Inleiding tot de wetenschap Kabbala



Yüklə 1,26 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə103/103
tarix22.10.2018
ölçüsü1,26 Mb.
#75506
1   ...   95   96   97   98   99   100   101   102   103

onderste lichten binnenkomen. Zelfs de NaRa”N de tsadiekiem zijn niet meer, dan Va”K, 
ondanks het feit, dat zij Ga”R de nesjama uit de wereld Brieja hebben. Deze Ga”R zijn Va”K 
in vergelijking met de wereld Atsieloet. Hetzelfde kan men zeggen ook over de partsoefiem 
van de wereld Atsieloet zelf. Hoewel bij hen in de rosjiem (hoofden) Ga”R (licht) aanwezig 
is, verspreidt dit licht zich toch niet in goefiem, daarom worden deze partsoefiem eveneens als 
Va”K beschouwd. Het gebruik van aanvullende vaten (sfirot), welk tot de aanvullende 
ontvangst van het licht leidt, vindt slechts plaats als gevolg van het stijgen van Ma”N, welk 
tsadiekiem stijgen (dus de zielen van mensen, die zich in de werelden BieJ”A bevinden). 
Echter het ontvangen van dit licht (mochien) is mogelijk slechts dankzij het stijgen van lagere 
partsoef op het niveau van een hogere.  In de hogere partsoefiem van de wereld Atsieloet (de 
A”A, Abba ve Iema, IesjSoe”T) vindt de aanvulling tot 10 sfirot plaats naar het tweede 
principe (met het gebruik van eigen ACha “P), terwijl bij de Zo”N vindt de aanvulling tot 10 
sfirot slechts naar het eerste principe plaats, dus middels het stijgen op het niveau van een 
hogere partsoef met het gebruik van zijn, en niet de eigen ACha”P. 
 
Dat komt, omdat ACha“P de Zo”N van de wereld Atsieloet – dat zijn enorme wensen om te 
ontvangen, die hen, naar de grootte, tot de Essentie van de Schepping (malchoet de malchoet) 
doen naderen. Deze wensen kan men slechts tijdens de Gmar Tiekoen corrigeren. Daarom 
kunnen de 5 partsoefiem van de wereld Atsieloet lichten nesjama, chaja en jechieda slechts 
tijdens hun stijgen op de met hen overeenkomende partsoefiem van de wereld A”K 
ontvangen. De werelden BieJ”A kunnen eveneens het licht nesjama, chaja en jechieda 
ontvangen tijdens het stijgen op de IesjSoe”T en de Zo”N van de wereld Atsieloet. De Brieja 
bekleedt zich op de IesjSoe”T; de Jetsiera op de Z”A, en Asieja op de malchoet (Noekva) van 
de wereld Atsieloet. Het blijkt nu, dat tijdens dit stijgen de ruimte vanaf de parsa en eronder 
(de plaats van BieJ”A) wordt leeg van elk licht. Toch is er een verschil tussen de 10 sfirot van 
de wereld Brieja alsmede de 6 bovenste sfirot van de wereld Jetsiera aan de ene kant en 
andere sfirot. Zo vormen de onderste 14 sfirot (uit 30) van de plaats der werelden BieJ”A een 
permanente plaats slechts voor de kliepot (de wens om het licht omwille van eigen genieting 
te ontvangen, zonder scherm). Slechts vanwege de “zondeval” van Adam haRiesjon vielen de 
14 onderste sfirot van de werelden BieJ”A in deze plaats af. Daarvóór, zoals bekend, stonden 
deze werelden op zijn minst 14 sfirot hoger. Enfin, na het stijgen van de werelden BieJ”A in 
de Atsieloet, in de ruimte vanaf de parsa en tot de borst (chaze) van de wereld Jetsiera bestaat 
helemaal “niets”, noch de werelden BieJ”A, noch de kliepot, en in de ruimte vanaf de borst 
van de Jetsiera en eronder bevinden zich slechts de kliepot. 
 
176)Enfin, het ontvangen van aanvullende lichten nesjama, chaja en jechieda hangt van het 
stijgen van Ma”N door lagere partsoefiem af, en, per slot van rekening, van het stijgen van 
Ma”N door de zielen van mensen (de NaRa”N de tsadiekiem). Indien echter met de NaRa”N 
de tsadiekiem iets gebeurt en zij, als gevolg daarvan deze Ma”N niet kunnen stijgen, dan gaan 
deze hogere, “aanvullende” lichten van alle partsoefiem van de werelden ABieJ”A uit. Echter, 
de permanente lichten – nefesj en roeach, die zich tijdens zulke toestanden in de vaten kether 
en chochma van elke partsoef bevinden, komen nooit uit. 
 
177)Zoals reeds is gezegd, in de wereld Atsieloet bestaat de zich rechts bevindende kant 
M”A, dus zijn eigen vaten, en  zich links bevindende kant Bo”N, dus de gebroken vaten van 
de wereld Nekoediem, die middels de vaten M”A de Atsieloet worden gecorrigeerd. En laat 
het je niet vreemd lijken (de wending tot de geachte lezer – vert.), dat de Ariech Anpien 
(A”A) de Bo”N als kether van de wereld Atsieloet wordt geacht, en Abba ve Iema (Av”I) als 
de partsoef A”B van de wereld Atsieloet worden geacht.  
 
214


Immers de A”A – dat is de onderste helft van de kether de Bo”N, en de Av”I – dat is de 
onderste helft van de chochma en de biena van de wereld Nekoediem. Daarom dient de 
partsoef kether de A”K (van de Galgalta), a.h.w., met de A”A van de wereld Atsieloet 
overeen te komen. Het gaat erom, dat alle partsoefiem Bo”N zijn nekevot, dus zij hebben 
geen eigen mogelijkheid om te ontvangen, zij ontvangen slechts datgene, wat de met hen 
overeenkomende partsoefiem M”A, dus zachariem, hen geven. Daarom vinden alle stijgingen 
slechts met de zachariem (partsoefiem M”A) plaats. Aangezien bij de A”A de M”A helemaal 
geen vaten bestaan, die met de kether overeenkomen (doch slechts met de chochma 
overeenkomen), en bij de Av”I de M”A slechts vaten zijn, die met de biena overeenkomen, 
overeenkomt met de partsoef A”A de partsoef A”B van de wereld A”K, terwijl de partsoef 
Sa”G van de wereld A”K overeenkomt met de partsoef Av”I. De partsoef kether de A”K 
overeenkomt slechts met met de partsoef Atiek, die nam zich het gehele niveau van de kether 
de M”A. 
 
Tijdens de gadloet de Nekoediem steeg de rosj van de IesjSoe”T in de rosj van de Galgalta 
op. De rosj van de kether steeg in de A”B van de wereld A”K op. Abba ve Iema stegen in de 
rosj Sa”G op. Tijdens de gadloet van de wereld Nekoediem hadden Abba ve Iema het niveau 
kether. Waarom wordt hier gezegd, dat het niveau chochma en biena geweest was?  Van 10 
sfirot van het directe licht wordt een ander niveau geacht, dan van de toestand gadloet. 
Aangezien het stadium van het directe licht – dat is het eerste punt, en het heet kether. In de 
toestand katnoet waren de G”E van de kether op zijn eigen traptrede, en zijn ACha”P – in de 
G”E van de Abba ve Iema. In de gadloet bij de kether was het niveau kether. En Abba ve 
Iema, die in het stadium van or jasjar chochma en biena heten, ontvingen in de gadloet het 
niveau (heb. koma) kether (in de katnoet bij hen was de aviejoet alef).  
 
