over het vertrek van de ruiterij heeft de kwartierschout goed gevonden een kwartiersvergadering te beleggen te Aarle op 8 september - op die vergadering is besloten de kwartierschout en Willem Snoijen naar BARON DE ROSSINGNOL te sturen en te onderhandelen over de levering van fourage en ze zijn 'savonds naar Helmond gereden en hebben de volgende dag met de baron een accoord bereikt dat ze zouden betalen voor elke steen hooi wegende 28 pond en 10 pond stro vier stuivers, waarover een repartitie zou worden opgesteld van 120 rations en daarna is van Gerwen weer naar huis vertrokken - 3 dagen vacatie 15 gl.; Willem Snoijen 3 dagen 9 gl.; fol.18v + 19 voor extraordinaire kosten met luitenant en officieren 13 gl. 10 st.; op 11.9.1620 komen de dorpen rondom Eindhoven de boodschap brengen dat ze fourage moeten leveren aan het garnizoen van Eindhoven - omdat Peelland echter was aangewezen te leveren aan Helmond hoopte men dat daarvoor een oplossing gevonden kon worden en zij ontlast werden van die leveringen - de kwartierschout vertrok terstond naar Den Bosch en meldde zich bij van Grobendoncq die meteen een brief schreef bestemd voor van Ysegem dat hij zijn fourage moest zoeken in het kwartier van Kempenland omdat Peelland de compagnieen uit Helmond zou onderhouden, met welke brieven de kwartierschout de 12e naar huis ie gereden en de 13e via een bode heeft laten bezorgen bij de graaf van Ysegem - bodeloon 12 st.; op 13.9.1620 naar Helmond gereden verzoekende aan Baron de Rossingnol dat ook hij een brief wilde sturen aan van Ysegem met het verzoek dat van Ysegem Peelland ongemoeid moest laten - de baron stuurde zijn luitenant mee en op 14.9.1620 zijn hij en de kwartierschout naar Eindhoven gereden - daags daarna hebben zij rapport uitgebracht bij de baron en de 16e is van Gerwen weer naar huis teruggekeerd - vacatie 6 dagen 30 gl.; verteerd te Eindhoven met de luitenant van de baron en de graaf van Ysegem 'ende den aenvalle' 18 gl.;
op verzoek van de dorpen heeft van Gerwen een bode gestuurd naar Brussel om gedaan te krijgen dat het kwartier zou krijgen 'provisoneele surcheantie tegens de brieven van FIERLANTS aen den dorpen gesonden door Otto sijnen deurwerder' - bodeloon10 gl. 16.9.1620 vacatie te Oirschot op een vergadering van de vier kwartieren 5 gl.; voor het vrijhouden van de griffier 10 st.; 17.9.1620 twee brieven ontvangen van gouverneur van Grobendoncq om die te sturen naar de baron te Helmond - bodeloon 25 st.;
de brieven naar Helmond gestuurd - bodeloon 12 st.; 18.9.1629 gereden naar Den Bosch op basis van de brieven van de gouverneur, alwaar hem opdracht is gegeven om ten laste van de Meierij stukken geschut te vervoeren van Mechelen naar Den Bosch en andere oorlogsmunitie - daarom is de kwartierschout 2 dagen langer in Den Bosch geweest - vacatie 3 dagen 15 gl.;
26.9.1620 terstond naar Helmond gereden om enige voerlieden te krijgen met 'dobbele karren'. Alle voerlieden waren vertrokken naar Keulen. De kwartierschout trof in Helmond WILLEM SNOIJEN en gaf die de opdracht om in Heeze en Leende uit te zien naar karren en voerlui en verzocht hem om dit terstond te melden. In Helmond bestond bovendien enige verwarring omtrent de levering van hooi en stro zodat van Gerwen de 26e daar is gebleven om de zaken te regelen en is de 27e huiswaarts gereden - vacatie 10 gl. fol.22 thuis aangekomen lag er een brief van de heer van Grobendoncq gericht aan de baron VAN ROSSINGNOL te Helmond - bodeloon 25 st. - deze brief heeft hij doorgestuurd naar Helmond en de bode 12 st. gegeven; een brief ontvangen van de schout van Kempenland - bodeloon 12 st.; fol.22v + 23 op 28.9.1620 verscheen WILLEM SNOIJEN te Roij samen met WAULTER COOLEN voerman van Leende met wie van Gerwen onderhandeld heeft over het vervoer van het geschut van Mechelen naar Den Bosch en daarover gecorrespondeerd met Grobendoncq - bodeloon 15 st.; Grobendoncq gaf als antwoord dat hij de kwartierschout de 30e in Den Bosch verwachtte en de gouverneur had hem toen bevolen de andere kwartieren te schrijven om 1 dag te nemen en samen te Mechelen te zijn - de kwartierschout schreef de brief maar ontving geen direct antwoord - bovendien kwamen de voerlieden van Heeze en Leende melden dat hun karren op zondagavond te Antwerpen zouden zijn en dat ze dus maandag te Mechelen het geschut zouden kunnen laden - de kwartierschout liet dit terstond weten aan de gouverneur van Den Bosch via een bode 15 st. - de gouverneur vond dit echter niet goed, maar de voerlieden waren al vertrokken, zodat de kwartierschout genoodzaakt was op 2 october een 'expresse boode te peerde' naar Antwerpen te sturen om de voerlui te melden dat ze niet naar Mechelen zouden moeten gaan of wachten - bodeloon + paard 8 gl.; fol.23v + 24 op 2 october een brief ontvangen van de schout van Kempenland bodeloon 15 st. - 3.10.1620 vertrokken naar Oirschot om daar te spreken met de andere kwartieren en een dag te kiezen om samen met de gouverneur om de zaken te regelen, hetgeen moeilijk te realiseren bleek - daarop is men naar Den Bosch gereden waar bevolen werd dat de paarden, karren en voerlieden op de 11e in Mechelen zouden moeten zijn, waar iedereen zich maar naar moest schikken - op de 4e keerde de