Socialized Choices - Labour Market Behaviour of Dutch Mothers
220
natuurlijke rol beschouwen om de meeste onbetaalde gezinstaken uit te voeren,
wat vaak neerkomt op 80 procent van de taken voor de moeders en 20 procent
voor de vaders.
Opmerkelijk is dat de kwalitatieve studie liet zien dat, ondanks vergelijkbare
arbeidsurenwensen, fulltime huisvrouwen iets meer egalitair lijken dan moeders
met kleine deeltijdbanen. De negatieve ervaring van het helemaal alleen runnen
van een huishouden, het feit dat ze het werk missen, en de vaak onthutste of
verontruste reacties van hun sociale omgeving op hun ‘keuze’
om fulltime
huisvrouw te zijn lijkt de algemene rolopvatting van fulltime huisvrouwen
egalitairder te maken. Bovendien lijken ze arbeidsmarktkeuzes van andere
moeders niet te willen veroordelen: iedereen moet doen wat ze wil. De bevinding
is een voorbeeld van het dynamische en wederkerige karakter van attitudes en
gedrag. Toch pasten huisvrouwen hun opvattingen niet aan om hun huidige
levenswijze te rechtvaardigen, zoals zou worden gesteld door (cognitieve)
dissonantie-theoretici (Festinger et al., 1956; Kroska en Elman, 2009). Eerder
bleek het tegenovergestelde het geval: fulltime huisvrouwen werden – tegen de
stroom in – bijna meer egalitair. Mogelijk willen zij de keuzes van andere
moeders
niet veroordelen, in reactie op de commentaren die zij zelf op hun eigen
manier van leven krijgen.
De kwalitatieve resultaten lieten ook zien dat ondanks verschillen tussen de
attitudes van moeders, er ook veel overeenkomsten zijn tussen hun persoonlijke
levensverhalen. Bijna alle geïnterviewden bleken opvallend tevreden over de
taakverdeling met hun echtgenoten en waren terughoudend in het uiten van
ontevredenheid. Het kan zijn dat ze hun mannen niet willen bekritiseren, wat
tegen het westerse ideaalbeeld van de romantische liefde in zou gaan (Beagan et
al., 2008, p.656; Kane en Sanchez, 1994, p.1081). Het kan ook een gevolg zijn
van de hedendaagse notie van keuzevrijheid, waarin mensen verantwoordelijk
zijn voor hun eigen keuzes (Everingham et. al. 2007).
De idee van eigen
verantwoordelijkheid kan leiden tot interne dialogen zoals: ‘als ik niet tevreden
ben, maar het ligt aan mijzelf, dan kan ik maar beter niets zeggen’. Dergelijke
mechanismen, die vaak als heel persoonlijk worden ervaren, kunnen tot
sluimerende conflicten tussen echtgenoten leiden. Dit houdt in dat er geen
openlijk conflict is, ondanks dat tenminste een van hen de situatie als ongewenst
beschouwt. Toch bleek vaker uit de verhalen van de geïnterviewden de
aanwezigheid van een ‘onzichtbare’ macht, de macht van de vanzelfspre-
kendheid. De echtelijke relatie wordt gekenmerkt door geaccepteerde normen en
vanzelfsprekende ideeën over de ‘natuurlijke’ verschillen
tussen mannen en vrou-
wen, terwijl in feite een situatie van ongelijkheid bestaat (Komter, 1990a).
Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de ‘acceptatie’ van ongelijkheden wordt
ondersteund door collectieve of gedeelde herinneringen (die functioneren als
vader de grootste bijdrage levert aan het gezinsinkomen en de moeder het leeuwendeel van de
onbetaalde zorg- en huishoudelijke taken voor haar rekening neemt, maar ook in deeltijd betaald
werk verricht.
Dutch Summary - Ingebedde keuzes, onzichtbare beperkingen
221
‘mentale codes’) aan hun eigen vaders. Uit de bevindingen van het kwalitatieve
onderzoek kwam naar voren dat moeders
de beelden van hun vaders, zittend op
de bank met een krant, nog scherp op het netvlies hadden staan. In vergelijking
daarmee zijn de bijdragen van hun eigen mannen in het huishouden en bij de
opvoeding een grote verbetering.
Toch interpreteren moeders de ‘ongelijkheden’ op verschillende manieren en
heeft hun ‘acceptatie’ steeds een ander karakter. Moeders met traditionele/
adaptieve attitudes zagen geen ongelijkheden, zij beschouwden het als een
natuurlijke situatie (moeders met kleine deeltijdbanen), of vonden dat ze niet
mochten klagen omdat ze zelf geen betaald werk hadden (thuisblijfmoeders).
Egalitaire moeders vonden het min of meer normaal dat hun mannen een groot
deel van het onbetaalde
werk op zich namen, maar leken resterende
ongelijkheden te accepteren, zoals het regelen van een babysitter en het kopen
van cadeautjes voor vrienden van hun kinderen.
Persoonlijke arbeidsattitudes
Slechts twee arbeidsattitudes oefenden een positief effect uit op de
arbeidsurenwens van de moeder: “Werken (betaald) vind ik leuk “ en “Ik werk
om economisch onafhankelijk van anderen te zijn”. Dit resultaat kan een gevolg
zijn van het feit dat in de vragenlijst respondenten werden gedwongen om hun
meest
relevante attitudes te kiezen, doordat ze maar drie van de elf stellingen over
hun werk- en levenshouding konden kiezen. Van de geënquêteerde moeders koos
slechts 30 procent voor de mogelijkheid “Ik werk om economisch onafhankelijk
te zijn”, terwijl in het geval respondenten alle mogelijke werk en levensstellingen
kunnen kiezen, 74 procent van de moeders bevestigt dat zij het belangrijk vindt
om economisch onafhankelijk te zijn (Merens et al., 2011, p.99). Door de
specifieke vragenlijst kozen moeders waarschijnlijk alleen hun sterkste
persoonlijke attitudes, die consistent en makkelijk oproepbaar
in hun geheugen
waren (Ajzen en Fishbein, 2005).
In het kwalitatieve onderzoek onderschreven bijna alle geïnterviewde moeders
de intrinsieke waarden van werk, zoals het doen van iets nuttigs voor de samen-
leving, zelfontplooiing en sociale contacten, maar tegenover carrière-ambities
stonden ze afwijzend. Uit verschillende eerdere onderzoeken is al gebleken dat
mannen, in tegenstelling tot vrouwen, meer hechten aan instrumentele
arbeidswaarden, zoals salarissen, carrières en aanzien (Merens et al., 2011). Dit
is, in lijn met
de redenering van deze studie, vermoedelijk omdat de meeste
moeders niet hebben geleerd om die aspecten van werk na te streven.
Interessant is dat de geïnterviewde moeders duidelijk van elkaar verschilden
wat betreft één arbeidsattitude, grotendeels in overeenstemming met de
kwantitatieve resultaten. Moeders met een egalitaire attitude zeiden dat zij onder
meer werken om economisch zelfstandig te kunnen zijn. Voor vrouwen die
hechten aan hun economische onafhankelijkheid, lijkt het - net als voor mannen -