Zoals
wij al hebben gezegd, in elke
partsoef zijn er twee schermen. De één in
pe de rosj, die
zegt, dat die geen genieting voor zichzelf zal ontvangen, en daarom stoot hij al het licht van
zich af. De tweede is masach de goef, die verschijnt samen met in intentie om het licht
omwille van de Schepper te ontvangen, dus hem in or chozer te bekleden. Deze masach daalt
af en stijgt samen met het licht wanneer het licht van
goef uitgaat. Het eerste scherm is
onophoudelijk in werking en bevindt zich in de geestelijke wereld. Het tweede scherm bepaalt
de ligging van klie in de rechte lijn op de schaal van nul tot
gmar tiekoen. Beide deze
schermen zijn niet tegenstrijdig met elkaar.
39) Zoals reeds is gezegd, de onderlinge botsingen van
or makief in
or pniemi veranderden de
masach van de beperkende
malchoet in de masach van de malchoet,
die een zievoeg maakt in
pe de rosj. De
bietoesj or makief verzwakte de kracht van de beperkende masach op de
manier, dat van alle
aviejoet de goef bleven alleen dunne
resjiemot over. Deze
resjiemot zijn
gelijk aan de
aviejoet van de
masach de rosj, wat leidde tot de samenvloeiing van de
masach
de goef met de
masach de rosj, waardoor de masach de goef het vermogen verkreeg tot
dezelfde
zievoeg dehakaa, als de
masach de rosj. Als gevolg van deze
zievoeg ontstond een
nieuwe
partsoef met zijn 10
sfirot op één niveau minder dan de voorafgaande. Bovendien,
vernieuwde zich in de
masach de goef dezelfde
resjiemot de aviejoet, die daar oorspronkelijk
zijn geweest. Vandaar dat het verschil van eigenschappen tussen de
masach de goef en
masach de rosj waarin de masach de goef opgenomen werd opnieuw verscheen. Dit verschil
van eigenschappen scheidt de
masach de goef van de
masach de rosj af en brengt hem van de
masach de rosj uit. Nadat in de
masach de goef zijn ware natuur is
verschenen kan hij al niet
meer in pe van de hogere zich bevinden omdat verandering van eigenschappen in het
geestelijke scheidt objecten van elkaar. Vandaar dat
masach de goef is gedwongen om van
daar naar beneden af te dalen en nu is hij van de hogere
partsoef afgescheiden, want zelfs de
rosj van de nieuwe
partsoef bevindt zich slechts op het niveau van de
goef van de hogere
partsoef, daar hij uit zijn
masach de goef is voortgebracht. Dit verschil tussen hen scheidt hen
in twee verschillende partsoefiem, en aangezien de nieuwe
partsoef uit de
masach de goef van
de voorafgaande is ontstaan, verhoudt hij zich tot de hogere als zoon en als tak ten opzichte
van wortel.
Resjiemot – dat is het
or makief, dat reeds binnen de partsoef geweest was en eruit kwam,
daarom behoudt het een bijzonder verband met de klie. Op zijn
vorige wensen maakte het
scherm al een
zievoeg de hakaa, het ontving reeds het licht, vergewiste zich, dat het alleen de
taboer bereikte en dat deze weg verkeerde is en hem niet tot de
gmar tiekoen kan leiden. Nu,
wanneer bij hem wederom de wensen zijn opgewekt om het licht omwille van de Schepper te
ontvangen, kwamen zij een niveau lager. Vandaar, dat ook het licht de nieuwe partsoef
ontving een graad minder. De eerste en de tweede porties licht worden bij elkaar opgeteld en
vormen die totale hoeveelheid licht, welke in de Malchoet van de Oneindige wereld is
binnengekomen. Eigenlijk, dient de Malchoet nu al het licht te ontvangen, dat binnen haar
vóór de Ts”A is geweest, maar dan met een nieuwe intentie, dus om niet voor zichzelf te
ontvangen, maar om daardoor een voldoening
aan de Schepper te verschaffen, dus de
Malchoet kan dat middels masach en
or chozer bereiken. De tweede partsoef onderscheidt
zich van de eerste naar zijn eigenschappen en daarom komt niet uit
pe, zoals de voorafgaande,
maar onder pe, dus hij is, a.h.w., “een hoofd lager”. Zelfs zijn hoofd wordt gezien als
goef van
de voorafgaande partsoef, omdat het uitgaat van het scherm de
goef der voorafgaande
partsoef. De tweede partsoef is helemaal het voortbrengsel van de eerste en takt zich van hem
af, als een tak van zijn boomstam. Wanneer de eerste masach in
pe de rosj het licht afstoot,
stelt hij zichzelf onafhankelijk op van de gevende. De tweede masach de goef zegt, dat hij
zelfs omwille van de gastheer kan ontvangen. Hij heeft 5
wensen en elke ervan vult de
76
partsoef voor 20 percent. En resterende wensen blijven niet-gevuld, omdat de masach geen
geschikte krachten heeft. Bij het ontvangen van het licht naar binnen daalt de tweede masach
naar beneden. Het
or makief blijft met de partsoef wisselwerken, dus het drukt en tracht de
overgebleven wensen te vullen. De
masach de goef kan het niet verdragen: hij stijgt naar
boven, komt op gelijke hoogte met de
masach de rosj te staan, en het licht verlaat de
partsoef.
