werking, a.h.w., op de Schepper (hij ook ontvangt niet), maar
bevindt zich in een grote
vervreemding van Hem naar de intentie. De methode van zelfbeperking is een verkeerde
methode. Men hoeft niet te vasten, zich verbodden op te leggen, maar integendeel, men dient
het egoïsme juist te vergroten, en vervolgens een scherm erop te plaatsen, en werken ermee.
Dus uit twee bovengenoemde schermen juist het tweede, dus het scherm de goef, kan doen
uitgaan in het geestelijke. En indien een scherm alleen in pe de rosj is, dan is de mens als een
steen, die niets nodig heeft, er vindt bij hem helemaal geen innerlijke beweging plaats.
Duizenden jaren was het onbegrijpelijk, op welke manier het egoïsme kan leiden tot het
geestelijke, dat het Scheppingsdoel zelf voorziet een genieting. Een klie ziet niet,
wat zich
buiten hem bevindt. Al onze benamingen:
or makief, “drukt van buiten”, “dat nog niet
binnenkwam”, - dat zijn begrippen, die betrekking hebben op de taal van onze wereld en
welke voor ons noodzakelijk zijn, om ons tenminste op één of andere manier een geestelijke
handeling voor te stellen. Maar in werkelijkheid drukt geen enkel licht van buiten en er is
helemaal geen genot in hem. Het is binnen de mens, dat een klie bestaat, die een genieting zal
ondervinden, indien dit licht erbinnen zal zijn. Dus, om voldoende trek voor genieting te
hebben, moet ik mij deze op één of andere manier voorstellen en waarnemen. Het licht is een
innerlijke reaktie van een klie op één of andere uitwerking, die van de Schepper afkomt, dus
het licht beantwoordt aan ons weerstand. Alles hangt ervan af, hoe een klie zal reageren op
deze werking. Alleen
or pniemi, dat in een klie binnenkomt, is een
maat van gelijkenis aan de
Schepper. Alle
partsoefiem vanaf de Oneindige wereld tot aan onze wereld, ontstonden naar
één en hetzelfde principe: de lagere is uit de hogere voorgebracht. De mens dient nooit te
denken, wat zal met hem verder gebeuren. Men moet altijd van het gegeven ogenblik,
gegeven minuut gebruikmaken en onophoudelijk trachten de diepte in door te dringen. Van
dit verschijnsel zal het volgende ontstaan, maar men hoeft niet te wachten totdat het aanbreekt
en ook niet te denken hoe zal het eruitzien. Het uitkomen in de geestelijke wereld hangt juist
van het innerlijke doordringen in het heden af.
40)Het onderscheid tussen lagere en hogere is daarin besloten, dat elke lagere verschijnt op
een ander, lager niveau in vergelijking met de vooafgaande. Zoals reeds is gezegd, dit niveau
wordt bepaald door de dikte (
aviejoet) van de masach, die uit vijf
bchienot bestaat. In elke
volgende
partsoef ontbreekt de hoogste lichtgraad en de laagste
bchiena van de keliem van de
voorafgaande partsoef. Hoe mindere
wens met een scherm ik gebruik, des te lagere kwaliteit
van het licht ontvang ik in mijn partsoef. De onderlinge botsing van
or makief met
or pniemi,
die op de masach, welke hen scheidt, plaatsvindt, draagt bij het verloren gaan van de laatste
bchiena van de aviejoet van deze masach. Zo, verdwijnt in de
partsoef Galgalta de
bchiena
dalet op de manier, dat zelfs de
resjiemot ervan niet overblijven. Nadat de
masach de goef
stijgt en samenvloeit met de
masach de pe, en ontvangt een
zievoeg dehakaa op de
aviejoet,
die in de resjiemot van de masach is overgebleven, verschijnt een partsoef op één niveau
lager, dus
partsoef chochma. Er ontbreekt erin de
bchiena dalet van
de kant van keliem en het
licht
jechieda. Vanwege de verandering van eigenschappen wordt de
partsoef A”B van de
partsoef Galgalta afgescheiden in een zelfstandige partsoef, maar deze als zijn zoon wordt
geacht.
Ik kan 20 percent uit vijf porties opeten, en dat betekent, dat ik ontving or jechieda en de
bchiena dalet. Volgende keer ontstaat een partsoef met een minder licht, dus or chaja en klie
giemel. Vervolgens – or nesjama en klie beth, daarna een partsoef met or roeach en klie alef
en als laatste met or nefesj en klie sjoresj. Daarop worden de wensen hernieuwd en op hun 20
percent ontstaan vijf partsoefiem van de wereld Atsieloet e.d., totdat alle wensen van de
Malchoet van de Oneindige wereld gebruikt worden. Alle partsoefiem van vijf werelden
ontvingen evenveel licht, als het was in de Malchoet van de Oneindige wereld, maar
78
geleidelijk en middels het scherm. En welke portie wij zouden nemen,
zij zou beslist uit vijf
delen bestaan, hoewel zij zeer klein kunnen zijn. Een klie is gecreëerd uit vijf wensen, en het
is noodzakelijk om een zievoeg dehakaa op elke van hen te verrichten. Als keliem van een
mens niet gecorrigeerd zijn, dan hoe minder egoïsme hij heeft, des te dicht bij de Schepper is
hij. Wanneer bij een mens een scherm verschijnt, dan hoe meer zijn egoïsme is, des te beter
het is, des te dichter bij de Schepper is hij. Alles hangt van de aanwezigheid van het scherm
af. Om een klie bruikbaar te maken, is het nodig, dat het licht eerst erin binnenkomt, en
vervolgens volledig verdwijnt. Dan wordt een klie volkomen van de Schepper verwijderd en
bij een verdere correctie zal hij in staat zijn om zijn keuze te maken en wederom met de
Schepper samen te vloeien.
Het uitgaan in het geestelijke is alleen mogelijk, indien er een scherm aanwezig is op al je
wensen.
En indien er geen wensen zijn, dan is ook de masach niet nodig. Dus, de mens die
geen wensen heeft kan in de geestelijke wereld niet uitgaan, daar hij niets te corrigeren heeft.
De weg langs de geestelijke traptreden verloopt door 3 lijnen (of paden): linkerlijn, rechterlijn
en middelste lijn. Naarmate de verkrijging van aanvullende porties van het egoïsme, stelt de
mens er een steeds sterker scherm op. Tussen het scherm en het licht vindt een zievoeg
dehakaa plaats, als gevolg waarvan de mens ontvangt een nieuwe portie licht en stijgt op het
volgende niveau. Indien een mens grote wensen heeft, maar hen weerstand biedende kracht
(scherm) klein is, dan ontvangt hij het licht volgens zijn scherm en brengt een kleine partsoef
voort. Vervolgens, wanneer hij in staat zou zijn, om aan een nieuwe portie van het egoïsme
weerstand te kunnen bieden, zal zijn partsoef worden uitgebreid e.d. tot aan het verkrijgen van
het scherm op absoluut al zijn wensen. Dat heet
gmar tiekoen. Hoe groter de mens is,
des te
meer wensen hij heeft, en des te sterker scherm hij heeft. Daarom heeft zulke mens grote
bevattingen, daar hij in staat was zijn meest grove wensen te bedwingen. Wensen worden aan
een mens van boven slechts dan gegeven, wanneer hij erop een correctie zou kunnen
verzoeken.
De nietige wensen van onze wereld, dus ner dakiek, dermate ons hoofd op hol brengen,
dermate onze gedachten bezighouden en de baas over ons spelen, dat wij niet weten, wat wij
ermee moeten doen, hoe ons ervan te bevrijden. Heel ons leven is verbonden met een
zoektocht naar het opvullen van deze dierlijke wensen. Het egoïsme zelf kan men niet
vernietigen, men kan alleen schermen van twee typen erop te stellen: aanvankelijk niet voor
zichzelf te ontvangen, en vervolgens te ontvangen omwille van de Schepper. Een
zievoeg
dehakaa doet
zich in rosj voor, dus er wordt een berekening gemaakt, hoeveel kan ik
ontvangen omwille van de Schepper. Na de berekening vindt het ontvangen van het licht in de
goef vanaf
pe tot aan de
taboer.
Taboer – dat is de grens van het ontvangen met de intentie
omwille van de Schepper. Het licht, dat de klie niet kon ontvangen, dus
or makief, zegt, dat
men dient nog meer te ontvangen, want anders kan men het scheppingsdoel niet tot vervulling
brengen. Maar een klie weet, dat meer te ontvangen omwille van de Schepper hij niet in staat
is, dat indien hij het nog een beetje ontvangt, zal het al voor zijn eigen genieting zijn. Er is
geen andere uitweg, dan door deze toestand te verlaten, dus al het ontvangen licht uit te
storten. Een klie begrijpt, dat indien hij in het vervolg wel zou kunnen ontvangen,
dan zal het
zeker niet die hoeveelheid zijn, welke hij nu ontving, maar minder en met mindere kracht van
de
masach.
De masach verzwakt, stijgt in
pe de rosj samen met dezelfde
resjiemot, die hij van 4 lichten in
4 keliem ontving. De
aviejoet dalet was verloren in de
taboer na
bietoesj or makief in de
masach, daarom kan een klie in het vervolg geen
or jechieda ontvangen. En voor de
resterende niveau van de aviejoet hij maakte nog geen beperkingen, vandaar, dat hij nog niet
79