kwartierschout weer terug naar huis - vacatie 2 dagen 10 gl.; op dezelfde dag heeft hij aan WILLEM SNOIJEN omdat hij graag met enige voerlieden wilde spreken en een brief aan LAMBERT BECX om enige karren te krijgen vanuit Helmond - 2 brieven bodeloon 30 st.; omdat echter iedereen 'faijlleerde' heeft de kwartierschout bij provisie uit de naast gelegen dorpen karren en paarden gehaald maar ondanks dat toch nog weer eens geschreven aan WILLEM SNOIJEN te Heeze - bodeloon 30 st. fol.24v + 25 op dit schrijven is op 8 october bij de kwartierschout aangekomen WAULTER COOLEN met wie de kwartierschout een accoord bereikte om deze vracht te doen voor het kwartier van Peelland en dat hij zich naar Mechelen zou begeven - de andere kwartieren werden hierover ingelicht en gaven ook antwoord - daarop heeft van Gerwen een bode naar Leende gestuurd en een brief meegegeven waarin hij de hoop uitsprak dat er 'geen faulte en soude vallen'- de gevraagde paarden uit de dorpen rondom Roij hoefden niet te worden ingezet maar de betreffende huislieden vroegen wel om een vergoeding omdat ze enige dagen lang hun paarden reisvaardig hadden moeten houden; de schout oordeelde dat het overbrengen van geschut beter kon geschieden door echte voerlieden dan door willekeurige huislieden; fo.25 + 25v op 9.10.1620 een brief ontvangen van LAMBERT BECX waarbij hij liet weten dat baron van Rossingnol bevel had gekregen te vertrekken naar het leger en dat het nodig was om naar Helmond te komen om enerzijds de levering van fourage te liquideren en anderzijds om met de baron te spreken en te bereiken dat hij bij het uittrekken de dorpen in Peelland onbelast wilde laten - daarop is van Gerwen naar Helmond gereden en heeft 'seer quaelijck metten luijtenant ende fourier connen accorderen' inzake de fouragering - uiteindelijk heeft de baron beloofd Peelland te ontzien voor wat betreft het logeren van de troepen en is uiteindelijk de fouragelevering aan kapitein luitenant ALFERO geschonken en ontving het kwartier 80 pattacons ter waarde van 200 gl., die werden aangewend om de baron van karren en paarden te voorzien die voor zijn vertrek nodig waren - daarom heeft de kwartierschout 4 dagen vertoefd in Helmond vacatie 20 gl. fol.26 op 9.10.1620 en bode te Roij gegeven 15 st. - voorts heeft Lambert Becx aan de luitenant van de baron moeten schenken 25 gl. die hij bij de kwartierschout in rekening heeft gebracht; fol.26v + 27 te Helmond huurde de kwartierschout 12 karren en paarden om de bagage van de baron de Rossingnol te vervoeren en volgens specificatie kostte dit 27 gl. - op 15.10.1620 verscheen in Roij WAULTER COOLEN met de tijding dat het geschut uit Mechelen vanavond in Den Bosch zou arriveren en dat het van belang zou zijn dat de kwartierschout daarbij aanwezig was - daarop is van Gerwen naar Den Bosch gereden en daar aangekomen heeft hij toch nog tot de andere dag 'savonds moeten wachten en omdat hij met van Grobendoncq, die vanwege drukke werkzaamheden niet te spreken was, de betaling had willen regelen heeft hij nog gewacht tot de 18e maar de betaling zou noodgedwongen uitgesteld moeten worden - 4 dagen vacatie 20 gl. op 28.10.1620 kwartiersvergadering te Helmond; in die vergadering werd hem verzocht samen met Lambert Becx te reizen naar het leger van DON LOYS DE VELASCO waarvoor het nodig zou zijn geld mee te nemen ('noodich moste worden gefurneert enige penningen') - daarom is onderhandeld met ANTHONI in den Swaen die 800 gl. ter beschikking zou stellen vacatie 5 gl.;
11.1.1620 van huis vertrokken naar Helmond en op de 2e naar het leger samen met JACOB BECX 'ende alsoo de vacatien gedaen totten xviie inclus comen inde specificatie van dese reijse bijden voors. Becx geteekent alsoo dient hier voor memorie - de 17e zijn zevan het leger teruggekeerd te Helmond en meldden dat DonLoys met het grootste deel van het leger van Venlo naar Weert kwam - daarom is van Gerwen 18.11.1620 naar Someren gereden en aldaar Willem Snoijen ontboden en die zijn toen samen naar Weert gereden om gedaan te krijgen dat de omliggende dorpen zouden gevrijwaard blijven van logeringen zoals Don Loys dat destijds beloofd had - op 20.11.1620 'savonds kwam hij met het leger te Weert aan en logeerde te Stramproij alwaar de kwartierschout naar toe is gereden en vernam dat Peelland geen schade had ondervonden van het leger - daarop keerde van Gerwen op 22.11.1620 huiswaarts - vacatie van 5 dagen 25 gl. en Willem Snoijen 4 dagen 12 gl. fol.28v Don Loys had aan de kwartierschout enige brieven gegeven bestemd voor de gouverneur van Den Bosch met o.a. een ordonnantie om 2 vendels voetvolk van Maastricht naar Den Bosch te laten komen - daarop is van Gerwen naar Den Bosch gereden om aan van Grobendoncq die brieven te overhandigen en hem tevens te 'bidden' dat hij de 2 vendels buiten het kwartier van Peelland om wilde laten trekken hetgeen de gouverneur ook beloofde en verzocht de kwartierschout dit in Brussel schriftelijk te laten weten aan de kwartiermeester - op 24.11.1620 weer teruggekeerd naar Roij vacatie 10 gl. fol.29 te Helmond was een vendel Italianen gearriveerd en om 'uytlopen' te voorkomen reisde de kwartierschout op 28.11.1620 naar Helmond waar hij bovendien aan Mr.Jacob