36
jaren zijn groote sommen tot aankoop van boeken besteed, doch vooral op aucties.
Nieuw-uitgekomen werken zijn slechts zelden gekocht; vooral was dit het geval, als
het bundels gedichten waren. Onze uitgevers zijn, wij weten het allen, wat de
prijsbepaling betreft, niet heel matig in hunne eischen. Daarenboven is een nieuwe
bundel gewoonlijk in veler handen, zoodat hij, althans in den eersten tijd, op onze
boekerij slechts zelden gevraagd wordt. Hierbij komt, dat wij altijd eene stille hoop
koesterden, dat de dichters, die ook leden onzer Maatschappij zijn, er een zekeren
prijs op zouden stellen dat hunne werken in de Bibliotheek der Maatschappij gevonden
werden. Hoe dikwijls is die hoop reeds teleurgesteld!! Wat nu de dichters der 17
e
en
der 18
e
eeuw betreft, zijn degenen, die wij missen, in den regel niet de beste of
voornaamste, en die wij niet hebben, komen gewoonlijk in privaat-verzamelingen
ook niet voor. Daardoor hebben wij minder gelegenheid tot aanvulling. Toch is de
Bibliotheek ook in dit opzicht vooruitgegaan, en geef ik u de verzekering, dat noch
door het Bestuur noch door mij eene gelegenheid ter completeering wordt
voorbijgezien. Kan iemand uwer ons hierin behulpzaam zijn, ik behoef u niet te
zeggen, dat wij ons ten sterkste aanbevelen.
Behalve de Nederlandsche Letterkunde had ook de Geschiedenis des Vaderlands
hare rechten, die niet mochten verwaarloosd worden. Wat de bronnen voor onze
Geschiedenis, de stedebeschrijvingen en de reizen, door vreemdelingen in den loop
der 17
e
en 18
e
eeuw door ons land gedaan, betreft, was de Bibliotheek van Prof.
T
IJDEDEMAN
rijk voorzien. Wij begrepen, dat er inzonderheid op de laatstgenoemde
rubriek gelet moest worden, om-
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
37
dat er zoo vele, zij het niet altijd vleiende en onpartijdige, in elk geval zeer belangrijke
bijzonderheden, betreffende ons land, ons volk, zeden en gewoonten, in voorkomen.
In eene vergadering als deze, zal het wel niet noodig zijn dit uitvoeriger te
ontwikkelen.
De moeite, welke zich de drie daar straks genoemde heeren en uw Bibliothecaris,
wiens plicht het was, gegeven hebben, is ook beloond geworden. Menig voor ons
belangrijk werk, van grooter of kleiner omvang, is uit de Bibliotheek van T
IJDEMAN
in de onze overgegaan.
Ook bij de andere aucties, in het afgeloopen jaar gehouden, hebben die heeren mij
hunnen bijstand verleend en mij met hunne bibliographische kennis ter zijde gestaan.
Gij, M.H. Leden dezer Maatschappij, zult het, hoop ik, niet aanmatigend noemen,
wanneer ik uit uw naam aan de HH. B
ODEL NIJENHUIS
, F
RUIN
en D
U RIEU
den dank
der Maatschappij betuig voor de gewichtige diensten, die zij aan uwe bibliotheek,
een der sieraden dezer Maatschappij, bewezen hebben. Ook mijn persoonlijken dank
zullen zij wel willen aannemen.
Aan geschenken heeft het ons dit jaar niet ontbroken; uit de lange lijst, die u op
het oongenblik zal meegedeeld worden, zult gij vernemen, hoe groot het aantal is
van hen, die ons of hunne eigen werken ten geschenke gaven of uit hunne verzameling
belangrijke boeken afstonden.
Door een en ander is dan ook onze boekerij met ongeveer 700 nummers verrijkt.
Allen, die iets gegeven hebben, zeg ik dank en spreek de hoop uit, dat zij op dezelfde
wijs zullen voortgaan, vooral dat velen, wier namen wij ongaarne missen, hun
voorbeeld zullen volgen.
Er is ijverig gebruik van de Bibliotheek gemaakt zoo-
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
38
wel in als vooral buiten de leeskamer. Er zijn 407 nummers uitgeleend, dus een veel
grooter getal dan in 't afgeloopen jaar.
De zegelverzameling is door de zorg van Dr. JANSSEN met eenige nieuwe stukken
vermeerderd. Zij trekt uit den aard der zaak minder de aandacht dan de boekerij.
Dit is, M.H. het voornaamste, wat ik u omtrent onze Bibliotheek heb meê te deelen.
Ik zal u thans de titels der belangrijkste boeken, waarmede zij vermeerderd is,
opnoemen en wel in de eerste plaats die, welke wij ten geschenke hebben ontvangen,
en in de tweede plaats de door ons gekochte, in de vakken van Taal- en Letterkunde
en Geschiedenis, elk in haren wijdsten omvang.
Ten geschenke ontvingen wij van de HH.
Dr. J.T. Bergman, Iets ter nagedachtenis van L.G.C. Ledeboer.
A. Bloeme, Notice sur la Guillotine.
Ds. R.K. van Boekeren, Schoenen op Keur.
Mr. W.R. Boer, De arbeid, Handboek voor Volkshuishoudkunde.
Dr. W.G. Brill, Voorlezingen over de Geschiedenis der Nederlanden, 3
e
stuk.
J. Brouwers, Meiloover, Poëzy.
Jacob van Maerlant, Lierdicht.
XXV
e
Verjaring der inhuldiging van Z.M. Leopold I. Dichtstuk.
W. Crecelius, Index bonorum et redituum Monasteriorum Werdinensis et
Helmonstadensis.
J.H. van Dale, Zinsontleding. Een leerboek voor onderwijzers en kweekelingen,
3 stukken.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
39
S. van Deventer, Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java. 1
e
deel.
Dr. L. Diefenbach, Vorschule der Völkerkunde und Bildungsgeschichte.
Dr. J.I. Doedes, Oratio de libertate cum theologiae, tum etiam Ecclesiae Christianae
strenue vindicanda.
Dr. N.B. Donkersloot, Psychologische beschouwing der doodstraf.
Dr. J.C. Drabbe, De Leidsche Courant, 1863.
Dr. J.L. Dusseau, Musée Vrolik, Catalogue de la collection d'anatomie humaine
comparée et pathologique de M.M.G. et W. Vrolik.
W. Eekhoff, Korte beschrijving van de provincie Friesland.
Mr. I.W. Staats Evers, Bijdragen tot de Geschiedenis der Regtspleging in
Gelderland, bijzonder te Arnhem.
H. Frylink, Handboek der Aardrijkskunde, 2 dln.; Faust, Dramatisch Dichtstuk
van Goethe nagevolgd.
J. ter Gouw, Studiën over Wapen- en Zegelkunde; Amsterdamsche kleinigheden;
Amsterdam, Oorsprong en afleiding van de namen der grachten enz. 2
e
stuk.
Mr. L. Oldenhuis Gratama, Echte stukken betrekkelijk de verhooging van het
afvaartsgeld op de Drenthsche Hoofdvaart.
Mr. I.L.G. Gregory, Mr. Faber van Riemsdijk in de maand November 1813.
Mr. I.A. Grothe, Stukken voor de Geschiedenis der jaren 1588, 89 en 90, 91.
Jhr. Mr. H.J. van der Heim, Iets over vroegere Scheepvaartwetten; Eene
aanteekening op het ontwerp tot regeling van het Middelbaar Onderwijs;
Gemeentebelastingen, Brief aan Mr. J.L. de Bruin Kops.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
Dostları ilə paylaş: |