Laninserland, 31 oktober 2017 Kennis en vaardigheden boekhouden tot nu toe

Laninserland, 31 oktober 2017

Kennis en vaardigheden boekhouden tot nu toe

• 
  Je moet kunnen optellen en aftrekken, hulpmiddelen zijn hierbij toegestaan.
  

Lesmateriaal is te vinden op bit.ly/boekhoudenmbo
(Begin)balans

• 
  Je moet weten wat een (begin)balans is.
  

Een balans is een overzicht van bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een bedrijf op een bepaald moment. Een balans bestaat uit twee kanten (debet en credit).

Op de debetkant staan de bezittingen, op de creditkant de schulden en het eigen vermogen. Van de bezittingen en schulden wordt aangegeven hoeveel ze op dat moment waard zijn, dus de werkelijke waarde (dus bijvoorbeeld niet de aanschafwaarde).

Een (begin)balans is te vergelijken met een foto. Zo ziet een bedrijf er op een bepaald moment eruit. Zodra er een financiële verandering is verandert de balans.

Afspraken over de balans zijn. Op de debetkant schrijven we de bezittingen, op de creditkant schrijven we de schulden en het eigen vermogen. Hieronder zie je de rekeningen van bezit, schuld en eigen vermogen.

Een balans is debet en credit altijd gelijk. Totaal debet – totaal credit = eigen vermogen

beginbalans van Roel van de Ree
debet/bezittingen/activa		credit/vreemd en eigen vermogen/passiva
grootboekrekening	bedrag	grootboekrekening	bedrag
inventaris	17.800	eigen vermogen	65.500
voorraden	35.000	crediteuren	19.000
debiteuren	16.500
kas	3.500
bank	11.700
	84.500		84.500

Boekingstempels

• 
  We mogen hopen dat er binnen een bedrijf regelmatig financiële veranderingen plaatsvinden. Binnen een supermarkt zijn de financiële veranderingen per dag waarschijnlijk enkele honderden/duizenden. Het is natuurlijk onmogelijk om na iedere financiële verandering een nieuwe balans op te stellen. Dus hebben we in de boekhouding een aantal hulpmiddelen ontwikkeld om toch die veranderingen te kunnen verwerken. Het eerste hulpmiddel wat we hiervoor gebruiken is het boekingstempel.
  

Een boekingstempel gebruiken we om in het kort op te schrijven welke financiele verandering er heeft plaatsgevonden. Omdat op een juiste manier te doen passen we de boekingsregels toe.

• 
  Wordt een rekening van bezit groter dan schrijven we het bedrag debet op.
  
• 
  Wordt een rekening van bezit kleiner schrijven we het bedrag credit op.
  
• 
  Wordt een rekening van schuld groter schrijven het bedrag credit op.
  
• 
  Wordt een rekening van schuld kleiner schrijven we het debet op.
  
• 
  Winsten (opbrengsten) schrijven we credit bij het eigen vermogen.
  
• 
  Verliezen (kosten) schrijven we debet bij het eigen vermogen.
  

Schematisch

rekening van bezit			rekening van schuld			eigen vermogen
debet	credit		debet	credit		debet	credit
+	-		-	+		-	+

Je moet wel weten wat de rekeningen van bezit, schuld en eigen vermogen zijn.

Voorbeeld van boekingstempels:

• 
  Op rekening goederen verkocht goederen voor € 12.000. De inkoopwaarde van de goederen was € 7.500.
  

Vragen die je jezelf gaat stellen:

• 
  Welke rekeningen gaat ik gebruiken?
  

Op rekening verkocht, er is dus nog niet betaald, ik heb nog geld tegoed, dus debiteuren (= een rekening van bezit), wordt groter, dus debet.

Wat is er verkocht? Goederen (= een rekening van bezit, wordt kleiner, dus credit). NB. Goederen staan altijd tegen de inkoopwaarde.

We hebben winst gemaakt dus gebruik ik het eigen vermogen. Het eigen vermogen wordt groter, dus credit.

uitwerking

	boekingstuk:
grootboekrekening	debet	credit
debiteuren	12.000
goederen		7.500
eigen vermogen		4.500

Wanneer in het bovenstaande voorbeeld er contant was verkocht was de rekening debiteuren veranderd in kas, verder niets. Wanneer er was gepind was de rekening debiteuren veranderd in bank.

Verdere voorbeelden van boekingstempels kun je halen uit het lesmateriaal.
Verwerking van de (begin)balans en boekingstempels in de grootboekrekeningen

• 
  De volgende stap in de boekhoudkundige cyclus is het verwerken van de (begin)balans en boekingstempels in de grootboekrekeningen.
  

Welke vaardigheid moet je daarvoor bezit. Het kunnen overschrijven van gegevens, slechts overschrijven dus, meer niet!

Voorbeeld

De laatste stap (voorlopig)

Verwerken van het grootboek in proef- en saldibalans

• 
  Voor deze stap hoef je slechts twee vaardigheden te beheersen;
  

• 
  Overschrijven van gegevens:
  
• 
  Optellen en aftrekken, hulpmiddelen zijn toegestaan.
  

Het eerste wat we gaan doen is het optellen van de debet- en creditkant van de grootboekrekeningen. Niet meer en niet minder.

Voorbeeld

De finale!

Nu gaan we alle grootboekrekeningen overschrijven in de proef- en saldibalans.

Voorbeeld

Wanneer we alles goed hebben gedaan is de proefbalans debet en credit gelijk. Wanneer dat niet zo is hebben we ergens ‘onderweg’ een fout gemaakt. De laatste stap (voorlopig) is van de proefbalans naar de saldibalans te komen. Hoe doen we dat?

We nemen per grootboekrekening de kant met het hoogste bedrag en trekken daar de andere kant af. Het bedrag wat overblijft schrijven we op in de saldibalans. Twee voorbeelden uit bovenstaand voorbeeld:

• 
  Debiteuren is debet € 66.760, daarvan trekken we credit € 2.560 vanaf en houden
  

debet € 64.200 over.

• 
  Crediteuren is credit € 35.370, daarvan trekken we debet € 4.870 vanaf en houden € 30.500 credit over.
  

Wanneer we alles goede hebben gedaan is totaal debet en credit weer gelijk.
Samenvatting van vaardigheden en kennis

• 
  Kunnen optellen en aftrekken
  
• 
  Weten wat rekeningen van bezit, schuld en eigen vermogen zijn
  
• 
  Weten welke formulieren/overzichten we gebruiken in de boekhoudkundige cyclus
  
• 
  Weten wat de boekingsregels zijn
  
• 
  Weten wat de volgorde van de boekhoudkundige cyclus is