De verenigde masach maakt een nieuwe
zievoeg, als gevolg waarvan ontstaat een nieuwe
partsoef, één niveau lager dan de vooafgaande en ook anders naar de lichtkwaliteit. Een
bijzonderheid bestaat daarin dat de
partsoef A”B ontstaat niet uit de
masach de rosj van de
Galgalta, maar uit de
masach de goef. Hoe kan dat, daar de
zievoeg op de
bchiena giemel
vond plaaats in de rosj van de Galgalta? Dat wordt verklaard in ‘TE”S’, deel 3, antwoord 310.
Terwijl de
masach de goef, dus masach van
de bchiena dalet in
pe de rosj steeg,
verenigde hij
zich met de
aviejoet de rosj, die ‘aviejoet van beneden naar boven’ heet, maar de
aviejoet van
de
bchiena giemel en niet dalet, omdat de aviejoet van de
bchiena dalet is masach de goef, die
nog nooit van de
aviejoet giemel gebruik maakte.
Hier kan men twee basisbegrippen onderscheiden:
Essentie. Het wezen van van deze masach bestaat daarin, dat hij
masach de goef is en stijgt in
rosj, waarbij hij van hem vulling eist. Daarom maakt de
masach de goef van de Galgalta
zievoeg op de
bchiena giemel. Wanneer de aard van de gestegen
masach gemanifesteerd
wordt, die masach ‘van boven naar beneden’ heeft, daalt hij terug in goef, maar niet in taboer,
dus
bchiena dalet, maar in chaze – de
bchiena giemel, omdat hij niet meer heeft dan in de
bchiena giemel. Deze bchiena heet niet ‘zoon en voortbrengsel’, maar
partsoef A”B pniemi
(inwendige), dus
partsoef A”B die in inwendige lege keliem van de Galgalta verspreidt,
omdat hij van de
zievoeg in rosj van de Galgalta voortgebracht werd.
Invoeging. Nadat
masach de goef in chaze afdaalt, worden resjiemot van de aviejoet ‘van beneden naar boven’
opgewekt tijdens het zich bevinden boven in de malchoet de rosj.
Het blijkt nu, dat van de
kant van A”B pniemi is dat
masach, die verspreiding van licht beperkt (
ha-mesajem) en die
voortgebracht is van de zievoeg op de aviejoet giemel in pe de rosj van de Galgalta. Echter
van de kant van de eigenschap ‘invoeging’ is hij masach, die met licht interacteert (
ha-
miezdaveget). Vervolgens trekt deze
masach opnieuw licht, maakt een
zievoeg de hakaa op de
bchiena giemel, en van de
chaze tot
pe de Galgalta komt rosj de A”B uit. De pe van A”B
bevindt zich op het niveau van chaze de Galgalta, terwijl goef van A”B verspreidt zich tot de
taboer van de Galgalta. Het blijkt nu, dat
A”B pniemi verspreidt zich in de keliem de Galgalta,
en
A”B chietson (uitwendige) bekleedt hem van buiten op die manier,
dat zelfs zijn rosj zich
op de plaats van de
goef van de Galgalta bevindt.
A”B pniemi verspreidt zich van
rosj de
Galgalta dus,
bchiena dalet binnen lege keliem van de
bchiena dalet, maar bij
A”B chietson
is er absoluut geen verbinding met de
bchiena dalet.
Twee verenigde objecten zijn volkomen gelijk naar hun wensen. In de mate, waarmee in de
masach de aan het egoïsme weerstand biedende kracht aanwezig is, wordt ook een klie in
dezelfde mate aan de Schepper naar de eigenschappen gelijk, door het licht met de intentie
omwille van de Schepper te ontvangen. De vergelijking van eigenschappen – dat is
vergelijking van intenties, maar dat betekent niet, dat beide tot één object veranderen. Zij zijn
toch twee, maar hun eigenschappen
zijn dermate gelijkend, dat op dat moment, naar ons
mening, geen enkel verschil is. Hoe meer een partsoef ontvangt, des te meer gelijkt hij op de
Schepper qua intentie en des te minder qua werking. Om met de Schepper gelijkgesteld te
worden, dient men meer egoïsme te ontwikkelen, opdat men meer zou ontvangen omwille van
Hem, maar dat zal leiden tot nog groter onderscheid tussen de Schepping en de Schepper naar
de uitwerking. Wanneer de masach in pe de rosj al het licht juist afstoot, lijkt hij naar de
77