Microsoft Word Socialized Choices 31-12 pod docx



Yüklə 2,33 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə93/111
tarix12.08.2018
ölçüsü2,33 Mb.
#62363
1   ...   89   90   91   92   93   94   95   96   ...   111

Socialized Choices - Labour Market Behaviour of Dutch Mothers 
214 
De studie begint daarom met een schets van de sociaalhistorische achtergrond 
van Nederland in relatie tot de arbeidsparticipatie van vrouwen (hoofdstuk 1). 
Hierin wordt duidelijk waarom Nederlandse moeders tegenwoordig voornamelijk 
in deeltijd werken en ook waarom zij nog steeds het grootste deel van de 
onbetaalde zorgtaken op zich nemen, (Bucx, 2011; Kloek, 2009; Tijdens, 2006; 
Pott-Buter, 1993). De belangrijkste institutionele en culturele keerpunten in 
relatie tot moeders arbeidsmarktgedrag komen specifiek aan bod. Zo is daar de 
langdurige Nederlandse traditie van’ trotse ‘huisvrouwen (Kloek, 2009), die eind 
jaren ‘60 door het pleidooi van Joke Smit sterk werd ondermijnd (1967). In de 
jaren ‘80 waren er de typisch Nederlandse ‘polder’-oplossingen, die, als remedies 
voor de teruglopende economie, mogelijkheden voor deeltijdwerk creëerden. 
De huidige Nederlandse sociale instituties - zoals de arbeidstijdwetgeving, ou-
derschapsverlofsystemen, openingstijden van scholen, kinderopvang-
mogelijkheden – en de informele sociale normen stimuleren moeders om in 
deeltijd te werken (Kremer, 2007; Merens et al., 2012; Plantenga, 2002, 2008). 
De beschikbaarheid en mogelijkheid van deeltijdwerk worden gezien als een 
‘luxe’ (Van Doorne-Huiskes en Schippers, 2010; Wiesmann et al., 2010). Toch 
zijn de negatieve gevolgen van deeltijdwerk, als het gaat om salaris en carrière, in 
Nederland dezelfde als in andere welvarende landen (Keuzenkamp et al., 2008, 
p.10). Bovendien lijkt de ‘deeltijdstandaard’ voor moeders te hebben geleid tot 
een dubbele moraal in onze samenleving: aan de oppervlakte lijkt de 
mogelijkheid om in deeltijd te werken voor vrouwen een ‘vrije keuze’, maar 
eigenlijk wordt er van hen verwacht dat zij in deeltijd werken en de zorg voor de 
kinderen maar met mate uitbesteden. De dubbelzinnige impliciete normen zorgen 
voor een onzichtbare begrenzing van de opties van moeders, met betrekking tot 
een carrière maar ook ten opzichte van het thuisblijfalternatief. Het is daarom niet 
verwonderlijk dat de meeste Nederlandse moeders in deeltijd werken, het is 
eerder opmerkelijk dat er ook moeders zijn die niet werken en een kleine groep 
moeders fulltime werkt. In 2010 zagen we dat 32,4 procent van de moeders niet 
werkte, 42,5 procent werkte tussen de 12 en 24 uur, 13,8 procent werkte 25 tot 35 
uur en 11,3 procent werkte 36 uur of meer (CBS-Statline, 2011).  
In deze studie wordt betoogd dat die heterogene gedragingen kunnen ontstaan, 
omdat moeders gelijke situaties verschillend waarderen en beoordelen. Het onder-
zoek is gewijd aan het verkennen van de sociale oorsprong van die uiteenlopende 
percepties van moeders ten aanzien van werk. Het voornaamste doel is het bloot-
leggen van de diverse patronen in de besluitvormingsprocessen van moeders met 
betrekking tot werk en de socialisatieprocessen die hierop van invloed zijn 
geweest. 
De studie maakt gebruik van een aantal theoretische inzichten uit de sociale 
psychologie en de micro-economie, maar het belangrijkste onderzoeksgebied om 
het diverse arbeidsmarktgedrag van moeders te verklaren is afgeleid van de 
microsociologie (hoofdstuk 2). De interpretatie van het sociale leven op het 
microinteractionele niveau heeft zijn oorsprong in de fenomenologie en het 
symbolisch interactionisme (Berger en Luckmann, 1967; Layder, 1994; Mead, 


Dutch Summary - Ingebedde keuzes, onzichtbare beperkingen 
215 
1934; Wallace en Wolf, 2006). Deze school van de sociologie begint vanuit de 
context van het individu. Mensen definiëren hun sociale situaties zelf en die eigen 
definities beïnvloeden hun gedrag. Menselijke activiteit kan zodoende niet 
begrepen worden zonder aandacht te schenken aan de subjectieve betekenissen 
die mensen toedichten aan hun situatie (Wallace en Wolf, 2006, p.202). Daarbij 
wordt verondersteld dat de perceptie van de realiteit door mensen afhankelijk is 
van hun voorafgaande socialisatieproces op microniveau, waarbij mensen de 
sociale verwachtingen van betekenisvolle  anderen in hun omgeving hebben 
geïnternaliseerd (Berger en Luckmann, 1967; Bandura, 1977). De gesocialiseerde 
(of geïnternaliseerde) waarden en attitudes van een moeder kleuren haar perceptie 
van wat normaal en mogelijk is en van wat anderen van haar verwachten. Al deze 
‘sociale’ percepties beïnvloeden haar rolopvattingen en attitudes en vervolgens 
haar wensen en gedrag ten aanzien van werk. De centrale aanname is dat de 
arbeidswensen en beslissingen van een moeder niet enkel zijn gebaseerd op haar 
huidige, misschien toevallige, omstandigheden, maar zijn ingebed in haar vooraf-
gaande sociale biografie.  
De eerste theoretische veronderstelling is dat moeders een voorkeur hebben 
voor een bepaald aantal uren dat zij willen werken, en dat deze arbeidsurenwens 
hun arbeidsmarktgedrag beïnvloedt. Hiermee volg ik de redenering van de –
sociaalpsychologische - theorie van Gepland Gedrag van Ajzen (Ajzen, 1991). De 
theorie veronderstelt dat gedrag wordt gestuurd vanuit een intentie. Hoe sterker 
de intentie is, hoe groter de kans dat de persoon ook daadwerkelijk dat gedrag 
vertoont. Intenties zijn gebaseerd op de attitudes van de persoon, de verwachte 
goedkeuring van ‘significante anderen’ en de ervaren gedragscontrole. 
Sociologen hebben ook de waarde aangetoond van het betrekken van gender- en 
arbeidsattitudes van vrouwen bij het verklaren van hun arbeidsmarktgedrag, maar 
zij richten zich in het algemeen niet op de mogelijke intermediërende rol van 
concrete intenties, hier gedefinieerd als de arbeidsurenwens, tussen attitudes en 
arbeidsmarktgedrag.
55
 Het eerste doel van deze studie is dan ook om de 
afzonderlijke rol van de arbeidsurenwens in het besluitvormingsproces te 
onderscheiden. Inzicht in de invloed van de arbeidsurenwens op arbeidsmarkt-
gedrag is belangrijk omdat juist het idee dat wensen (en daarmee gedrag) vrij zijn, 
een belangrijke rol vervult in het huidige discours van keuzevrijheid.  
De tweede focus van de studie is te laten zien dat de arbeidsurenwens van 
moeders niet los staat van hun sociale context, maar daarin zijn gevormd en 
ingebed. Ik beschouw arbeidsmarktgedrag als een uitkomst van een proces van 
opeenvolgende besluitvormingsmomenten, als een weg die bestaat uit onderling 
afhankelijke stappen; elke volgende stap hangt af van de voorafgaand genomen 
beslissing. Wel of niet naar school gaan, een ‘streber’ zijn of niet, het al dan niet 
kiezen voor de juiste vervolgopleiding: al deze en volgende loopbaanbeslissingen 
en -stappen  kunnen niet gemakkelijk worden bijgesteld of ongedaan gemaakt. 
                                                           
55
  Arbeidsurenwensen worden in deze studie gemeten als het aantal uren per week dat een moeder 
wil werken.  


Yüklə 2,33 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   89   90   91   92   93   94   95   96   ...   111




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə