haar hun voorwaarden zouden stellen.
Het is nodig, dat in haar een volledige vrijheid van
wilsuiting zal ontstaan alsmede de mogelijkheid van eigen wensen en handelingen, die gericht
zouden zijn op de correctie van haar egoïstische wensen en de geestelijke vooruitgang de
Schepper tegemoet. De eerste zelfstandige beslissing van de
malchoet was de wens om zich
qua eigenschappen aan de Schepper gelijk te zijn. Daarom maakt zij de eerste beperking op
haar wens om te ontvangen, dus de
bchiena dalet, en laat deze zonder licht achter. Vervolgens
schept zij werelden van boven naar beneden. De geestelijke werelden zijn niets anders dan de
fasen van het verhullen van het licht van de Schepper van de Schepping. Dat zijn gordijnen en
schermen. Die zijn er vijf in totaal: werelden A”K en ABieJ”A. Door de werelden van boven
tot het meest lage punt beneden geschapen te hebben, kwam de schepping zich in een absolute
leegte en duisternis te bevinden, dus zij voelt de Schepper in het geheel niet. Vervolgens daalt
de schepping nog lager, wanneer zij zelfs niet begrijpt, dat zij de Schepper niet voelt.
In deze
toestand bevindt zich de gehele mensheid. Wanneer de mens als gevolg van zijn leren begint
ergens uit de verte waar te nemen, dat
or makief op hem schijnt, dat ergens achter al deze
dingen de Schepper Zich verhult, die al deze dingen bestuurt, dat elk verschijnsel zijn eigen
oorzaak en gevolg heeft, dan betekent dat, dat de mens zich al op een bepaald geestelijk
niveau bevindt, welk
Olam Haze heet. Nu bestuderen wij de opbouw van boven naar beneden
van alle schermen, gordijnen, werelden, die de Schepper van de
malchoet verhullen.
Vervolgens, indien de
malchoet door de kracht van haar eigen wens een scherm zal creëren,
dat haar van licht-genot beschermt, dan zal zij met dit scherm, a.h.w.
gelijk komen te staan,
dus met deze traptrede, en het scherm dient voor haar als onthulling van de Schepper. Indien
de mens zelf wenst om alle 620 wetten van de openbaring van de Schepper te vervullen, dan
houden zij voor hem op beperkende te zijn, en dan op elke traptrede het met haar
overeenkomende scherm zal worden geneutraliseerd. De mens verkrijgt de eigenschappen van
het scherm, en het heeft geen zin om de Schepper in deze fase te verhullen, daar er geen
gevaar bestaat, dat de mens dit licht voor een eigen genieting zal ontvangen. De kabbalisten
bevatten al deze processen aan zichzelf bij een beweging van beneden naar boven, na eerst het
neerdalen van de werelden van boven naar beneden te hebben bestureerd. Aan de ene kant het
bestuderen van de Kabbala is noodzakelijk als een kennis, maar aan de andere kant dient de
mens het bestudeerbare aan zichzelf te gevoelen.
36)Nadat de
partsoef A”B de A”K werd voortgebracht en zijn ontwikkeling beëindigde door
het vormen van
rosj en
goef, werd in hem het proces van
bietoesj pniem oe makief hervat, net
zoals in de eerste
partsoef de A”K. Ook zijn
masach de goef (scherm van spiritueel object –
vert.)
verloor geleidelijk zijn aviejoet en verbond zich qua zijn eigenschappen met
masach de
rosj. Nu blijkt deze
masach ingevoegd te zijn in
zievoeg tussen het hoge licht en het scherm,
die zich in pe de rosj bevinden. En tevens
zievoeg de hakaa is in hem vernieuwd, die een
nieuwe
partsoef van het niveau
biena voortbracht, die
Sa”G de A”K heet en die de zoon
wordt en voortbrensel geacht van de
partsoef A”B de A”K, omdat hij uitkomt als gevolg van
zievoeg in masach, dat in
pe de rosj staat. Naar hetzelfde principe komen
partsoefiem vanaf
Sa’G en verder naar beneden uit.
Zoals het reeds gezegd was, de tweede
partsoef A”B van de wereld A”K vormde zich nadat
de eerste
partsoef, Galgalta, na
bietoesj pniem oe makief te
hebben ondervonden, storte al het
licht uit en verenigde het scherm de
goef met het scherm in
pe de rosj. Vervolgens ook de
A”B begon druk van deze twee lichten te voelen en ging zich naar hetzelfde principe als
Galgalta te gedragen. Dus hij begon zich van zijn
aviejoet giemel te ontdoen, deed het scherm
van de
goef in
pe de rosj stijgen, waar zich onophoudelijk
zievoegiem voordoen, en werd aan
hem qua eigenschappen gelijk. Dat betekent, dat het ophoudt te ontvangen en te genieten
omwille van de Schepper. Daarna op dit scherm vindt een nieuwe
zievoeg dehakaa plaats,
72
maar op een nieuwe portie van het egoïsme, die met het niveau biena overeenkomt. Zo
vormde zich de derde
partsoef Sa”G de A”K, die als de zoon en nakomeling van
A”B de A”K
wordt geacht. Naar hetzelfde principe ontstonden alle resterende
partsoefiem vanaf Sa”G en
verder naar beneden. Wanneer de
Malchoet van de Oneindige wereld de Ts”A maakte en
stelde een scherm op, dan bevonden zich tussen
haar en de Schepper vier bchienot. Via deze
vier
bchienot bereikt het licht haar niet, en zij begrijpt zich absoluut van de Schepper
verwijderd te zijn. Dat is een verschrikkelijke toestand, wanneer zij bereidt is om zich geheel
van alle oneindige genieting te ontdoen, de toestand, welke verandert in vreselijk leed, pijn en
verbittering. Nu, dankzij het scherm, begint zij het licht van vier
bchienot te zien en begrijpt,
dat de Schepper wenst, dat zij geniet. Zij maakt een berekening en ontvangt één of ander
lichtdeeltje, een kleine sector van
pe tot
taboer. Zodra zij dit klein deeltje licht ontving, begint
zij in de taboer en eronder druk te ondervinden van het
or makief, dat ongeacht de Ts”A in
haar binnen wenst te komen.
De
malchoet bevindt
zich in de patstelling, zij kan immers het licht nog niet ontvangen,
daarom dient zij op één of andere manier van deze toestand eruit te komen. En de uitweg is
om tot de uitgaande toestand terug te keren. Maar, door het eerste scherm geplaatst te hebben,
maakte zij al een gordijn tussen haar en de Schepper, dus door de eerste
partsoef te vormen en
in hem 20 percent licht te hebben ontvangen. En wat moet zij doen, wanneer 80 percent licht
bij haar aankomt? De oplossing is, om met minder egoïsme trachten omwille van de Schepper
te werken en er een scherm op te bouwen. Indien eerder kon zij zich aan de Schepper
gelijkstellen voor 20 percent, dan probeert zij nu dat te doen in een nog kleinere mate, door
het scherm ter ontvangst van 15 percent licht te plaatsen. Op die manier, is de
malchoet al
door twee schermen van de Schepper afgescheiden, en zij verwijdert zich nog verder van
Hem. Door deze
partsoefiem te vormen, tracht de
malchoet om aan de eigenschappen van
sjoresj, alef, beth, giemel te te gelijken. Maar zij zelf blijft een egoïstische kern te zijn, die
tsiemtsoem verrichtte.
Door aan de Schepper in de bchienot sjoresj, alef, beth, giemel gelijk te
zijn geworden, scheidde zij zich met deze
partsoefiem van de Schepper middels een lege
ruimte, a.h.w., af. Nu, door zich in een volledige leegte te bevinden, kan zij zelf naar een
manier zoeken om aan de Schepper gelijk te worden. Hoewel aan de ene kant, kennen wij
deze
partsoefiem de eigenschappen van levende wezens toe, dienen wij aan de andere kant te
begrijpen, dat zij, in feite, levenloze zijn. Zij stellen verzwakkende schermen voor, die de
geestelijke genieting van de egoïstische wens om te genieten afschermen. Alleen de ziel van
de mens, waarover wij later zullen spreken, voelt de Schepper en daarom alleen zij een
levende wezen is. Alle andere objecten, zijn naar hun essentie niet meer, dan robots,
die door
de Schepper geprogrameerd zijn voor het uitvoeren van die of andere functie, welke hoe dan
ook met de correctie van de ziel van de mens verbonden is.
Alle nieuwgevormde
partsoefiem en traptreden bestaan tegelijkertijd met hun vorige
toestanden. Men kan het met een film vergelijken. Een filmband, dat doorgedraaid is,
verdween uit ons gezichtsveld, maar het bestaat, a.h.w., in een verstijfde staat. Dus elke
voorafgaande
partsoef stelt een kader van dit filmband voor. De gehele film, vanaf het eerste
moment en tot het laatste, is zeer veelzijdig, dus er vinden in haar gigantisch grote
hoeveelheden handelingen plaats, maar allen samen vormen zij, als gevolg van het
samenvloeien van tegenwoordige, verleden en toekomstige toestanden, één bol,
dus een
gesloten systeem. De onderstaande
partsoefiem kunnen invloed uitoefenen op de
bovenstaande, omdat via hen ontvangen zij licht uit de Oneindige wereld. De
partsoef A”B,
bijvoorbeeld, die licht van de
Galgalta ontvangt, dwingt de
Galgalta om zich ook te
veranderen, daar het licht dat via haar doorloopt, al gelijkenissen met de eigenschappen van
de A”B vertoont, wat ook haar doet veranderen. Vandaar is al de veelvlakkigheid, correlatie,
73