neerdaalt van Av”I PB”P (paniem be paniem) middels het stijgen van Ma”N
door een lagere
partsoef, een kracht ontvangen en beginnen op te stijgen.
167)Tijdens het doorlopen van het licht via de wereld Atsieloet, ontvangt elke van de 5
partsoefiem van de wereld Atsieloet het licht biena, dat nesjama heet, of te wel mochien de
Sa”G, welk licht schijnt de partsoefiem van de wereld Atsieloet, zoals het was in de A”K. En
zij ontvangen het licht gadloet en bekleden zich op de partsoefiem van de A”K volgens het
niveau van de mochien, die zij ontvingen.
168)Zodra de partsoef Atiek mochien de biena ontvangt, stijgt hij op en bekleedt zich op de
partsoef biena van de a”K, die partsoef overeenkomt met het niveau Sa”G (de biena) van de
Galgalta van de wereld A”K, en ontvangt daar de bchienat nesjama de jechieda van de wereld
A”K, die schijnt eveneens in zijn lichaam. En wanneer de mochien tot de partsoef Ariech
Anpien van de wereld Atsieloet aankomt, stijgt hij op en bekleedt
zich op rosj van de Atiek,
die partsoef overeenkomt met de traptrede Sa”G van de partsoef A”B van de wereld A”K, en
ontvangt vandaar de bchienat nesjama de chaja de A”K, die schijnt eveneens in zijn goef. En
wanneer de mochien tot de partsoef Abba ve Iema aankomt, stijgt hij één traptrede hoger op
en bekleedt zich op Ga”R van de Ariech Anpien, die partsoef overeenkomt met het niveau
van biena de Sa”G de A”K, en ontvangt vandaar het licht nesjama de nesjama de A”K, die
schijnt eveneens in zijn Za”T. Wanneer de mochien de IesjSoe”T en de Zo”N van de wereld
Atsieloet bereikt, stijgen zij op en bekleden zich op Abba ve Iema de Atsieloet, die
partsoefiem overeenkomen met het niveau biena van de partsoefiem M”A en Bo”N van de
wereld A”K, en ontvangen vandaar de bchienat nesjama de nefesj van roeach van de wereld
A”K. En dan ontvangen de NaRa”N van de tsadiekiem mochien de nesjama van de wereld
Atsieloet. En wanneer de mochien tot de partsoefiem van de wereld Brieja aankomt, stijgt de
wereld Brieja op en bekleedt zich op de noekva de Atsieloet, waardoor de wereld Brieja van
de noekva de bchienat nefesj de Atsieloet ontvangt. Wanneer
de mochien tot de wereld
Jetsiera aankomt, stijgt de wereld Jetsiera op en bekleedt zich op de wereld Brieja, waardoor
de wereld Jetsiera de bchienat nesjama en Ga”R de Brieja ontvangt. En uiteindelijk, wanneer
de mochien tot de wereld Asieja aankomt, stijgt de wereld Asieja op en bekleedt zich op de
wereld Jetsiera en ontvangt van de wereld Jetsiera de bchienat mochien de Va”K van de
Jetsiera. Derhalve, hebben wij opgehelderd, wát ontving elke partsoef bij de eerste stijging,
die veroorzaakt werd door het stijgen van Ma”N van het tweede type, dus door de zielen, die
zich in de werelden BieJ”A bevinden.
Wij zien, hoe onder invloed van verzoeken-gebeden van de zielen,
die zich binnen de
werelden BieJ”A bevinden, zij via alle werelden tot rosj van de Galgalta stijgen, die een
zievoeg met het licht van de Oneindige wereld maakt, ontvangt daar licht, en het licht
doorloopt via alle partsoefiem van de werelden A”K, Atsieloet, BieJ”A en bereikt de ziel, die
het verschijnen van dit licht veroorzaakte, waardoor het licht deze ziel vult. De ziel en alle
werelden bevinden zich in de toestand van het stijgen. De draad, die de gegeven ziel met de
Oneindige wereld verbindt, is met name de verbinderde schakel tussen de ziel en de Schepper.
Nefesj en roeach – dat zijn permanente lichten in de werelden, en bij
het stijgen tot hen wordt
eerst het licht nesjama toegevoegd. Elke partsoef stijgt één traptrede hoger. Het hoofd van een
lagere bereikt het hoofd van een bovenstaande, van hem bevat een lagere alle gedachten, alle
berekeningen. Laten wij de tek. T 7 uit het boek “Sefer ha-Ielan” even bekijken (zie op onze
site). Eerder, op de tek. T 3, zagen wij de permanente minimale toestand van de werelden
BieJ”A. En op deze tekening zien wij, in die toestand bevinden de werelden ABieJ”A zich na
de eerste stijging, wanneer zij het licht nesjama ontvingen. Op de tek. T 3 merken wij
wederom op, dat rosj van elke partsoef bekleedde zich op M”A van de overeenkomende
210
partsoef van de wereld A”K. Hier echter rosj van elke partsoef van de wereld Atsieloet
bekleedt zich op de Sa”G van de overeenkomende partsoef van de wereld A”K. Derhalve, er
vond een verschuiving van de werelden ABieJ”A plaats één traptrede omhoog in vergelijking
met de vorige toestand en de wereld A”K. De wereld A”K stijgt eveneens op,
waardoor zij het
overeenkomende licht uit de Oneindige wereld ontvangt. Maar hier is ons doel om de
toevoeging te zien, die de werelden Atsieloet en BieJ”A ontvingen. Wij kunnen zeggen, dat
dankzij verzoeken der zielen, alle werelden het licht nesjama ontvingen, en nieuwe vaten zijn
gevormd, die zich met het licht hebben gevuld, eerst uit de Oneindige wereld en tot onze
wereld toe.
169)De tweede stijging vond plaats als gevolg van het stijgen van Ma”N op de aviejoet de
bchiena giemel, wanneer hun correctie ontvangen ACha”P van het niveau chochma (chaja),
gadloet en aanvulling tot 10 sfirot geschiedt naar de tweede methode, wanneer mochien
schijnt eveneens in de Za”T en goefiem, evenwel als in de partsoefiem van de A”K. En
wanneer mochien naar beneden via de werelden ABieJ”A doorloopt, groeit elke partsoef en
stijgt onder invloed van dit licht nog één traptrede op.
De aanvullende vulling met het licht heet stijging.
Zoals reeds is gezegd, in feite, in het
geestelijke zijn er noch stijgingen, noch afdalingen. Voor het stijgen dient men een aanvullend
vat te hebben, ter vorming waarvan is een verzoek van onderen nodig. Welke andere
methoden van correctie en het vullen van vaten zijn er nog? Dankzij het komen van het licht
van boven. Het geeft tijdelijk een opwekking tot het geestelijke, corrigeert en steunt alle
partsoefiem en zielen in de werelden BieJ”A, waardoor het hen met een weinig licht vult. Dat
vindt in rosj chodesj (nieuwe maan – vert.), sjabbat en feestdagen plaats. Afhankelijk van het
licht, dat van boven komt, kan men weten, wat zijn dat voor dagen en feesten. Alle
verscheidenheid brengt met zich het licht mee, zijn type. Hieruit
is ook al het tijdscalender,
welk door de Schepper is gelanceerd. Het licht komt van boven, wekt de vaten op, vult ze,
maakt ze leeg. Dit licht is niet verbonden met een verzoek van de zielen. Afhankelijk van een
soort en een kracht van het verzoek, welk de ziel opstijgt, kan deze ziel één, twee of drie
traptreden stijgen. Het stijgen op alle drie traptreden met eigen krachten betekent de Gmar
Tiekoen voor deze ziel. Zij corrigeerde het maximum, wat men kon corrigeren middels
ACha”P de alieja, dus zij sluit eigen vaten in gevende vaten en werkt niet met lev ha-even, die
met de komst van de Masjiejach wordt gecorrigeerd. Derhalve, er bestaan twee type van
stijgingen der zielen: de eerste –
dat is het opwekken van boven, het is niet in onze handen
(
let. niet in onze macht – vert.), dat is de zaak van de Schepper Zelf, Die al dit uiterst complex
mechanisme welk natuur heet op gang brengt. Het tweede type – dat is om zich zo goed
mogelijk tot het opwekken van beneden voor te bereiden, dus om alle invloeden van het licht
van boven te overvleugelen, en geen aandacht eraan te schenken, doch zelf op te stijgen.
Daarbij dalen de kliepot naar beneden af, en zij bevinden zich niet parallel aan de reine
werelden, waardoor zij een mogelijkheid van negatieve beïnvloeding verliezen. Daarom
rukken de zielen zich, na drie stijgingen in de wereld Atsieloet te hebben gedaan,
volledig van
de kliepot af. Vóór die tijd echter was er wel sprake van het tegenover elkaar staan van reine
en onreine werelden. Van de mens wordt geëist om in zijn gedachten een volledige analyze te
maken van: door die gevoelens wordt hij geleid, door die intenties, en te trachten altruïstische
van egoïstische te scheiden.
170)Wanneer mochien tot de partsoef Atiek de Atsieloet aankomt, dan stijgt hij op en
bekleedt zich op de partsoef chochma de A”K, die heet A”B en overeenkomt met de traptrede
A”B de Galgalta de A”K, en hij ontvangt daar het licht chaja de jechieda. En wanneer
mochien de partsoef Ariech Anpien van de wereld Atsieloet bereikt, dan stijgt hij op en
211