Becx verzocht hem 150 pattacons te geven die moesten worden gerestitueerd aan kapitein AUBERMONT die ze het kwartier geleend had ten dienste van het kwartier en mede om te zorgen voor enige voldoeningen voor Waulter Coolen voor de vracht van het geschut - vacatie 2 dagen 10 gl. fol.29v + 30 30.11.1620 een brief ontvangen van de schout van Kempenland - bodeloon 12 st.; brief van de kapitein vanuit Helmond 12 st.; van 6.12.tot 9.12 verbleven in Den Bosch in verband met het opmaken van de liquidatie van de vrachten vacatie 20 gl.; 15.12.1620 een schrijven ontvangen van JOOST BECX waarin hij meedeelde dat Mr. Jacob Becx weer terug was in Helmond en dat men 150 pattacons moest geven aan Aubermont die geleend waren om daarmee 'seker horologie' te kopen en te schenken aan DON LOYS DE VELASCO - daarom is op 17.12.1620 van Gerwen naar Helmond gereden om over deze zaken te spreken met Mr.JACOB BECX en omdat de rentmeester LAMBERT BECX 'seer cranck was' dat men hem echt niet kon spreken, hebben Jacob Becx en de kwartierschout gesproken met ANTHONIS HUIJBERS die heeft beloofd deze gelden voor te schieten en voorts is ook gesproken met de kapitein die te Helmond in garnizoen lag en die heeft men hooi geleverd voor zijn paarden opdat hij geen dorpen zou molesteren; op dat moment bereikte de kwartierschout te Helmond de tijding dat de ruiterij van de Neerkant weer naar haar garnizoenen zou trekken en dat men genoodzaakt was door het kwartier Peelland te trekken - daarop heeft men geschreven naar GIJSBERT JAN ALART te Veghel en hem verzocht om over de Maas te rijden en te vernemen wat van het trekken der ruiterij waar was en het zo spoedig mogelijk door te seinen aan de kwartierschout - bodeloon 20 st.
fol.30v
18.12.1620 weer naar huis gereden nadat al het werk was gedaan - vacatie 2 dagen = 10 gl.; 20.12.1620 een brief ontvangen van de gouverneur van Den Bosch - bodeloon 1 gl. 10 st.; de totale ontvangst in de rekening stond op 1300 gl. - fol.31 op 28.11.1620 was hij gecommitteert om met Becx naar Don Loys de Velasco af te reizen - deze reis beliep in totaal 1265 gl. - voor een vaatje brandewijn aan de rentmr. te Heusden betaald 7 gl. v s. 2 ort - aan GIJSBERT JAN ALART te Veghel vanwege zijn verdiensten voor het kwartier 21 gl. fol.31v in 1620 is ten dienste van het kwartier betaald aan intrest 12 gl. 5 s.; aan deurwaarder FABRI voor het 'vernieuwen vanden brieven van executorien voor desen jaere' volgens de rekening van Lambert Becx 3 gl. 14 st.; idem voor het 'minuteeren grosseren ende doubleren van dese rekeninge groot wesende xxxi folia tot 4 st. het bladt 6 gl. 4 st.' Uitgaven 2128 gl. 3 st. Ontvangst 1300 gl. Meer uitgegeen dan ontvangen nl. 818 gl. 3 st. De rekening is ondertekend door de auditeurs te weten H. VAN DER SCHOUT, GERART PAUWELSS. CONINCX, GOVART BRANTS en WILLEM SNOIJEN. ============================================================ aan de achterzijde staat no.2 van den yersten inventaris, waarschijnlijk is dat de oorspronkelijke nummering geweest binnen de kwartiersadministratie. Bij deze rekening zitten bovendien een hele serie bijlagen die hieronder volgen en in relatie staan met de posten uit de rekening. ============================================================= 185.2 no.2502.1 28.10.1620 Specificatie van onkosten en schenkingen van de reis naar het leger te Rijnberch onder het gebied van Zijne Excellentie de MARKIES DE BELVEDERE door de kwartierschout samen met Jacob Becx volgens hun commissie vanuit de kwartiersvergadering van 28.10.1620 ; op 2.11.1620 vertrokken van Helmond en 'smiddags te Roij verteerd incl. de paarden 1 gl. 13 st. - betaald voor het veer te Broeckhuijsen 7 st. - gelogeerd te Walbeeck en verteerd 3 gl. 15 st. - maagden en knechten 6 st. - op 3.11.1620 'smiddags samen verteerd te Ysem 2 gl. 7 st. - op de 4e is men bij het leger gearriveerd en daar verteerd samen met kwartiermr. CROM en anderen 6 gl. - de 5e wederom in het leger gereden en verteerd met de kwartiermr., de secretaris van de markies en andere 'aenvalle' 7 gl. 10 st. - 6.11.1620 wederom in het leger gereden en verteerd met dezelfde personen en vele andere officieren 20 gl. - 7.11.1620 idem en verteerd met CROM de luitenant van van Grobendoncq 10 gl. - aan de trompetters van de markies gegeven 5 gl. - 8 nov. in het leger geweest maar niets verteerd - 9.11.1620 verteerd in het leger 3 gl. 15 st. - 10.11.1620 wederom in het leger geweest en 'smiddags te Beeck en 'savonds te Weesel (?)/Neesel ? 8 gl. 12 st. betaald in het heen en terug overvaren 18 st. - 13.11.1620 vanuit Beeck weer naar het leger gereden en aan de secretaris van de markies 350 pattacons geschonken ter betaling van een 'orologie' dat men de markies zou schenken 840 gl. - verteerd met secretaris Crom, de adjudant en anderen 8 gl. 10 st. - aan ANDRIES gegeven in verband met de reparatie van een paardetoom 15 st., aan een soldaat van Gelder 6 st., de palfrenier van DonLoys 20 st. - op 15.11.1620 wederom naar het leger gegaan en 'savonds weer teruggekeerd te Beeck - op 16.11.1620 'smorgens gereden naar de waardin 'in den Ancker' om de verteringen af te rekenen vanaf 3 november tot heden ten haren huize verteerd 42 1/2 pattacons = 106 gl. 5 st. - de maagden en de knecht een halve pattacon 1 gl. 5 st.- vertrokken vanuit Rijnsberch en 'savonds gearriveerd te Walbeeck en aldaar verteerd 4 gl. 17 st. - aan de maagden en de knecht 6 st. - 17.11.1620 te Broechuijsen over het veer 6 st. - aan een leidsman tot Roij 'door dien datter seer genevelt was ene dat Andries ons hadde verlooren 6 st. op dezelfde dag te Roij verteerd 2 gl. 19 st. - 'savonds weer te Helmond aangekomen en gegeven aan ANDRIES HANSSEN in alles 8 gl. 17 st. - betaald aan ANDRIES INT WITTE PEERT voor het huren van 2 paarden voor 16 dagen 32 gulden - geschonken in het leger aan kwartiermr. Crom opdat hij de peeldorpen zou 'excuseren' 50 gl. - verteringen in de Wildeman te Helmond op 1 en 2 november voor vertrek en 17 en 18 november bij aankomst 24 gl. volgens de specificatie van Joost Becx - vacatiekosten voor e kwartierschout 17 dagen = 68 gl. - vacatiekosten van Jacob Becx 16 dagen = 32 gl. Totale som 1265 gl. 2 ort - ingediend op 11 maart 1621 en ondertekend door MARCUS VAN GERWEN en JACOB BECX. Inliggend drie losse briefjes nl. : briefje no. 1 verteerd op 27 october bij Anthonis Huijbers in verband met het voorschieten van het geld 2 potten spaanse wijn 3-2-0; 1 november 'savonds een maaltijd gebruikt met 2 potten spaanse wijn, 2 1/2 pot rijnse wijn, 4 potten mechels bier en haver en hooi voor de paarden en ontbijt 'smorgens 1 pot bier 7-16-0; 17 november weer terug en verteerd 1 pot spaanse wijn, 2 pottten wit bier, 6 potten bier en haver 4-15-0; 18 november een maaltijd 2 potten spaanse wijn 2 potten wit bier 2 'vueren haver' 4-10-0; 16 december verteerd 1 gl. 1 st. en en 17 december 1/2 pot wijn, 6 st. gebranden wijn 2 potten wit bier haver en hooi 2-15-0 briefje no.2 franstalig briefje van de hand van JASPAR CROM van 3.11.1620 met het verzoek te komen overelggen in verband met de terugtrekking van het leger. briefje 3 een specificatie van verteerkosten met eigen aantekeningen van van Gerwen. ============================================================ 185.3 19.12.1620 Franstalig briefje van VAN GROBENDONCQ aan de kwartierschout van Peelland =========================================================== 185.4 14.12.1620 Briefje van JOOST BECX aan de kwartierschout met de mededeling dat 'oom Becx is gisteravont gecoemen, so heeft die stadt begeert datmen u.l. eenen expresse boode soude seijnden om u.l. tadverteeren ooms coempste so moech dy dachvaert leggen als u.l. belieft hij sal daer op thuijs blieven ende wilt toch het hoij seijnden voor den cappetain(s) perden want hij niet voor drie daeghen en heeft meer om te voyeren ende cappetain meynde u.l. noch eens te spreecken van hoij ende vanden brant ene vande kaersse voor hem anders niet voor deese passe dat sit den heer bevoelen mette haest 14 december 1620 u.l. dienaer JOOST BECX - vertaling dubieus! ============================================================= 185.5 03.11.1620 Franstalig briefje van een zekere PERARRA (?) aan de kwartierschout met onduidelijke inhoud (voor mij althans). ============================================================= 185.6 28.11.1620 Brief van FRANCHOIS PROUVEUR waarin hij zich excuseert en meldt dat het moeilijk is bijeen te komen met de vier kwartierschouten omdat die van Oisterwijk in Brussel verblijft. De schout van Kempenland wil de terugkomst van zijn collega afwachten. ============================================================== 185.7 12.10.1620 Memorie van de hand van van Gerwen in verband met de levering van 12 karren en paarden ten behoeve van BARON DE ROSSINGNOL om diens bagage te vervoeren elk paard en kar voor 2 gl. 5 st. per dag: Mierlo 2 - Aarle 2 - Beek 2 - Stiphout 1 - Helmond 2 en nog eens 3. ============================================================= 185.8 Franstalig opgesteld gespecificeerd overzichtje van geleverd hooi (1454 steen) en en stro (2424 bussels) ten behoeve van luitenant ALSEREN (?) ============================================================= 185.9 09.10.1620 Briefje van LAMBERT BECX aan de kwartierschout" Ick seijnde desen expressen als datter desen nacht tijdinghe is gecommen dat dese ende die van Eijndhoven comp.nie nu ende maendach ierstcommende vertrecken sullen ende datten fo(u)rier met een maent gelts oock gecommen is die welcke sij van daeghe aenden ruijterije vuyt sullen reycken - ick hebbe den forier geseijt day hij die sldaeten henne fouragie corten souden, maer ick sorghe dattet altemael niet betaelt ende voldaen sal worden, dwelck ick u.l. breder sal seggen tot u.l. overcompste, waeromme zeer noodich sal weesen dat u.l. ten lanxsten op morgen eens overcompt om d'oorsaecke voors. als oock andere oirsaecke den raetsheer VAN ....EDE ende secretaris COOLS sijn gisterenavont alhier oock gearriveert om den thoon aff te leijden tegens de ....... meesters vande perden die welcke dispuyt hebben tegens malcanderen - hier mede den almogende heere bevolen mits mijn hertelijcke gebiedenisse in u.l. goeder gratie - vuyt Helmont 9 8bris 1620 u.l. dienstwillighen comp. LAMBRECHT BECX ============================================================== 185.10 02.10.1620 Brief vanuit Oirschot van FRANCHOIS PROUVEUR de kwartierschout van Kempenland aan van Gerwen waarin hij o.a. schrijft dat de kwartierschout wel heeft aangegeven dat de karren en paarden maandag in Mechelen zouden moeten zijn, maar niet heeft gemeld wie zorgt voor de 'blockwagen ende andere nootelijcheijt van den Bossche' daar naar toe zou brengen. De kwartierschout van Oisterwijk had al gemeld dat zijn paarden karren pas uiterlijk dinsdag daar konden zijn omdat het merendeel is afgereisd naar Antwerpen en pas zondag thuis komen. Mochten we naar andere mogelijkheden moeten uitzien laat het ons dan terstond weten. Overigens, zo schrijft hij, zal Kempenland niet zoveel karren en paarden hebben als gevraagd worden. ============================================================== 185.11 29.09.1620 Kort franstalig briefje van GROBENDONCQ. (inhoud ?) ============================================================== 185.12 26.09.1620 Franstalig briefje van FRANCHOIS PROUVEUR waarin zowel GROBBENDONCQ als BARON DE ROSSINGNOL en zes hellebaardiers worden vernoemd. ============================================================== 185.13 20.09.1620 Kort franstalig briefje van GROBBENDONCQ aan de kwartierschout, waarin ook weer ROSSIGNOL genoemd wordt. ============================================================== 185.14 19.09.1620 Brief van GROBENDONCQ die van zijn overheden een order had ontvangen dat vanuit Mechelen en Namen gehaald zouden moeten worden 'eenighe stucken geschuts met diversche andere amonitie van orloghe zoo binnen Mechelen als Naemen'. Daartoe heeft hij de assistentie van de Meierij nodig. ============================================================== 185.15 18.09.1620 Franstalig briefje van BARON DE ROSSIGNOL vanuit Helmond. In het stuk wordt gesproken over MARQUIS DE BELVEDERE. ============================================================== 185.16 17.09.1620 Franstalig briefje van GROBENDONCQ. (inhoud ?) ============================================================== 185.17 22.07.1620 Circulaire van kwartierschout MARCUS VAN GERWEN waarin hij de dorpsbesturen een brief stuurt die hij gisteren van de baanderheer VAN GROBENDONCQ heeft ontvangen. In de brief wordt er gewag van gemaakt dat men soldaten die de dorpen lastig vallen met inkwartieringen ('logeringen') mag vangen en bij de gouverneur brengen, als ze tenminste geen orders hebben om te logeren o.a. van hun overheden, de markies of van mij zelf, zo schrijft de gouverneur. De kwartierschout raadt iedereen aan om een kopie van deze brief te maken. Op de laatste pagina staan de dorpen vermeld die de brief gezien hebben en bodeloon hebben betaald. ============================================================== 185.18 18.07.1620 Brief van FRANCOIS PROUVEUR waarin hij meldt dat hij en de kwartierschout van Oisterwijk van Gerwen aldaar verwacht hadden, maar dat ze tevergeefs hadden gewacht. Ze hebben toen besloten naar Den Bosch te gaan en nodigen van Gerwen uit om daar te komen rond 9 of 10 uur om samen een aantal zaken door te spreken. ============================================================== 185.19 20.08.1620 Briefje van JAN PIJNAPPEL. Hij meldt de kwartierschout dat er van vertrek van het garnizoen nog geen tijding is binnengekomen en dat de gouverneur van de stad vannacht om 3 uur is vertrokken naar DON LOUIS die zich zoals gezegd wordt bevindt in Herentals. ============================================================== 185.20 21.08.1620 (of 31) Weer een briefje van JAN PIJNAPPEL inzake het vertrek van het garnizoen. Dat zou aanstaande zijn. ============================================================== 185.21 16.07.1620 Franstalig briefje van VAN GROBENDONCQ over het aanstaande vertrek met het verzoek om wagens en karren om de bagage te vervoeren. 185.22 13.07.1620 Brief van rentmeester BRUYNINCX uit Heusden vergezeld van een kopie van een resolutie van de Raad van State van 15.7.1619 om aan de dorpen te laten zien en lezen. Hij stond op het punt om naar Den Haag te vertrekken en de Meierijse zaken daar te bepleiten waarvoor hij ook zijn uiterste best zou doen. =========================================================== 185.23 30.06.1620 Circulaire van MARCUS VAN GERWEN waarin hij de dorpsbesturen laat weten van de gouverneur van Den Bosch schriftelijk opdracht te hebben ontvangen de bestuurders in Peelland te laten weten dat 'geensins en is den wille van sijne hoocheijt dat eenige soldaeten soo van dese nieuwe levees als andere passerende langs den dorpen henluijden souden doen defroyeren ten laste van den selven dorpen ordinerende daeromme dat niemants enige soldaeten en sal hebben te logeren ofte defroyern tot laste van de gemeijnte ten sij deselve versien sijn van ordonnantie van haere hoocheden ofte van den voors. heere van Grobendoncq oft van den heere van AUBERMONT vice-gouverneur in sijnen naeme ende soo iemants iemants met gewelt ofte andersins .....wijs wilde aenrichten dat u.l. tselve sullen te kennen geven aenden voors. gouverneur oft wel aen mij om hem tselve te relateren ende sal daerinne remedieren naer het welck u.l. henluijden sullen mogen reguleren ende soo iet ter contrarie geschiet mogen mij terstonts ordineeren want weetende bij wijen enige disordre wort gedaen sal daerinne worden versien'. St.Oedenrode 30.6.1620 - met notitie van de dorpen die de brief hebben ontvangen en bodeloon hebben betaald. ============================================================= 185.24 28.06.1620 Franstalige brief van AUBERMONT met dezelfde inhoud als in 185.23 is weergegeven in de brief van van Gerwen. ============================================================= 185.25 20.06.1620 Brief vanuit Heusden van rentmeester BRUYNINCX die aangeeft de kwartierschout samen met SR. TATERBEECK te Heusden te hebben verwacht. Hij wil de rekening de komende julimaand gaan opstellen en ontdekt dat er nog diverse dorpen met achterstallige betalingen zitten. ============================================================= 185.26 18.12.1620 Brief van MARCUS VAN GERWEN aan GIJSBERT JAN ALART met het nieuws dat het leger van de nedercant (over de Maas) weer naar de garnizoenen aan deze zijde van de Maas zal vertrekken. Hij verzoekt Gijsbert om terstond te reizen naar Gennip, Goch en eventueel naar Calcar of zo ver nodig mocht zijn om te weten te komen welke weg men zal kiezen en dit zo spoedig mogelijk aan hem door te geven. Van Gerwen zal hen dan tegemoet rijden, om te regelen dat ze bij hun passage het kwartier ongemoeid zullen laten. Hiertoe zou men een schenking moeten reserveren, die t.z.t. te Uden overhandigd zou worden. Uit de bijgevoegde quitantie de dato 21.4.1622 blijkt dat Gijsbert 7 dagen onderweg is geweest voor 3 gulden per dag. ============================================================= 185.27 27.04.1620 Resolutie van de vier kwartieren genomen op hun vergadering te Oirschot in den Swaen. De kwartierschout van Peelland brengt in dat de ingezetenen van het platteland in de Meierij 'grootelijck wordden getravailleert bij de pachters van den licenten thollen en peerdtgelt alsoe dat sij van deen dorpe in dander noch inde inlansche steden wesende over de gehoirsaemheijt van henne hoocheijden nyet vrijelijck ende mogen verkeeren met henne bestiaelen oft andere gewasschen om dye aldaer te merckten sonder in grooten coste ende molestatie gebrocht te wordden contrarie de Blijde Incompste'. Men stelt ter vergadering voor dat de dorpen maken 'een receuil ende memorie specialijck hoe ende waer inne de selve excessen in iegelijcken quartier meest geschieden'. De schout van Waalwijk brengt een accoord in dat is gesloten met de Heer van Waalwijk tegen JACOB MICHIELSEN VAN DER STAEL wiens schoonvader betalingen had moeten doen van zekere achterstallige renten. Dit document is als inlegvel toegevoegd en luidt als volgt: "Aen die Heeren gecommitteerden vanden qaurtieren der Meijerije van 'sHertogenbossche binnen Oirschot vergadert - Geven reverentelijck te kennen die regeerders der vryheijt van Waelwijck hoe dat de voors. meijerije in voorlede jaren heeft gegolden ende mogelijck noch geldende sijn, zekere negenentwintich gulden jaerlijcs daer eertijts enen THOMAS GOYAERTS VAN DEN BOSSCHE bewint aff hadde, dwelck eenige jaren geleden binnen Utrecht heeft doen arresteren ende gevanckelijck setten LAMBERDEN DOMINICUS dier tijt borgemeester der voors. vryheijt ende heeft die vs. Thomas den selven Lamberden voir die MAGISTRAET der voirs. stadt Utrecht in rechte betrocken om te hebben betalinge vanden achterstel van elff jaren vanden voorn. renthe waer over vonnisse is gegaen ende die voors. Lambert gecondemneert jn de betalinge van voors. achterstel, daer die voors. Lambert oijck heeft moeten zorgen, ende soo hij Lambert vanden meijerije geen restitutie en conste krijgen van de penningen ende andere oncosten ten respecte vanden voors. renthe geleden ende gedragen, zoo sijn naemaels gecomen d'erffgenamen van den voors. Lambert ende hebben binnen GEERTRUIJDENBERG doen arresteren WILLEM HENRICX (?) borgemeester der vryheijt van Waelwijck ende hem in recht aengesproken tot voldoeninge vanden penningen die den voors. Lambert voor de vs. meijerije hadde moeten opleggen ende betalen neffens noch andere costen, waer in oijck bij vonnisse vanden magistraet van Geertruydenberge die voors. Willem is gecondemneert geworden, alles blijckende bij extract vuyt den register der sententien der voors. stadt Geertrudenberch hier neffens gaende, maer alsoo die van Waelwijck dier tijt geen oft qualijcke middelen hadden om voir die meijerije tvonnisse te voldoen, dus hun niet ende assisteerden - soo hebben sij die sententie vanden heeren van Geertruydenberghe om beters wille ende met kennisse geappelleert in 'sGravenhage daer het noch tegenwoirdich is hangende, maer nu zoo verre gecomen dat het in de staet van wijsch is ende wel te versorgen dat het vonnisse wederom wel tegens die van Waelwijck ende consequentelijck tegens de voors. meijerije mocht gaen - Soo souden de supplianten gern die vonnisse vorcommen ende met partije treden in communicatie dan naedemael tselve sonder gelt nyet en can geschieden, soo versoecken de supplianten dat die quartieren elcx voor hunne quota eerstdaechs sullen in handen van den supplianten sullen contribueren in die somme van 351 gl. 2 1/2 st. ende noch in 60 gl. voir de costen die de supplianten daerom hebben gedaen, behalven tgene noch soude mogen vallen ende dit alles op dat die drie quartieren van de meijerije in geen verdere processen ende schaden comen te geraecken, mits het quartier van Oisterwijk eensdeels hunnen taux hebben voldaen etc. in de marge deser was geappostilleert: Gesien dese requeste bijde gecommitteerde der drie quartieren tot Oirschott vergadert wesende te weten Peelant, Kemplant ende Oisterwijck resolveren dat yegelijck daerover propositie sal doen in de vergaderinge van sijn respective quartier omme daeromme resolutie genomen byden selven gemeynen quartieren ende die in de vergaderinge der vier quartieren wederom byden anderen gebracht sijnde ende die gesien aldaer voorts in der saecke te doen naer behooren - Actum 14.07.1618 byden schouth van Peelandt ende Oisterwijck JONKER RICHALT VAN VLIERDEN PEETER VAN DEN VEN SR. AERT ANTHONIS HASENBOSCH gecommitteerde van Kemplant" onderteeckent J. DE METHERE - gecollationeerd door de Waalwijkse notaris op 24.7.1618
Tusschen JACOB MICHIELSS VAN DER STAEL al man end evoicht van GEERTRUYT LAMBRECHT DOMINICUS eenige dr. ende erffgenamen desselffs arrestant ende aenleggere ter eenre ende WILLEM HENRICX (Hernicx)" Fabri brengt ter vergadering een kwestie in inzake achterstallige betalingen van Eersel Steensel en Duizel. ============================================================= 185.28 27.02.1620 Franstalig schrijven van AUBERMONT vanuit Den Bosch met de vertaling bijgevoegd: "Alsoo bij edicten ende placcaten van haere doorluchtichste hoocheden alhier gepubliceert is verboden ende geinterdiceert allen vassallen ende ondersaten van herwaertsover, buijten dese landen te trecken om hen ter orlogen oft in crijghdienst in vreemde landen te begeven, voor wien dattet oec sij sonder expressen oirloff ende consent der zelver haere hoocheden naer breeder vermellen vande voirs. placcaten ende dat bij besloetenen brieven vanden vijfthienden deser maent februarij van haere voirs. hoocheden aen mijn HEERE DEN GOUVERNEUR der stadt gesonden de estroitte ( ondanks Frans woordenboek dubieus: beperkt, nauw, eng) oft stricte observantie vanden voirs. placcaten, is bevolen ende tegens den ongehoirsame geprocedeert te worden bij executien vande peenen daer bij gestelt - Soo ist datmen van wegen mijn heere den gouverneur schouteth ende schepenen deser stadt eenen iegelijcken bij desen adverteert hun punctuelijck naede voirs. edicten ende placcaten te reguleren op de swaere peenen ende straffen daerinne gestatueert" ============================================================ 185.29 25.02.1620 In het frans opgestelde uitnodiging van de gouverneur van Den Bosch aan de kwartierschout om naar Den Bosch te komen om het een en ander te bespreken. ============================================================= 185.30 14.01.1620 Franstalig briefje van AUBERMONT met het verzoek aan de kwartierschout om op 15 januari naar Den Bosch te willen komen voor een bespreking. ============================================================== 185.31 11.06.1620 Schrijven vanuit Den Bosch inzake het strikt onderhouden van verschenen placcaten zoals dat van de munten en het doen van de eed, die dit vereist. De kwartierschout wordt hierin 'scerpelijck ende ernstelijck' vermaand alsmede de regeerders der dorpen. ============================================================ 185.32 11.06.1620 Brief uit Heusden van BRUYNINCX inzake de achterstallige contributies van de dorpen. =========================================================== 185.33 00.00.1620 Specificatie van gemaakte kosten van FABRI over de jaren 1616, 1617, 1618, 1619 en 1620 in dienst van het kwartier. 1616
ook gemaakt een kopie van de 'schrifture van feijte groot xiii bladeren' 39 st.; aan de kwartierschout die te Brussel verbleef een authentiek extract van de resoluties toegezonden 12 st.; geleverd aan de borgemeesters van Asten en Schijndel de acte van resolutie in verband met un onderzoek betrefende het proces tussen het kwartier en de vrouwe van Helmond vi st.; vacatiekosten samen met bovengenoemde borgemeesters in het onderzoek in de betreffende stukken 8 gl.; 5.8.1616 kwartiersvergadering 2 gl.; aan de kwartierschout een kopie aangeleverd van de acte van propositie en resolutie 12 st.; 16.8.1616 kwartiersvergadering 2 gl.; aan de kwartierschout aangeleverd de authentieke acten vanuit deze kwartiersvergadering 12 st.; een authentieke kopie vervaardigd van de acte van resolutie van 6.4.1611 voor HUYBERT VAN DER SCHOUT om die te appeleren tot zijn rekening 12 st.; 25.8.1616 kwartiersvergadering 2 gl.; kwartierschout de betreffende acten aangeleverd 12 st.; 10.10.1616 kwartiersvergadering met als agendapunt het verschil in inzicht omtrent de watermolens 2 gl.; authentieke acten voor de kwartierschout 12 st.; 1617 14.2.1617 kwartiersvergadering 2 gl.; vanuit die vergadering de acten geschreven voor de kwartierschout 12 st.; 13.4.1617 kwartiersvergadering 2 gl.; uitschrijven van authentieke acten voor de kwartierschout 12 st.; augustus 1617 afschriften gemaakt van authentieke acten m.b.t. de ontvangst van het brandgeld voor de gouverneur van Den Bosch en deze overhandigd aan LAMBERT BECX 12 st.; 7.11.1617 kwartiersvergadering 2 gl.; maken van authentieke acten voor de kwartierschout 12 st.; een request geschreven aan de Staten van Brabant inzake het betalen van d epenningen van de impost voor het komende half jaar 12 st.; 28.12.1617 kwartiersvergadering 2 gl.; authentieke acten voor de kwartierschout 12 st.; 1618 22.2.1618 kwartiersvergadering 2 gl.; schrijven van acten voor de kwartierschout 12 st.; 29.2.1618 kwartiersvergadering 2 gl.; schrijven van de stukken voor de kwartierschout 12 st.; 13.7.1618 kwartiersvergadeing 2 gl.; schrijven van acten voor de kwartierschout 12 st.; 6.8.1618 kwartiersvergadering 2 gl.; schrijven van de stukken voor de kwartierschout 12 st. en het schrijven van een request om op te sturen naar het Hof van Brabant i.v.m. de executies opgelegd door ADRIAEN VAN EMPEL 18 st.; 14.9.1618 kwartiersvergadering 2 gl.; schrijven van de stukken 12 st.; op die vergadering was een accoord gesloten over de betaling van 300 gl. aan ADRIAEN VAN EMPEL en daarvan opgemaakt een authentieke acte 6 st.; 1.10.1618 kwartiersvergadering 2 gl.; stukken vervaardigen 12 st.; opm: "dese dachvaert heeft Jacob miinen zone bewaert - memorie " 1619 28.2.1619 kwartiersvergadering 2 gl.; maken van de stukken 12 st.; 3.4.1619 kwartiersvergadering 2 gl.; opstellen van de acten 12 st.; op deze vergadering was besloten dat de kwartierschout een repartitie zou maken van 883 gl. 16 st. het quotum van Peelland in de onkosten over 1618 in het overbrengen van geschut van Mechelen naar Den Bosch en daarvan een authentieke acte overhandigd aan rentmeester LAMBERT BECX 6 st.; 26.8.1619 kwartiersvergadeirng 2 gl.; opstellen van acten 12 st.; op die vergadering werd een besluit genomen een repartitie op te stellen i.v.m. de onkosten van het transport van munitie ('polver') van Den Bosch naar Antwerpen en van daar weer retour naar Den Bosch 959 gl. 5 st.; 25.10.1619 kwartiersvergadering 2 gl.; vervardigen van de juiste stukken 12 st.; een DUITSE VERTALING gemaakt van een acte van de INFANT als van CARDINAEL ANDREAS gouverneur van de Nederlanden waarin wordt gesteld dat Helmond, samen met de andere 'cleyne steden', gevrijwaard is van leveringen van legerwagens, pioniers, fortificatie, fourage, bier, broot, etc. 24 st.; 1620 8.1.1620 kwartiersvergadering 2 gl.; in orde maken van de acten + voor Lambert Becx het extract van de acte van het quotum van Peelland in de betaling aan de KANSELIER VAN BRABANT van een jaarlijkse schenking van 100 gl. - voor het schrijven 18 st.; 6.4.1620 kwartiersvergadering 2 gl.; opmaken van de stukken 12 st.; 14 mei gereisd naar Eindhoven naar de procureur generaal 6 gl.; 19.7.1620 kwartiersvergadering bij GERART PAUWELS te Aarle 2 gl.; opstellen van de acten 12 st.; 21.8.1620 kwartiersvergadering 2 gl.; schrijven van de acten 12 st.; 8.9.1620 kwartiersvergadering te Aarle 2 gl.; schrijven van stukken 12 st.; extract voor Lambert Becx van een acte rond een langstraatse taux als schenking i.v.m. het gevrijwaard gebleven zijn van inkwartieringen en passages van legertroepen 6 st.; 22.9.1620 kwartiersvergadering te Aarle 2 gl.; opstellen van stukken 12 st.; 28.10.1620 kwartiersvergadering 2 gl.; opstellen van stukken 12 st.; extra kopie voor de rentmeester 12 st. ============================================================= 185.34 00.00.1619 Specificatie van de hand van kwartierschout van Gerwen op basis van de informatie van WAULTER COOLEN uit Leende in het overbrengen van het geschut van Mechelen naar Den Bosch. Deze posten corresponderen grotendeels met de tekst in de rekening van 1620 - een bijzondere post is : onderweg 2 banden aen den blockwaegen 8 st. ============================================================== 185.35 11.07.1620 Eigenhandig geschreven verzoek van de kwartierschout aan de rentmeester van het kwartier om het dorp Veghel terug te betalen een bedrag van 240 gl. vanwege een repartitie van 1008 gl. de dato 10 april 1620, dit vanwege door hen gemaakte kosten van vertering, vrachten en andere diensten. Onder de brief volgt een verklaring van de afgevaardigden van Veghel dat op 26.7.1620 het bedrag is voldan. ============================================================= 185.36 11.07.1620 Kwitantie van MARTEN BARTHLOMEUSSEN en GERAERT ARIENS schepenen van Veghel die verklaren op 11.7.1620 ontvangen te hebben van de kwartiersrentmeester een bedrag van 65 gl. =========================================================== 185.37 07.09.1620 Kwitantie, getekend binnen Brussel, van WOUTER CORSTIAENS borgemeester te Liempde die bekend ontvangen te hebben van de rentmeester van het kwartier 28 gl. voor 3 karren waarmee de bagage is vervoerd van 2 vendels voetvolk die uit Den Bosch wegtrokken. ============================================================= 185.38 11.04.1620 Schrijven van de gouverneur van Den Bosch met een kostenoverzicht van het transport van het geschut van Mechelen naar Den Bosch vice versa, het vervoeren van de bagage van de compagnie voetvolk van Den Bosch naar Brussel incl. de 'peysteringe ende logeringe' 2800 gulden te verdelen als volgt: Peelland 1008 gl., Oisterwijk 784 gl., Kempenland 672 gl. en Maasland 336 gl. met het verzoek hierover een repartitie op te stellen binnen elk kwartier. =========================================================== EINDE VAN DIT INVENTARISNUMMER =========================================================== Yüklə 143,2 Kb. Dostları ilə paylaş:
|