Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865 bron



Yüklə 3,07 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə5/166
tarix23.11.2017
ölçüsü3,07 Mb.
#12140
1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   166

18

jaar mocht berichten, hebben de rij waardig geopend. Thans heb ik u te wijzen op

niet minder dan vier nieuwe werken, alle van tamelijken omvang, welker uitgave in

den loop van dit jaar is voorbereid. Drie daarvan zullen van groot belang zijn voor

onze taal- en letterkunde, het vierde zal door onze geschied- en oudheidkenners met

ingenomenheid worden ontvangen.

Aan ons geacht medelid, den Archivaris van Friesland, zijn wij het eerste plan

verschuldigd. Hij bood ons eene critische bewerking aan der Mnl. vertaling van den

beroemden Roman de la Rose. Het is u bekend, dat K

AUSLER


 in het Tweede Deel

zijner Mnl. Denkmäler die overzetting letterlijk liet afdrukken naar het hoogst

gebrekkige Comburgsche handschrift. Met dien afdruk echter is de wetenschap

weinig gebaat. De tekst is door allerlei bedorvene lezingen zoodanig ontsierd, dat

hij nauwelijks leesbaar mag heeten, en van het vermaarde - in de middeleeuwen zoo

bij uitstek populaire - gedicht niet dan een zeer vervalscht en misvormd beeld vertoont.

Aan herstel valt niet te denken zonder opzettelijke vergelijking van het zooveel betere

Amsterdamsche handschrift en van het Fransche origineel. Met die taak heeft Dr.

V

ERWIJS


 zich belast, en door een vlijtig gebruik dezer hulpmiddelen is hij er in

geslaagd, een zuiveren, critisch nauwkeurigen tekst te leveren, die nu eerst recht het

gedicht in zijne waarde zal doen schatten. Volgaarne heeft de Maandelijksche

Vergadering, op voorstel van het Bestuur, het aanbod van den geleerden bewerker

aanvaard. De voorbereidende maatregelen zijn reeds beraamd en vastgesteld. Eén

punt slechts, in onzen beschrijvingsbrief onder n

o

. VI genoemd, waarvoor uwe



bekrachtiging vereischt wordt, wacht nog op eene

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865


19

beslissing. Wilt gij die heden verleenen, dan zijn alle zwarigheden uit den weg

geruimd, en de Rose gaat eerstdaags ter perse.

Een ander ontwerp, niet minder belangrijk voor de Mnl. letterkunde, hadden wij

aan Dr. B

ISSCHOP


, onzen Bibliothecaris, te danken. Het betreft de lang gewenschte,

dikwijls beproefde, maar altijd verijdelde uitgave der gedichten van W

ILLEM VAN

HILDEGAERTSBERCH

, Hollands beroemden spreker uit de 14

de

 eeuw. In waarheid, de



eer onzer letteren gedoogt niet langer, dat die merkwaardige overblijfselen der

oudheid, die zooveel licht kunnen verspreiden over de maatschappelijke toestanden

van die dagen, in vergetelheid blijven liggen. Dr. B

ISSCHOP


 is gereed het al te lang

gepleegde verzuim te herstellen. Hij heeft het Haagsche handschrift zorgvuldig met

het Brusselsche vergeleken en zich daardoor in staat gesteld tot eene behoorlijke

bewerking van W

ILLEM'S

 nalatenschap. Aan onze Maatschappij heeft hij die



welwillend aangeboden. Zonder aarzelen verklaarde zij zich bereid de uitgave tot

stand te brengen. Zij verheugt zich in deze nieuwe gelegenheid, om tot de uitbreiding

onzer kennis op het gebied van taal en letteren mede te werken.

Het derde voorstel, dat ik te melden heb, werd ons gedaan door den Heer A

.C.

OUDEMANS


 te Arnhem. Had ons geacht medelid reeds vroeger de Maatschappij aan

zich verplicht door zijn Woordenboek op de Gedichten van G

.A. BREDERO

, thans


wilde hij opnieuw werkzaam zijn, om haar eene soortgelijke bijdrage tot onze

taalkunde te schenken. In het Uitlegkundig Woordenboek op H

OOFT

, van 1825 tot



1838 door de Tweede Klasse van het Kon. Ned. Instituut uitgegeven, had hij daartoe

aanleiding gevon-



Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865


20

den. Wie het niet van nabij weet, kan zich geen denkbeeld vormen van de

onvolledigheid en onnauwkeurigheid van dat boek, de schrale vrucht van dertien

jaren arbeids. En toch, eene volledige verzameling en juiste verklaring van den

taalschat, in de geschriften van H

OOFT


 ten toon gespreid, is voor onze letterkunde

eene dringende behoefte. De Heer O

UDEMANS

 heeft alles bijeengelezen wat in dat



Woordenboek ontbreekt, en verbeterd wat verbetering eischte. De toevoegsels staan

met het werk zelf in omvang bijna gelijk, maar zij kunnen in vrij wat beknopter vorm

worden behandeld en in één boekdeel vervat. Ons ijverig medelid houdt zich thans

bezig zijne aanteekeningen in orde te brengen en voor den druk gereed te maken.

De Maatschappij zal zich gaarne met de uitgave belasten, in de overtuiging dat zij

daardoor aan onze taalkunde een wezenlijken dienst zal bewijzen.

Nog rest mij te gewagen van het vierde werk, dat weldra - zoo wij hopen - onze

pers zal doen zweeten. Ik twijfel niet, of gij zult mijne mededeeling met belangstelling

vernemen. In onze Maandelijksche Vergadering althans is de zaak met levendige

toejuiching begroet, en ik verheug mij u te kunnen wijzen op eene veelbelovende

vrucht van hetgeen in die engere bijeenkomsten ter tafel werd gebracht. Ik mag u

niet vermoeien door het opsommen van de onderwerpen, die daar ter sprake kwamen,

van de leerrijke bijdragen ons door de Heeren F

RUIN


, S

CHOTEL


, J

ANSSEN


, D

U RIEU


,

R

OORDA



, B

ISSCHOP


 en 

TE WINKEL

 geleverd. Het Verslag van onzen Secretaris zal u

van dit alles een overzicht geven, gelijk de werkzaamheid onzer beide Commissiën

u uit hare Verslagen zal blijken. Maar eene uitzondering moet

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865



Yüklə 3,07 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   166




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə