te geven. Zo’n ketting loopt van beneden naar boven als roep om hulp (stijgen van Ma”N) van
de
kant van noekva, en keert van boven naar beneden in de vorm van
or chochma (mannelijke
wateren) terug. Hier liggen al onze mogelijkheden van geestelijke verlichting, waarneming,
onthulling van de Schepper. Deze twee principen dienen wij geleidelijk te doorgronden. Wij
komen nu steeds dichter bij de stof, die rechtstreeks met ons te maken heeft, dus met onze
zielen. De stof lijkt in het begin ingewikkeld en onsamenhangend te zijn, maar men dient
erdoor heen te gaan: na verloop van tijd zal deze stof zich in onze adequate waarnemingen
komen vastzitten.
81) Wij weten al, dat de
partsoef A”B is een partsoef van chochma, en de
partsoef Sa”G –
partsoef van biena. En zij worden als zodanig bepaald naar hun hoge eigenschap. Zo heeft de
A”B de
aviejoet giemel en heet chochma. De Sa”G echter, heeft de
aviejoet beth en heet
biena. Wanneer de
resjiemot Zo”N de goef (Z”A en malchoet),
die zich onder de taboer
bevinden, in
rosj de Sa”G (biena) stegen, heet zo’n proces het stijgen van Ma”N in Sa”G.
Daar doet zich een zievoeg voor tussen Sa”G en A”B (tussen biena en chochma), als gevolg
waarvan vond de overbrenging van
or chocma van A”B naar Sa”G. Maar na het ontvangen
door Zo”N van het “nieuwe licht” daalden zij wederom onder de taboer en verlichtten daar de
10 sfirot van de wereld Nekoediem. Dat leidde tot het ontstaan van 10 sfirot van
gadloet van
de wereld Nekoediem. Maar, zoals wij later te weten zullen komen, juist deze tien sfirot de
gadloet droegen bij aan het breken van de keliem.
De Schepper creëerde slechts de wens om te genieten. De capaciteit van het vullen van elke
dergelijke wens met het licht bepaalt namelijk de kern van een partsoef. En alle sfirot van elke
partsoef hebben de eigenschappen, die met zijn kern overeenkomen. Bijvoorbeeld, de 10
sfirot van de partsoef A”B worden door zijn hoge eigenschap bestuurd, dus chochma. Zo
heeft kether in A”B de eigenschap van chochma, de chochma is tevens de eigenschap van de
sfira chochma, e.d. De
partsoef Sa”G, die
een partsoef van de biena is, heeft de hoge sfira
kether al met de eigenschap van de biena, en niet de chochma zoals in de A”B. De resjiemot,
die door
Nekoedot de Sa”G van NeHJ”M van de Galgalta (Z”A) werden ontvangen, eisen
or
chochma, dat Sa”G (biena) niet heeft. Daarom wendt partsoef Sa”G de biena zich tot de A”B,
ontvangt
or chochma en maakt erop een zievoeg. Het licht van deze zievoeg dient, geheel in
overeenkomst met de
resjiemot dalet/giemel van NeHJ”M van de Galgalta, zich naar de wet
van de Ts”A eronder vanaf de taboer en tot aan het laagste punt te verspreiden. Hieruit
verkrijgt de wereld Nekoediem
gadloet door ACha”P aan zich aan te sluiten, dus nu bestaat
zij al uit de volle 10 sfirot en maakt van al haar wensen gebruik.
Tsiemtsoem Beth betekent
zo’n toestand, wanneer je weigert iets te ontvangen en kan slechts passief toekijken. Indien je
in staat bent je in zulke toestand staande te houden en geen gebruik
van ontvangende vaten te
maken, dan bevindt je je in katnoet. Dat betekent, dat je werkt slechts met gevende vaten. In
deze toestand heb je toch een zekere verbondenheid met de Schepper al is het maar slechts,
omdat ook Hij niets ontvangt. Daarom je tien sfirot zijn met
or chassadiem gevuld. De
Galgalta en de A”B ontvingen door aan de Schepper te geven. De Sa”G kon al niet
ontvangen, doch slechts gaf , om precies te zijn, hij kon in de geestelijke ruimte passief
bestaan. Ook
Nekoedot de Sa”G, doordat zij een deel van de Sa”G uitmaken, bestaan passief
en wensen niets te ontvangen. Maar wanneer een genieting hen bereikt, die groter dan hun
scherm is, welk
resjiemot beth/beth heeft, worden ook zij door deze wens ontstoken en
kunnen zich er niet tegen staande houden.
Elke partsoef is egoïstisch, maar een scherm, dat aan het egoïsme
weerstand biedt, beschermt
een partsoef van het ontvangen voor zichzelf slechts met de kracht, die in hem aanwezig is en
niet meer. Wanneer een partsoef een genieting
dalet/giemel tegenkomt, zijn scherm verliest
127
terstond zijn kracht, en het blijft hem niets over dan een slaaf van zijn eigen wensen te worden
en zich eraan te onderwerpen. Het verschil tussen
katnoet en
gadloet ligt hem daarin, dat in de
staat katnoet partsoef betrekt de helft van zijn keliem, dus de G”E, en overeenkomstig, indien
er
netsach-hod-jessod (ACha”P) van de keliem ontbreken, dan de lichten Ga”R dus
ontbreken. Zelfs indien de Ts”B en een
zievoeg op de middenlijn
er niet geweest waren, dan
zou er niet meer
alef de aviejoet en
beth de hietlabsjoet op de traptrede zijn, die bepaald wordt
als licht
chassadiem. En dat heet “katnoet”. In gadloet, echter, wordt van
aviejoet giemel
gebruikgemaakt, die bepaald wordt als klie voor het licht chochma. In dit geval wordt de
Ts”B buiten werking gesteld, omdat daarin (in de Ts”B – vert.) is gebruik van slechts keliem
hasjpaa (gevende vaten – vert.) mogelijk. Dus gadloet – dat is het vullen met licht chochma.
Paniem in een klie heten zuivere delen van een klie, dus
keliem de hasjpaa, de wensen om te
geven. Wanneer slechts zulke keliem aanwezig zijn, dus er is geen
scherm op het gebruik van
meer egoïstische wensen, dus
achoraim (als tegengesteld van
paniem – vert.), dan heet zulke
toestand “
katnoet”. Wanneer echter een masach op de
keliem de achoraim, dus de wens om
het licht chochma te ontvangen, aanwezig is, dan komt in een klie inwendig licht binnen, en
dat is – het licht
gadloet.
82)Wij weten al, dat de wereld Nekoediem twee hoofden heeft: Kether en Abba ve Iema.
Wanneer een nieuw licht chochma (licht A”B-Sa”G) begint van
rosj de Sa”G (op verzoek van
Zo”N van de Galgalta) in de tien sfirot van de wereld Nekoediem te schijnen, dan begint het
eerst in rosj van kether via de taboer van de wereld A”K binnen te komen.
De wereld
Nekoediem vult rosj de Kether met het licht Ga”R en doet de sfirot biena en Zo”N (dus
ACha”P) van Kether stijgen, welke sfirot voordien in rosj Abba ve Iema zijn geweest.
Vervolgens komt het licht A”B-Sa”G in rosj Abba ve Iema van de wereld Nekoediem binnen
via jessod de A”K, vult hen met het licht Ga”R en doet de sfirot biena en Zo”N de Abba ve
Iema stijgen, welke sfirot zich in Ga”R de goef bevonden. Aldus, komen beide hoofden
Kether en Abba ve Iema tot de toestand
gadloet.
Wij zien, dat een verzoek, welk van Zo”N omhoogkomt, dus een verzoek van de schepping
tot de Schepper om hem kracht en mogelijkheid te geven om omwille van Hem het licht te
ontvangen, voor het eerst na de Ts”B verschijnt. Wij zullen verder geregelt verzoeken van
lagere tot hogere waarnemen, en het verband zullen zien, welk het mogelijk maakt, om zich in
het algemene systeem van
het Heelal in te sluiten, dus aan hem gelijk te zijn en tot zijn vaste
partner te worden. In het geestelijke wordt pas dan geacht, dat een wens bestaat, indien men
deze in de Naam van de Schepper kan gebruiken, dus door het geven. Indien zulke intentie
echter ontbreekt, dan kan men zeggen, dat een wens bestaat, a.h.w. , niet, omdat een partsoef
bedrukt hem. Elke partsoef bestaat uit tien sfirot, tien wensen. Maar indien men slechts met
één ervan werkt, dan bestaat in feite slechts één. En de overige wensen zijn er niet,
omdat zij
geen deel in het ontvangen nemen. In de staat gadloet aan de wensen kether, chochma, biena,
chessed, gvoera,
tieferet (katnoet) sluiten zich ook de overige vier:
netsach, hod, jessod en
malchoet aan. Deze wensen sluiten zich daarom aan, omdat er een anti-egoïstisch scherm op
hen is verschenen. Wanneer het onderste deel van de
tieferet,
netsach, hod, jessod en
malchoet (ACha”P van elke partsoef) zijn niet geactiveerd, dan worden zij ook schematisch
niet afgetekend. In elke partsoef van de wereld Nekoediem zijn er slechts G”E, maar zijn
AChA”P dalen in de eronderstaande partsoef af en zijn, a.h.w., verborgen binnen zijn G”E,
die laatsten zijn erop (op ACha”P – vert.) bekleed. Dat betekent, dat wanneer het licht A”B-
Sa”G vult de G”E van een hogere partsoef, en vervolgens daalt naar beneden in de G”E van
een lagere partsoef af, dan komt het licht tegelijkertijd ook in de ACha”P (van de hogere
partsoef – vert.) terecht. En dat betekent de gelijkstelling van eigenschappen van G”E van de
onderstaande partsoef met die van de ACha”P van de bovenstaande. Zulke tijdelijke afdaling
128