M aak de zin af door een plaatsnaam in te vullen.
-
Een koekoek vroeg zich af, waar zal ik mijn ……………………….
-
Ik hou van mensen, maar soms meer van ……………………….
-
Ik vind de sluis van Antwerpen mooier dan de ……………………
-
Op ons feest waren veel vrienden, maar ook ……………………
-
Als ik bij hem niet slaag, kan ik altijd nog bij ………………
-
De oude kar zakte door zijn ……………………….'>………………………._____Na_een_drukke_dag_heeft_de_kapper_`s_avonds_een_……………………….'>……………………….
-
Er zijn veel wegen die naar Rome ……………………….'>……………………….
-
Na een drukke dag heeft de kapper `s avonds een ……………………….
-
De Burgemeester zou een boom planten, maar het gat liet hij door zijn ……………………….
-
Ik spring nooit in de buurt van tuinen, zei de parachutist, want ik ben bang dat ik dan in
……………………….
-
Het is bekend dat hij slecht een bal kan vangen, maar deze keer scheelde het weinig of hij
……………………….
-
Toen in de herberg een stevige vechtpartij had plaatsgevonden, vond de waardin bij thuiskomst een
……………………….
-
Toen de klei op was, kon men gelukkig nog een tijd met het ……………………….
-
Het is gezellig met nonnen te schaken, maar spannender is het als ik met ……………………….
-
Er is een varken te water geraakt; ik denk dat de eigenaar nu naar zijn ……………………….
-
Tegenwoordig komt water uit de kraan; vroeger haalde je het uit ……………………….
-
Zo’n klein beetje hout voor zóveel geld? Ik wed dat ik daarvoor een heel ……………………….
-
De meeste herten lagen rustig in het gras. Wel zag ik één ……………………….
-
Weet jij wat je chef verdient? Nee, hij praat nooit ……………………….
-
Anna trouwde met een kasteelheer die Hugo heette. Het hof was het ermee eens, want Anna was een
……………………….
-
Ze hoeft slechts even in de zon te liggen en ……………………….
-
Ik hou slechts van zomers, vandaar dat ik in de ……………………….
-
Ik schaak slecht, maar ik weet dat ik nog ……………………….
-
Ze hadden Els niet uitgenodigd, maar dacht je dat dat ……………………….
-
Waarom buig je die haak recht? Nou, ik hoef die ……………………….
-
Het fruit is op. Ik denk dat ik maar eens om ……………………….
Maak de zin af door een plaatsnaam in te vullen.
1. Een koekoek vroeg zich af, waar zal ik mijn Eibergen
2. Ik hou van mensen, maar soms meer van Dieren
3. Ik vind de sluis van Antwerpen mooier dan de Maassluis
4. Op ons feest waren veel vrienden, maar ook Buren
5. Als ik bij hem niet slaag, kan ik altijd nog bij Utrecht
6. De oude kar zakte door zijn Assen
7. Er zijn veel wegen die naar Rome Leiden
8. Na een drukke dag heeft de kapper `s avonds een Bergharen
9. De Burgemeester zou een boom planten, maar het gat liet hij door zijn Bodegraven
10. Ik spring nooit in de buurt van tuinen, zei de parachutist, want ik ben bang dat ik dan in
Bloemendaal
11. Het is bekend dat hij slecht een bal kan vangen, maar deze keer scheelde het weinig of hij
Hattem
12. Toen in de herberg een stevige vechtpartij had plaatsgevonden, vond de waardin bij thuiskomst een
Dodewaard
13. Toen de klei op was, kon men gelukkig nog een tijd met het Zandvoort
14. Het is gezellig met nonnen te schaken, maar spannender is het als ik met Monnickendam
15. Er is een varken te water geraakt; ik denk dat de eigenaar nu naar zijn Zwijndrecht
16. Tegenwoordig komt water uit de kraan; vroeger haalde je het uit Putten
17. Zo’n klein beetje hout voor zóveel geld? Ik wed dat ik daarvoor een heel Boskoop
18. De meeste herten lagen rustig in het gras. Wel zag ik één Hindeloopen
19. Weet jij wat je chef verdient? Nee, hij praat nooit Overloon
20. Anna trouwde met een kasteelheer die Hugo heette. Het hof was het ermee eens, want Anna was een
Heerhogowaard
21. Ze hoeft slechts even in de zon te liggen en Bruinisse
22. Ik hou slechts van zomers, vandaar dat ik in de Winterswijk
23. Ik schaak slecht, maar ik weet dat ik nog Rotterdam
24. Ze hadden Els niet uitgenodigd, maar dacht je dat dat Elspeet
25. Waarom buig je die haak recht? Nou, ik hoef die Krommenie
26. Het fruit is op. Ik denk dat ik maar eens om Appelscha
Dostları ilə paylaş: |