178)De volgorde van het volgen van de partsoefiem in alle werelden wordt, als gevolg van al 
deze stijgingen, niet veranderd. Zoals bekend, juist het stijgen van Ma”N van de NaRa”N de 
tsadiekiem riep de aanvullende ontvangst van het licht op in alle bovenstaande partsoefiem, 
die hen het licht uit de Oneindige wereld geven, waarbij zij het licht gedeeltelijk voor zichzelf 
houden, ieder volgens zijn positie, waardoor zij qua grootte toenemen en steeds hoger en 
hoger stijgen. Elke partsoef stijgt op het niveau van een bovenstaande, dus alle partsoefiem 
stijgen samen omhoog, waarbij zij de volgorde van hun opstelling handhaven. Bijvoorbeeld, 
bij het stijgen van de Zo”N van zijn permanente plaats, dus van de plaats onder de taboer van 
A”A, stijgen zij één traptrede hoger op, dus op het niveau van de borst van de A”A. Echter de 
A”A stijgt tegelijkertijd met hem één traptrede hoger, dus van het niveau pe de Atiek, waarbij 
hij zich op Ga”R de Atiek bekleedt. Al zijn eigen sfirot stijgen, natuurlijk, ook op. Zijn 
ChaGa”T stijgen op het voorafgaande niveau van Ga”R, en de sfirot, die zich op het niveau 
vanaf de borst tot de taboer bevonden, stegen op hun plaats e.d. Derhalve, de opgestegen 
Zo”N bevinden zich op het niveau vanaf de taboer en onder de partsoef A”A, dus de volgorde 
van de opstelling is niet veranderd (zie tek. 4 in het “Sefer haIelan”, waar tijdens het 
ontvangen van het licht nesjama, stegen de Zo”N op het niveau Ga”R de IesjSoe”T. Deze 
Ga”R de IesjSoe”T bevinden zich op het niveau vanaf pe en onder de Av”I, die op het niveau 
vanaf de borst en onder de A”A zich bevinden). Echter ook alle partsoefiem van de wereld 
Atsieloet stegen één traptrede hoger op (zie tek. 7 in het “Sefer haIelan”) tijdens het 
ontvangen van het licht nesjama. Daarom blijkt het, dat de Zo”N zich steeds bekleden op de 
ruimte vanaf pe en onder de IesjSoe”T, die IesjSoe”T zich op het niveau vanaf de borst en 
onder de Av”I bevinden, terwijl de Av”I zich op het niveau taboer en onder de A Ä bevinden. 
Naar hetzelfde principe doen zich stijgingen van alle zonder uitzondering partsoefiem voor 
(zie tekeningen in het “Sefer haIelan” vanaf de 3
e
 tot de laatste). 
 
215


179)Men dient tevens op te merken, dat terwijl de partsoefiem stijgen, laten zij tegelijkertijd 
“de sporen” achter op alle voorgaande niveaus. Dus, in feite, zij én stijgen én blijven op hun 
eigen vorige plaats, aangezien in het geestelijke niets verdwijnt. Bijvoorbeeld, Ga”R de Av”I 
stijgen op het niveau van Ga”R de A”A op, toch blijven Ga”R de Av”I tevens op hun vorige 
plaats – vanaf pe en onder de A”A, waar nu de IesjSoe”T zijn opgestegen. Deze IesjSoe”T 
stegen op de ChaGa”T de Av”I, waardoor zij hetzelfde licht ontvangen, welk de ChaGa”T de 
Av”I ontvingen, wanneer zij zich op dezelfde plaats, dus vóór het stijgen, bevonden. 
Derhalve, thans bevinden zich daar tegelijkertijd drie partsoefiem. Zo staan de opgestegen 
Ga”R de Av”I nu op de permanente plaats van Ga“R de A”A, en geven het licht naar hun 
vorige plaats door, dus vanaf pe en onder de A”A, waar zich thans de IesjSoe”T bevinden. 
Immers Ga”R de A”A, dus Av”I en IesjSoe”T schijnen tegelijkertijd op één plaats. Op die 
manier stellen alle partsoefiem van de werelden A”K en ABieJ”A tijdens stijgens zich op.  
Daarom tijdens het stijgen van een partsoef dient men altijd aandacht te schenken aan het 
niveau van zijn stijgen ten opzicht van een permanente plaats van bovenstaande partsoefiem, 
het niveau van zijn stijgen ten opzicht van een nieuwe plaats van bovenstaande partsoefiem, 
die stegen met hem samen één traptrede hoger op (zie tek. 3 in het “Sefer haIelan”, waar is 
afgebeeld de permanente opstelling van de partsoefiem. Op de tek. 4, 5 en 6 zijn echter drie 
stijgingen van de Z”A opgetekend ten opzicht van de permanente opstelling van de 
partsoefiem van de wereld Atsieloet. Op de tek. 7, 8 en 9 zijn drie stijgingen van de vijf 
partsoefiem van de wereld Atsieloet opgetekend ten opzicht van de vijf partsoefiem van de 
wereld A”K. Op de tek. 10, 11 en 12 zijn drie stijgingen van de vijf partsoefiem van de wereld 
Atsieloet opgetekend ten opzicht van de permanente opstelling van de Lijn van Oneindigheid) 
 
216


Indeling van elke partsoef in kether en АBaJ"А 
 
 
Pagina 180 t/m 188 
 
 
180) In de geestelijke werelden is alles opgebouwd naar hetzelfde principe, dus aan de hand 
van een bijzonder geval kan men een mening vormen over het algemene, en omgekeerd, aan 
de hand van een algemeen geval kan men oordeel vellen over het bijzondere. Al het Heelal 
wordt gewoonlijk in vijf werelden verdeeld, dus A”K en ABieJ”A. De A”K wordt als kether 
geacht van alle werelden, en de 4 werelden ABieJ”A – dat zijn overeenkomstig chochma, 
biena, Z”A en malchoet. Daarom kan men elke wereld, elke partsoef, elke sfira, en 
gewoonlijk elk geestelijk object eveneens in vijf werelden verdelen – de A”K en ABieJ”A. 
Rosj van elke partsoef wordt als zijn kether beschouwd en wereld A”K. Goef vanaf pe en tot 
chaze (borst) wordt als wereld Atsieloet (chochma) geacht. De ruimte vanad de borst tot de 
taboer wordt geacht als wereld Brieja (biena), en de ruimte vanaf de taboer en eronder wordt 
als werelden Jetsiera en Asieja (Zo”N) beschouwd. 
 
181)Enfin, de sfirot KaCha”B ChaGa”T NeHJ”M hebben veel verschillende benamingen. 
Afhankelijk van datgene, wat wij met name wensen uit te drukken, heten zij:  
 
1) G”E en Acha”P  
2) КаChа"B ZО"N  
3) NаRаNChа"J  
4) Punt van de letter "joed" en 4 letters "joed", "hej", "vav" en "hej".  
 
De eenvoudige HaVaJ"A (de Galgalta) en А"B, Sa"”G, М"Аи Bo"N, die zijn de 4 variaties 
van vullingen met licht (мieloeiem):  
 
а) vulling А"B  
б) vulling SА"G  
в) vulling М"А  
г) vulling Bo"N  
6) А"А en Аv"I en Zo"N.  
 
А"А – dat is kether,  
Abba  - chochma,  
Iema  - biena,  
Z"А – dat is ChаGа"Т NеH"J  
Noekva  - dat is маlchoet.  
 
7) А"КиАBaJ"А of Кеter en АBaJ"А. Маlchoet de Кеter heet "pe", маlchoet de Аtsieloet -
 "chaze", маlchoet de Brieja - "taboer", маlchoet de Jetsiera - "аteret jessod", en de 
gemeenschappelijke маlchoet heet "siejoem raglien".  
 
 
217


182)Er bestaan twee redenen, waarom tien sfirot verschillend worden genoemd. De eerste – 
dat is gelijkenis van eigenschappen, dus gelijkenis van een innerlijke aard met een sfira, 
waaraan zij behoort. De tweede – dat is verschil van eigenschappen met deze sfira, dat leidt 
tot het verschijnen van een nieuwe, dus speciale benaming. Bijvoorbeeld, Kether van de tien 
sfirot van het directe licht – dat is het licht Ejn Sof (Oneindigheid). Aan de andere kant, rosj 
van elke partsoef heet eveneens “kether”; alle vijf partsoefiem van de wereld A”K zijn 
eveneens “ktariem” (mv. vorm van “kether” – vert.); de partsoef Atiek – dat is kether en A”A 
is ook kether. Indien zij allemaal “kethers” zijn, waarom heeft dan elke ervan toch zijn eigen 
benaming? Bovendien, weten wij, dat objecten in de geestelijke werelden, die absoluut 
dezelfde eigenschappen hebben, in één geheel samenvloeien. Waarom vloeien dan al deze 
geestelijke objecten, die kethers zijn, onderling niet samen?  Dat komt, omdat hoewel zij over 
eigenschappen beschikken , die gelijken met de eigenschappen van “kether”, aangezien zij tot 
het begrip Ejn Sof behoren, vallen zij onder de stelregel, die luidt, dat voordat het hoge licht 
een vat binnenkomt (dus voordat het niet in goef, in huidige vaten, is opgenomen), is het Ejn 
Sof (niet te vatten Oneindigheid). Daarom zijn alle vijf partsoefiem van de wereld A”K ten 
opzicht van de werelden ABieJ”A licht, dat nog niet in vaten binnen is gekomen, aangezien 
de A”K, die volgens de wetten van Ts”A is opgebouwd, volkomen ondoorgrondelijk is voor 
de partsoefiem, die zich in de werelden ABieJ”A bevinden, die werelden ABieJ”A naar de 
wetten van Ts”B zijn gestructureerd. 
 
Beide partsoefiem Atiek en A”A van de wereld Atsieloet overeenkomen met de kether van de 
wereld Nekoediem. Toch hebben zij wezenlijke verschillen. De Atiek overeenkomt met de 
bovenste helft van de kether van de wereld Nekoediem, terwijl de A”A – de onderste. Men 
dient op te merken, dat tijdens de katnoet van de wereld Atsieloet was de A”A überhaupt geen 
kether, dus in deze toestand zijn niveau – chochma, en de enige kether is voorlopig Atiek. 
Echter tijdens de gadloet stijgen alle partsoefiem van de wereld Atsieloet op, waarbij de Atiek 
“vertrekt” in de wereld A”K, en de A”A wordt, door het gebruikmaken van zijn ACha”P de 
alieja, de partsoef kether van de wereld Atsieloet. Bovendien, zowel de partsoef Atiek, als de 
partsoefiem A”K, zijn naar de wetten van de Ts”A opgebouwd, en hij is dus voor lagere 
partsoefiem en werelden niet te vatten is (“atiek” van het woord “heetak”, “afgezonderd”). 
 
183) De reden, waarom tien sfirot heten Kether en ABieJ”A, is de wens, om te wijzen op de 
indeling van tien sfirot in “voorkant” en “achterkant”vaten (“paniem” en “achoraim”), die 
vond plaats als gevolg van de Ts”B. Zoals boven is reeds gezegd, steeg de malchoet 
mesajemet toen op het niveau biena de goef, die tieferet heet, dus in chaze, en vormde daar 
een nieuw einde (siejoem) van de partsoef, die heet “parsa”, en die zich onder de Atsieloet 
bevindt. De vaten, die zich onder de parsa bevinden, “kwamen” van de Atsieloet uit en heten 
BieJ”A. De onderste twee derden van tieferet heten Brieja. NeH”J heten Jetsiera, en de 
malchoet heet Asieja. Men dient op te merken, dat elke sfira werd verdeeld in vaten “paniem” 
en “achoraim”, zodat de vaten, die zich boven de chaze bevinden – dat is paniem, en die, die 
onder de chaze zijn – achoraim. 
 
184)Aangezien de parsa zich op het niveau van chaze bevindt, verdeelde zich elke sfira, elke 
partsoef in zijn eigen 4 niveaus, die ABieJ”A heten. De Atsieloet – dat is de ruimte boven de 
chaze, de BieJ”A – dat is de ruimte onde de chaze. In principe, zagen wij al in de A”K 
eveneens zulke indeling met één verschil, dat daain daalde de parsa op het niveau van de 
taboer af, in tegenstelling tot de werelden ABieJ”A, waar de parsa zich op het niveau van de 
chaze bevindt. Het blijkt nu, dat zijn eigen Atsieloet – dat zijn partsoefiem A”B en Sa”G, die 
boven de taboer beëindigen. En onder de taboer bevinden zich zijn BieJ”A, dus de 
partsoefiem M”A en Bo”N, die onder de taboer zijn – dat is de BieJ”A. 
 
218


 
185)Naar hetzelfde principe worden ook alle vijf partsoefiem van de wereld Atsieloet 
ingedeeld. De A”A – dat is rosj van de gehele wereld Atsieloet. De Av”I Ielaien, die 
overeenkomen met de A”B en bekleden zich vanaf pe en tot de chaze van de partsoef A”A – 
dat is Atsieloet de Atsieloet, en daar, op de lijn van de borst van de partsoef A”A, loopt de 
parsa van de wereld Atsieloet door (niet te verwarren met de algemene parsa van alle 
werelden ABieJ”A!). De IesjSoe”T, die overeenkomen met de Sa”G, bekleden zich vanaf de 
chaze de A Ä tot zijn taboer, en zij zijn Brieja van de wereld Atsieloet. De Zo”N, die 
overeenkomen met de M”A en de Bo”N, bekleden zich op de A”A op de ruimte, die zich 
vanaf zijn taboer en tot het einde van de wereld Atsieloet bevinden, en zij zijn Jetsiera en 
Asieja van de wereld Atsieloet. Wij zien dus, dat ook de wereld Atsieloet wordt ingedeeld in 
zijn rosj en ABieJ”A, gelijk de wereld A”K. Hier staat de parsa op zijn plaats, dus op het 
niveau van de chaze de A”A. 
 
De voornaamste partsoef van de wereld Atsieloet, dus de Ariech Anpien, heeft 4 bekledingen: 
1. Abba, 2. Iema, 3. Israël Saba, 4. Tvoena. Allen zijn zij – joed-hej van de naam HaVaJ”A en 
bekleden zich vanaf pe tot de taboer van de A”A. De Z”A en de malchoet van de wereld 
Atsieloet bekleden zich vanaf de taboer A”A naar beneden tot de parsa, en zij zijn – vav-hej 
van de naam HaVaJ”A. In de rosj van de Ariech Anpien is slechts kether en chochma 
aanwezig, en zijn biena kwam van de rosj uit en berdeelde zich in Ga”R en Za”T. Abba ve 
Iema bekleden licht op Ga”R de biena en verlaten, a.h.w., de volmaaktheid, die in rosj wordt 
gewaarword, omdat bij hen is de eigenschap van biena, die niets wenst en daarom niets 
beïnvloedt haar. De IesjSoe”T neemt op zich een deel van de Za”T de biena van de partsoef 
A”A, welk deel zich onder de chaze van de A”A bevindt, waar het ontbreken van het licht 
chochma gewaarword wordt. En dit stadium heet “Brieja van de wereld Atsieloet”. 
 
186)Indien echter het gehele Heelal als één geheel te beschouwen, dan zullen wij zien, dat 
drie partsoefiem de Galgalta, A”B en Sa”G van de wereld A”K zijn de gemeenschappelijke 
rosj van het gehele Heelal. De vijf partsoefiem van de wereld Atsieloet, die zich op de ruimte 
vanaf de taboer van de wereld A”K en tot de parsa bekleden, zijn de Atsieloet van het gehele 
Heelal. Onder de parsa echter bevinden zich drie werelden BieJ”A, die tegelijkertijd zijn ook 
BieJ”A van het gehele Heelal.  
 
187)Naar hetzelfde principe worden ingedeeld absoluut alle bijzondere sfirot de sfirot. Zelfs 
malchoet de malchoet van de Asieja heeft haar rosj en goef, waarbij goef wordt ingedeeld in 
zijn chaze, taboer en siejoem raglien. De parsa, die zich onder de Atsieloet van een gegeven 
traptrede bevindt, staat in de chaze, waardoor zij beperkt wordt. Vanaf de chaze tot de taboer 
staat de Brieja van een gegeven traptrede. Vanaf de taboer tot siejoem raglien bevinden zich 
Jetsiera en Asieja van een gegeven traptrede. De sfirot ChaGa”T van elke traptrede 
overeenkomen met de Atsieloet. De onderste twee derden tieferet vanaf de chaze tot de taboer 
– dat is de Brieja, de NeH”J – Jetsiera en de malchoet – Asieja. 
 
188)Enfin, rosj van elke traptrede behoort tot het niveau kether of jechieda, of partsoef 
Galgalta. De Atsieloet (vanaf pe tot chaze) behoort tot chochma of het licht chaja, of A”B. De 
Brieja (vanaf de chaze tot de taboer) behoort tot de biena of het licht nesjama of partsoef 
Sa”G. De Jetsiera en Asieja (vanaf de taboer naar beneden) behoren tot Zo”N of lichten 
roeach en nefesj of partsoefiem М"А en Bo"N (zie tek. 3 en verder in het "Sefer haIelan"). 
  
 
219

Document Outline

  • Voorwoord
  • De "Wens om te genieten" de bouwstof van de schepping
    • Pagina 1 t/m 9
    • Pagina 10
    • Pagina 11 t/m 16
  • De vijf stadia van het scherm
    • Pagina 17 t/m 21
    • Pagina 22 t/m 25
  • Vijf partsoefiem van de wereld Adam Kadmon
    • Pagina 26 t/m 29
  • Verzwakking van de kracht van masach ter vorming van een partsoef
    • Pagina 30 t/m 36
    • Pagina 37 t/m 40
    • Pagina 41 t/m 45
  • Taamiem - Nekoedot - Tagien - Otiejot
    • Pagina 46 t/m 49
  • Rosj - toch - sof en wederzijdse bekleding van partsoefiem
    • Pagina 50 t/m 55
    • Pagina 56 t/m 64
  • Plaats van vier werelden АBaJ"А en parsa tussen de Atsieloet en BaJ"А 
    • Pagina 65 t/m 68
  • Toestanden van katnoet en gadloet in de wereld Nekoediem
    • Pagina 69 t/m 78
  • Opstijgen van Мa”N en gadloet van de wereld Nekoediem  
    • Pagina 79 t/m 85
  • Nekoedot: cholam, sjoeroek, chieriek
    • Pagina 86 t/ 91
  • Stijgen van Мa"N door Za"Т van de Nekoediem tot Аbba ve Iema en het vormen van de sfira daat 
    • Pagin 92 t/m 100
  • Het verbreken van vaten en hun vallen in de werelden BieJ”A
    • Pagina 101 t/m 111
  • De wereld van correctie, voortgebracht uit metsach van de wereld А"К
    • Pagina 112-119
  • Vijf partsoefiem van de wereld Atsieloet. М"А en Bo"N in elke partsoef. 
    • Pagina 120 t/m 133
  • Onveranderlijke toestand en stijgingen der werelden BaJ"А gedurende 6000 jaren  
    • Pagina 143 t/m 143
  • Werelden Brieja, Jetsiera, Аsieja
    • Pagina 144 t/m 154
  • Stijgingen der werelden
    • Pagina 155 t/m 179
  • Indeling van elke partsoef in kether en АBaJ"А
    • Pagina 180 t/m 188

Yüklə 1,26 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   95   96   97   98   99   100   101   102   103




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə