Het verdelen van een partsoef in G”E en ACha”P is puur kwalitatief en betekent,
dat men
slechts met gevende vaten werkt, en vaten van ontvangst zijn niet geactiveerd ingezet. Maar
nu bevinden ACha”P van een hogere zich niet in G”E van een lagere, zoals vroeger het geval
was, doch exact onder eigen G”E, maar daarbij werken zij niet. Zij kunnen het licht via
zichzelf naar beneden doorlaten. De schepping is als zodanig geschapen en kan zich niet
veranderen, dus zijn structuur en vestigingsplaats. Men kan slechts zijn intentie veranderen,
op die manier met zijn delen te werken.
138)En weet, dat 5 partsoefiem van Atsieloet: Atiek, Ariech Anpien, Abba ve Iema en Zo”N
hebben minimale toestand, en kunnen niet onder hem afdalen. De Atiek heeft
het niveau
kether, de Ariech Anpien het niveau chochma, Abba ve Iema – het niveau biena, het niveau
van Zo”N is gelijk aan het niveau van Z”A. De AChA”P, die tot hen tijdens gadloet werden
aangesloten, vulden hun sfirot tot 10 naar de eerste principe, dus via het punt in cholam, welk
punt in cholam verlichtte de kether van Nekoediem, toen samen met de ACha”P van de kether
stegen de G”E van Abba ve Iema, waardoor zij dezelfde straling ontvingen, als ACha”P van
de kether. Ondanks het feit, dat bij de Atiek, Ariech Anpien en Abba ve Iema zijn in rosjiem
volle 10 sfirot aanwezig, in hun eigen lichamen
ontvingen zij geen licht, welk met Ga”R
overeenkomt, en zelfs bij de Atiek had de goef het niveau Va”K, evenwel als bij de Ariech
Anpien en Abba ve Iema. Het is bekend, dat eerst wordt de meest zuivere partsoef
gecorrigeerd, daarom kwamen de partsoefiem de correctie door slechts naar de eerste
principe, wanneer ACha”P tot hun G”E opstegen, waardoor zij tot 10 sfirot werden
aangevuld, maar er was nog geen verspreiding van licht uit rosj in goef.
Zo, Abba ve Iema stegen in de kether en ontvingen het licht van ACha”P van de kether. Maar
dit licht was voor hen ontoereikend om hun eigen ACha”P te bestralen, die zich beneden
bevinden. En aangezien de lichamen van de Atiek, Ariech Anpien en Abba ve Iema slechts
het niveau Va”K hebben, hebben de Zo”N van de wereld Atsieloet,
die vormen het lichaam
van de wereld Atsieloet, des te meer het niveau van Va”K.
Geen enkele goef van een partsoef in de wereld Atsieloet ontvangt gadloet. De gadloet
ontvangt slechts rosj van ieder, doch goef blijft in de toestand katnoet. In de wereld Atsieloet
kan men ontvangen slechts bij het stijgen van een lagere partsoef in een hogere. Op dit
principe zijn gegrondvest alle stijgingen van de werelden op feestdagen, sjabbatten en
begindagen van de maand. Dit principe voorkomt het breken van vaten.
139)In de wereld A”K namen wij een ander beeld waar. Daar verspreidde zich alle
hoeveelheid licht, dat in het hoofd was, in goef. In de wereld Atsieloet wordt het licht, welk
verspreidde zich in het hoofd zelfs in de toestand van gadloet, niet in de goef verspreid.
Daarom bepaalt men de wereld Atsieloet ten opzicht van de wereld A”K als Va”K (Z”A) en
heet M”A Chadasj,
of te wel, M”A van 5 partsoefiem van de wereld A”K, dus zijn niveau is
Z”A, welk is M”A zonder Ga”R.
Dat is gelijkwaardig aan de toestand van de partsoefiem van de wereld A”K in het geval,
indien men van ieder ervan zijn Ga”R neemt en laat slechts de Va”K over. Of wat uitvoeriger
gezegd: elke partsoef van de wereld A”K, dus de Galgalta, A”B, Sa”G, M”A en Bo”N
(kether, chochma, biena, Z”A en malchoet) bestaat zelf uit Ga”R (de Galgalta – kether, A”B –
chochma, Sa”G – biena) en Va”K – M”A en Bo”N. Enfin, alle partsoefiem van de wereld
Atsieloet overeenkomen slechts met M”A van de wereld A”K. De Atiek van de wereld
Atsieloet is gelijk aan de M”A van de Galgalta, de Ariech Anpien is gelijk aan de M”A van de
A”B, Abba ve Iema overeenkomt met M”A van de Sa”G, de Zo”N zijn gelijkgesteld aan de
183
M”A en Bo”N van de wereld A”K. Zij hebben geen verspreding van het licht in goef, dus zij
bevinden zich allemaal in de toestand Ba”K.
140)De rosj van de Atiek van de wereld Atsieloet
heeft het niveau kether, en hij wordt
bepaald als Va”K (M”A) ten opzicht van de partsoef Galgalta van de wereld A”K, met slechts
lichten van roeach en nefesj, en zonder lichten nesjama, chaja en jechieda van de Galgalta. En
rosj van de partsoef Ariech Anpien met het licht chochma overeenkomt met Va”K (M”A) van
de A”B met lichten nefesj-roeach en met het ontbreken van de lichten nesjama, chaja en
jechieda van de chochma van de A”B. Abba ve Iema van de Atsieloet, in het hoofd waarvan
het licht biena is, wordt bepaald als Va”K van de partsoef Sa”G met
het ontbreken van lichten
nesjama, chaja en jechieda van de biena van de Sa”G. En de partsoef Zo”N van de Atsieloet,
in het hoofd waarvan het niveau Z”A en malchoet is, wordt gelijkgesteld aan de Va”K ten
opzicht van de partsoefiem M”A en Bo”N van de wereld A”K met het ontbreken van lichten
nesjama, chaja en jechieda van de M”A en Bo”N van de A”K.
141)De zielen, die zich in de werelden BieJ”A bevinden, stijgen hun Ma”N op, waardoor het
afdalen naar beneden van een aanvullend licht wordt opgewekt, dat leidt tot aanvulling tot 10
sfirot naar de tweede methode. Dienovereenkomstig deze methode komt het licht via NeH”J
van de Galgalta in de Zo”N van de wereld Nekoediem (en de wereld Atsieloet) aan via het
punt sjoeroek, wanneer Abba ve Iema zelf brengen hun malchoet naar beneden uit niekvej
ejnajem in pe en doen hun ACha”P stijgen. De G”E van de Zo”N, die met ACha”P van de
Abba ve Iema ineen zijn gevloeit, stijgen samen met ACha”P in Abba ve Iema op en
ontvangen van hen een aanvulling tot hun 10 sfirot. En dan beïnvloedt alle hoeveelheid van
mochien (licht), die zich in Abba ve Iema bevindt, tevens de Zo”N, die samen met ACha”P
van Abba ve Iema stijgen.
In verband daarmee, dat de 5 partsoefiem van de wereld Atsieloet
beginnen een aanvulling naar de tweede methode te ontvangen, beschikken de drie eerste
partsoefiem in hun lichamen over de lichten Ga”R, alsmede de Zo”N zelf (erover beschikt –
vert.), die Zo”N zijn gemeenschappelijk lichaam van de wereld Atsieloet. Dan stijgen de 5
partsoefiem van de wereld Atsieloet en bekleden zich op 5 partsoefiem van de wereld A”K,
aangezien het verspreiden van Ga”R in lichamen van de
partsoefiem van de wereld Atsieloet
stelt hen gelijk overeenkomstig aan de 5 partsoefiem van de wereld A”K zodanig, dat de
Atiek stijgt op en bekleedt zich op de partsoef kether van de A”K (de Galgalta), de Ariech
Anpien – op de A”B van de wereld A”K, Abba ve Iema bekleden zich op de Sa”G van de
A”K, en de Zo”N bekleden zich, overeenkomstig, op de M”A en Bo”N van de wereld A”K.
Zulke bekleding van de partsoefiem van de wereld Atsieloet op de met hen overeenkomende
partsoefiem van de A”K betekent het ontvangen van ieder
van hen van lichten nesjama, chaja,
jechieda op het niveau van de wereld A”K.
Na het breken van de vaten ontstonden alle partsoefiem van de wereld Atsieloet in de toestand
katnoet zowel in rosj, als in goef. Er werd de eerste partsoef Atiek voortgebracht. In hem
beginnen de resjiemot van de Ariech Anpien te ontstaan, die later ook van de Atiek wordt
voortgebracht. Daarbij gaat de Atiek niet in de volle gadloet over, doch slechts dusdanig, dat
de Ariech Anpien ontstaat. Zo ontstonden alle partsoefiem van de wereld Atsieloet en alle
partsoefiem van de werelden BieJ”A. Vervolgens komt van boven het licht cholam op de
resjiemot dalet/giemel, eveneens als in de wereld Nekoediem. Dit licht komt de kether binnen,
die brengt zijn ACha”P met Abba ve Iema tot zich ophoog e.d. Dat is het eerste type,
wanneer
alle rosjiem ontvangen gadloet, en alle lichamen blijven in katnoet. Ter verkrijging van
gadloet van het tweede type is een opwekking van beneden nodig, dus de wens. In de wereld
Nekoediem de wens werd van beneden ontvangen van NeH”J van de Galgalta, wanneer het
licht hen verlichtte, en de Zo”N van de wereld Nekoediem begon verzoeken licht bij Abba ve
184