55
schrijven. De inhoud is overigens wel gelijksoortig aan meerdere zijner geschriften:
eene zaak, die de zee, eene die verbetering der wegen op zee betreft. Plan d'un bateau,
avec lequel on peut aller au fonds de la mer, en revenir à son gré et même naviguer
entre deux eaux. Een paar verbeteringen in den tekst zijn met de pen daar een vreemde,
fransche, hand aangebragt. Het komt neder op een vroegtijdig plan van een duikerklok,
die in alle bijzonderheden beschreven wordt en waarvan de gevaren vooruit voorzien
en weêrlegd worden. 't Is acht bladz. groot. Ik durf niet verzekeren, of men ook dat
aan het verstand van onzen Z
UMBACH
hebbe toe te schrijven. Veel pleit er voor.
Vader en zoon kochten van 1713 tot 1749 toe enkele boeken, meest uit de vakken
van wis-, natuur-, zeevaart- en vestingbouwkunde, gelijk mij uit oude
koopmansboeken bleek. De zoon plaatste vaak zijne hand in wat hem toebehoorde,
waardoor mij zijne handteekening meermalen onder de oogen kwam.
Wijlen de Dordtsche Burgemeester W
ILLEM SNELLEN
, geboren 1727, † 1791, aan
de Leidsche Hoogeschool tot een bekwaam werktuigkundige gevormd, stond langen
tijd met Dr. C
. ZUMBACH
à C
OESFELT
, in geleerden briefwissel, doch waarvan de
bewijzen omstreeks den jare 1823 verscheurd en vernietigd werden. Zie Dr. S
CHOTEL
,
Geschied-, Letter- en Oudheidkundige Uitspanningen, 1840. bl. 73, 74, 92, 93. en
de mondelinge inlichtingen van dezen thans te Leiden woonachtigen geleerde.
In het begin van den jare 1770 voelde hij zijne krachten afnemen. Hij was trouwens
in zijn 73
ste
levensjaar. Hem werd den 4
den
Januarij van dat jaar op zijn verzoek om
zijne praktijk als stads-doctor, na veertigjarige dienst,
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
56
te helpen waarnemen, toegevoegd Dr. A
BRAHAM HERCULES COPPER
; en ruim zeven
jaren later, 28 Augustus 1777 werd hij als stads-doctor ontslagen met behoud van
zijn tractement en Dr. C
OPPER
in zijne plaats benoemd. Als Assessor Collegii
Chirurgici verzocht hij zijn ontslag den 9
den
Januarij 1779, als door hoogen ouderdom
niet meer in staat zijn post waar te nemen, en zag zich, op zijn verzoek, ook daarin
door Dr. C
OPPER
vervangen.
In den zomer van hetzelfde jaar (18 Julij 1770) maakte hij zijnen uitersten wil.
Die was, gelijk meer dan ééne handeling zijnes levens geweest was, opmerkelijk.
Onder anderen legateerde hij aan het meergemelde Collegium Chirurgicum der stad
Leiden ettelijke papieren, de som van één honderd Gulden, eene grafstede, en zijn
portret, in olieverw op paneel geschilderd door zekeren
VAN ZANTEN
1
. Hij is er
voorgesteld als zittende aan eene tafel in zijn boekvertrek. Op de poot eener
penanttafel komt, daarin, ook zijn wapen voor. Het is eene witte (zilveren) golvende
streep of beek, op een groen (sinopel) veld: dus een sprekend wapen (zum Bach). De
voorstelling is van eenigzins vroegeren tijd en toont hem op vijftigjarigen ouderdom;
het bevindt zich thans op het stedelijk Archief, alwaar ook een afzonderlijk houten
wapenbord van hem voorhanden is.
Hij woonde in de Nieuwsteeg, oostzijde, in eene woning, reeds in April van het
jaar 1695 door zijnen vader gekocht, en verbleef daarin tot zijnen dood toe. Het
1
V
AN ZANTEN
is een leidsche familienaam. I
MMERZEEL
noemt slechts eenen P
IETER VAN
ZANTEN
, te Rotterdam tot 1813 gevestigd, en te Leiden in 1746 geboren. Het testament van
Z
UMBACH
noemt J
. VAN ZANTEN
als schilder. Deze is van elders niet bekend. K
RAMM
zwijgt
van beide.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
57
behoort thans aan Mevr. de Wed. S
CHRANT
.
Tot bovengemeld legaat behoorde ook, als ik zeide, zijne grafstede in de Pieters
Kerk. Zij was in 1759 door hem gekocht en bekend als behoorende aan de erven van
B
EATRIX ERPENIUS
, in de Kruiskerk n
o
. 11. In genoemd kerkgebouw, waarin hij ook
(zie boven) gedoopt was, werd, na zijn dood, een door hem zelf bij uitersten wil
voorgeschreven opschrift ingebeiteld. Boven aan staat in een rond een palmboom
1
,
om wiens stam een lint fladdert, waarop gewis eene spreuk gestaan heeft, doch die
door lang tijdsverloop ('t is een zeer betreden deel der kerk) uitgesleten is en slechts
..R PR.. te lezen geeft. Voorts daaronder 't navolgende, deels in 't latijn, deels in 't
neêrduitsch: Ad Coll. Chir. | Hier rust en is uyt den tijd | Conr. Zumbag de Coesfelt
| Med. Stads Dr. Coll. Med. | et Chir. Assess. lid der | Kon. Soc. te Berlijn. |Hij roept
| Vreest God eer gij hier zijt.
Dit alles, zonder eenige verdere vermelding van ouderdom, geboorte of sterftijd.
Maar 't slot der inscriptie is door die beknoptheid, des te treffender. De steen heeft
dan ook de zoo veel gesloopt hebbende hand van den jare 1795 overleefd en blijft
nog altijd roepen!
Hij overleed eindelijk in 83jarigen ouderdom, op den 15
den
April 1780, en werd
begraven den 20
sten
daaraanvolgenden. Hij was, zoo ver wij weten, nimmer gehuwd,
maar liet tot zijne erven eenen broeder van halven bedde na, wiens bestaan uit de
opgave der collaterale belasting bleek, doch waarvan mij overigens niets bekend is.
Tot executeurs van zijnen uitersten wil had hij benoemd Mr. J
AN CRUCIUS
, Raad en
Schepen van Leiden en Notaris J
OH. THYSEN
.
1
Waarvan de beteekenis op een zark mij onbekend bleef.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
Dostları ilə paylaş: |