Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865 bron



Yüklə 3,07 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə4/166
tarix23.11.2017
ölçüsü3,07 Mb.
#12140
1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   166

15

lijk, door dien Catalogus is aan de beoefenaars der wetenschap in ons vaderland een

uitstekende dienst bewezen. Wel mogen wij openlijk onzen dank betuigen aan den

onvermoeibaren ijver van onzen B

ERGMAN

. Hij was het, die zich gewillig de



verdrietige taak getroostte, aan het werk de kroon op te zetten door de samenstelling

van het onmisbare Register. Onze volijverige Secretaris 

DU RIEU

 en zijn nog altijd



wakkere voorganger B

ODEL NIJENHUIS

 verleenden daarbij hunne krachtdadige hulp.

Eere aan hen, die met moed en volharding eenen arbeid volbrachten, die zooveel

inspanning en geduld vereischte en aan de bewerkers geene andere voldoening

verschaft dan het stille bewustzijn van nuttig te zijn geweest voor anderen, ten koste

van eigen genoegen en eigen belang.

Behalve het onschatbare gemak, dat de nu voltooide Catalogus aanbiedt bij het

gebruik onzer boekerij, hebben wij daardoor nog een ander voordeel gewonnen,

waarvan wij niet verzuimen zullen partij te trekken. Meermalen hebt gij in onze

jaarlijksche bijeenkomsten den rijkdom van onzen boekenschat hooren verkondigen

en u vermeid in de gedachte, dat hier alles te vinden was, wat gij ooit in den loop

uwer studiën zoudt kunnen behoeven. Ik zelf heb nog in het vorige jaar u in die

meening versterkt, toen ik van de aanwinsten onzer bibliotheek gewaagde, die eene

uitbreiding van haar grondgebied noodzakelijk hadden gemaakt. Maar de Catalogus,

dien wij nu voor het eerst gemakkelijk kunnen overzien, heeft ons tot een juister en

meer bepaald oordeel in staat gesteld. Rijk en belangwekkend is ongetwijfeld onze

verzameling; wèl verdient zij den lof, haar eenmaal door H

OFFMANN VON

FALLERSLEBEN

 toegekend;

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865



16

maar toch is zij nog verre verwijderd van het ideaal, waarnaar wij behooren te streven.

Zij heeft talrijke leemten, die aangevuld moeten worden, indien zij werkelijk aan

alle billijke eischen voldoen zal. De geschiedenis onzer letterkunde is zeer onvolledig

vertegenwoordigd; taalkunde, plaatsbeschrijving en vaderlandsche oudheden laten

veel te wenschen over. Gelukkig, dat wij die gebreken nu van nabij hebben opgemerkt.

Des te ijveriger zullen wij zorgen er in te voorzien, zooveel onze hulpmiddelen

toelaten. Het nu verstreken jaar heeft ons daartoe reeds menige gelegenheid geboden,

die niet ongebruikt is gebleven. Door belangrijke aankoopen mochten wij veel

verwerven, dat kwalijk kon worden gemist. Ook mochten wij ons door de mildheid

onzer medeleden in menig geschenk verheugen. Maar ondanks dit alles blijft er nog

veel ontbreken, dat niet ontbreken mag, indien werkelijk onze boekerij datgene zal

zijn, wat zij behoort te wezen: een volledig museum van al het merkwaardige op het

gebied onzer taal, onzer letteren, onzer geschiedenis; eene verzameling, die nooit

vergeefs wordt geraadpleegd bij onderzoekingen, tot den werkkring onzer

Maatschappij behoorende. Met aandrang zij dan de zorg voor hare verrijking en

uitbreiding aan u aller medewerking aanbevolen. Die aanbeveling is niet overbodig.

Van hoevelen onzer leden worden de werken in onze boekerij gemist! Het zal u licht

vallen dat ongerief te doen ophouden, en uwe vereenigde pogingen zullen ruimschoots

bijdragen om onze verzameling eene schrede nader te brengen tot hare grootsche

bestemming.

Doch keeren wij tot onze werkzaamheden terug. Gij zult u herinneren, dat wij in

onze vorige vergadering u

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865



17

rekenschap gaven van de veranderde wijze van uitgeven, die wij noodzakelijk achtten

om aan de behoeften van den tegenwoordigen tijd te voldoen. ‘Spoedige mededeeling

van kleinere bijdragen, en afzonderlijke uitgave van grootere werken’, ziedaar het

plan, dat wij u voorstelden en dat zonder tegenstand uwe goedkeuring wegdroeg.

Aan dat ontwerp getrouw, hebben wij in die beide richtingen werkzaamheid gezocht;

of liever, wij behoefden ze niet te zoeken; de opgewekte ijver onzer medeleden

voorkwam onze wenschen. Reeds is de eerste bundel onzer Mededeelingen in uwe

handen, die verschillende bijdragen bevat, zoowel door de HH. L

. PH. C. VAN DEN

BERGH

, E


. VAN DER VEN

, L


.J.F. JANSSEN

, J


. DE WAL

 en J


. DE FREMERY

 Jr., als door de

altijd werkzame Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde geleverd. Dit goede

begin heeft voorzeker uwe verwachting niet onvoldaan gelaten. Naarmate de nuttige

strekking van onzen nieuwen bundel, aan kleinere bijdragen gewijd, meer erkend en

gewaardeerd wordt, zullen ons die bijdragen talrijker toevloeien en een schat van

bouwstof leveren, die eenmaal aan den opbouw der wetenschap uitnemend

bevorderlijk zal zijn. Dat dan de belangstelling onzer medeleden niet verflauwe,

maar ieder het zijne ten beste geve, opdat de nu aangevangen volgreeks onzer

Mededeelingen eenmaal eene rijke bron worde van velerlei kennis en zoodoende het

doel onzer Maatschappij des te zekerder helpe bereiken.

De afzonderlijke uitgave van grootere werken, die zonder ondersteuning

bezwaarlijk het licht zouden kunnen zien, behoort nog meer eigenlijk tot den

werkkring onzer Instelling. M

AERLANT'S



Spiegel Historiael en het welbekende

Repertorium, wier voltooiing ik u in het vorige

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865


Yüklə 3,07 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   166




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə