worden. Het bestuderen van het egoïsme is de gehele
weg van de mens vanaf zijn
aanvankelijke staat tot het einddoel, tot de
gmar tiekoen. Ook in de geestelijke werelden ga je
door je eigen egoïsme heen door op elke trede dit te bestuderen. Hoe hoger je stijgt, des te
meer egoïsme wordt aan je toegevoegd, opdat je door daaraan te werken het in het altruïsme
zal veranderen.
Alles, waar wij het over hebben, bekijken wij vanuit de invalshoek van de schepping. Over de
Schepper kunnen wij niets zeggen, daar wij niet weten wie Hij in feite is. Ik ken alleen de
manier waarop Hij Zich ten aanzien van mij,
dus in mijn waarnemingen, manifesteert.
Filosofen kunnen oneindig redeneren over datgene, wat nimmer te bevatten valt, en daarom
ontaardde deze wetenschap helemaal daar zij elke zintuigelijke basis verloor. De Kabbala
daarentegen opereert alleen met datgene, wat de kabbalisten zintuigelijk, dus geheel zelf
helder hadden bevat en in de taal van de Kabbala hebben overgebracht. Ieder kan dit proces
zelf oproepen en weergeven, zoals in het meest strenge wetenschappelijke experiment
gevraagd wordt als bewijsvoering. Er zijn twee schermen: het ene staat vóór de klie in
pe (let.
mond –vert.)
van een partsoef, dat al het licht weerkaatst. Dit scherm staat als het ware op de
bres voor de handhaving van de
Ts”A. En het tweede scherm, dat het licht ontvangt, werkt
met een
aviejoet.en bevindt zich in
de malchoet van
de goef (malchoet de goefa). Het zuigt al
het egoïsme in zich op; het egoïsme, dat men naar zijn tegengestelde kan omdraaien, dus ter
ontvangst omwille van de Schepper. In het algemeen staat masach altijd in malchoet,
dus in
het meest lage punt van een
partsoef. Het weerkaatste scherm (
malchoet miezdaveget) en het
ontvangende scherm (
malchoet miessajemet) zijn twee verrichtingen van een masach. De
eerste verrichting leidt tot het ontstaan van
rosj, en de tweede tot het vormen van
goef van een
partsoef.
57
Vijf partsoefiem van de wereld Adam Kadmon
Pagina 26 t/m 29
26) Wij hebben het begrip
masach (scherm) al uiteengezet, dat na de
Ts”A op de klie
malchoet (
bchiena dalet) werd opgesteld en tevens de vijf typen stotende wisselwerking
(
zievoegej dehakaa) die op dit scherm plaatsvonden en die vijf niveaus van 10
sfirot vormen;
de één onder de andere. Nu gaan wij vijf
partsoefiem van de wereld
Adam Kadmon (A”K)
uiteenzetten. Deze wereld gaat aan de vier werelden
ABieJ”A vooraf. Er is reeds uitgelegd,
dat
or chozer, dat als gevolg van de
zievoeg dehakaa van beneden naar boven opstijgt, de 10
sfirot van het hoge licht bekleedt en dat dit genoeg is voor het scheppen van “wortels”, de
kiemen van de toekomstige keliem – 10
sfirot de rosj. Om het vormen van de
keliem te
voltooien, breidt
malchoet de rosj zich uit op dezelfde 10
sfirot van het
or chozer, die de 10
sfirot de rosj bekleedden. De
malchoet verspreidt zich van boven naar beneden volgens de
grootte van het niveau van de 10
sfirot de rosj. Als gevolg daarvan wordt het vormen van
keliem, die
goef (“lichaam”) heten, voltooid (zie pag. 14). Dus, er zijn altijd twee typen van
10
sfirot in een
partsoef: die van rosj en die van
goef.
In elke partsoef dient men twee typen van 10
sfirot te onderscheiden: die van
rosj en die van
goef. Voor degenen, die de Hebreeuwse taal niet machtig zijn, is het veel gemakkelijker om
de Kabbala te bestuderen, omdat zij de kabbalistische begrippen, zoals
pe (mond),
rosj
(hoofd),
goef (lichaam), en dergelijke niet letterlijk opvatten. Zij zijn in staat om deze
kabbalistische begrippen abstract te begrijpen, dus zij spiegelen zich geen materieel beeld
voor dat met die begrippen overeenkomt. Het is voor hen gemakkelijker om datgene,
waar het
over gaat, op te vatten als krachten, wensen, intenties, en niet als delen van een bepaald
lichaam. Immers in het geestelijke zijn er geen lichamen, maar zijn er alleen wensen om te
genieten, dus intenties omwille van wat of wie men genieting kan ontvangen en genieting
zelf. De plaats, waar de weerkaatste
masach zich bevindt, heet
pe. Aanvankelijk kaatst de
masach het gehele
or jasjar weer, dat zich vóór hem bevindt. Daarmee zegt hij,
dat hij niets
voor zichzelf wenst te ontvangen. Vervolgens wordt in de
rosj een berekening gemaakt,
hoeveel men toch ontvangen kan, doch niet voor zichzelf maar omwille van de Schepper.
Daarop bekleedt het
or chozer de 10
sfirot van het hoge licht (10
sfirot de or eljon) van
beneden naar boven. Dat is afdoende ten behoeve van vorming van een duidelijke beslissing
want alles in het geestelijke verloopt volgens de oorzakelijkheid. In het hoofd van een
partsoef wordt beslist met welke reden welk licht in welke mate in de
goef wordt doorgelaten.
Ten gevolge hiervan bestaat dus een nauw samenspel tussen alle delen van een
partsoef:
rosj,
toch en
sof – vert.), dus de wortels van een klie (
sjorsjej keliem). De 10
sfirot van het
weerkaatste licht, die de 10
sfirot van het aankomende licht bekleden, vormen samen de 10
sfirot de rosj partsoef. Om de
vorming van keliem te voltooien en het licht daadwerkelijk te
ontvangen, lopen de 10
sfirot van het
or jasjar (het aankomende licht) omhuld door de 10
sfirot van het
or chozer (weerkaatste licht) door de
masach heen. Zij verspreiden zich dan van
boven naar beneden, waardoor zij de 10
e
sfira de rosj, dus
malchoet, met hun eigen 10
sfirot
(van
kether tot
malchoet) uitbreiden. Daardoor worden
keliem de goef gevormd. Voordat de
malchoet in staat was omwille van de Schepper te ontvangen, was zij tot de grootte van een
58