Inleiding tot de wetenschap Kabbala



Yüklə 1,26 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə44/103
tarix22.10.2018
ölçüsü1,26 Mb.
#75506
1   ...   40   41   42   43   44   45   46   47   ...   103

in het geestelijke geen halfslachtige beslissingen bestaan, kunnen wij voor ons een conclusie 
trekken – indien wij wensen om het geestelijke te bevatten, dan dienen wij dat te verkiezen 
boven alles, en tot het einde te gaan. 
 
49)De resjiemot (herinneringen), welke in de goef van de partsoef van de taamiem 
overblijven, heten tagien. De resjiemot, welke van de traptreden nekoedot overblijven, heten 
otiejot, of keliem. De tagien, dus de resjiemot van de lichten taamiem, bevinden zich boven de 
letters (otiejot), welke laatsten juist echte keliem zijn en otiejot doen ze herleven. Dus, tien 
sfirot, die ontstonden als gevolg van de eerste zievoeg dehakaa en erop volgende directe 
verspreiding van het licht van boven naar beneden, heten taamiem. Tien sfirot, om precies te 
zijn, tien tussentijdse partsoefiem (of vijf – hangt van datgene af, of men Z”A als één sfira 
beschouwd of als zes), die ontstonden als gevolg van negen (vier) tussentijdse zievoegiem
welke deden zich tijdens het stijgen van de masach van de taboer in pe, heten nekoedot
Resjiemot van taamiem heten tagien, en resjiemot van nekoedot – otiejot. 
 
Niets verdwijnt en niets verschijnt, maar alles hangt van de verhouding van de partsoef tot het 
licht af, dus gewaarwordt hij hem als een genieting of als een duisternis. De Malchoet van de 
Oneindige wereld gewaarwordde het licht als een egoïstische genieting, vervolgens zag zij in 
dit licht een leegte, en daarom verdween het, a.h.w. (in de taal van de Kabbala zegt men, dat 
de Malchoet het licht uit zichzelf “verjoeg”). En nu geldt voor haar als een genieting niet het 
egoïstische ontvangen, doch het ontvangen omwille van te geven. Een vulling van de 
Malchoet vanaf pe tot de taboer – dat is een waarneming van genieting door  geven aan de 
Schepper. Vervolgens verliest de malchoet, door het ontbreken van kracht om deze genieting 
te behouden, haar wens ervoor, en het gaat weg. Maar een herinnering aan deze genieting 
blijft en deze herinnering heet resjiemo, dus het licht schijnt, a.h.w., uit de verte van buiten 
aan deze partsoef. Maar in werkelijkheid alle waarnemingen bevinden zich binnen, en dat 
men zegt van buiten, is puur denkbeeldig. Er bestaan tientallen typen resjiemot 
(herinneringen) en alle van hen zijn gevoeld, natuurlijk, van binnen. Or makief is ook niet van 
buiten, het is in mij, maar de houding t.o.v. hem is nu anders. Wij dienen te leren denken 
innerlijk, terwijl wij de hele aandacht, gedachten, zich geheel ‘in zichzelf’ te keren. Het zich 
bevrijden van genieting vormt in de mens keliem. Een mens ondervond al de voorafgaande 
toestand, had deze doorgelopen, gewaarwordde al zijn metamorfosen, en kan overstappen tot 
de volgende staat. Zonder een toestand van het gevuld zijn en het volgende leegmaken, is het 
onmogelijk om een echte klie te verkrijgen. Al deze toestanden: ik wens het geestelijke of heb 
meer strevingen naar dierlijke genietingen of minder – alleen dat bepaalt de vooruitgang van 
de mens. Het hangt van ons niet af, hoeveel traptreden te doorlopen, maar hangt wel af, in 
welke tempo dat te doen. Dat betekent, dat de mens kan de duur van de correctie verkorten 
(“Israël verkort de tijd”), juist daarin ligt de voornaamste taak van de Kabbala.  
 
Het blijkt nu, dat taamiem, dus het verspreiden van het licht van boven naar beneden, stipt 
slechts contouren van de toekomstige partsoef aan. Dat is slechts kether, een schets, een 
ontwerp van de tien toekomstige sfirot. Nekoedot – dat zijn 10 sfirot, die ontstaan al aan de 
hand van de contouren, welke middels taamiem zijn omlijnd. Nekoedot – dat is de volgende 
fase van het vormen van een partsoef, een klie. Tagien – dat zijn tien sfirot; ook zij worden 
aangebracht aan de door taamiem en nekoedot eerder gevormde contouren. Otiejot – dat zijn 
tien sfirot, welke ontstonden al na de uitstorting van het licht. Juist otiejot, dus een toestand, 
wanneer er geen licht is, maar wel een sterkste wens aanwezig is om hem te ontvangen, - dat 
is dan het eindstadium van de klieontwikkeling. Dat dient men goed te onthouden, omdat in 
alle partsoefiem vindt een verzwakking van het scherm plaats, de uitstorting van het licht en 4 
typen licht: taamiem, nekoedot, tagien en otiejot. Dat betekent, dat wanneer het licht 
 
89


binnenkomt – dat is licht; wanneer uitgaat – ook licht, maar tevens resjiemot – dat is ook licht, 
maar het schijnt met kleine intensiteit, omdat men kan het niet inhouden. Wanneer de mens 
stijgt in zijn correctiewerk van beneden naar boven, dan bestaan binnen hem al deze 
resjiemot. Hij weet tevoren, dat er zullen opstijgens en neervallens zijn. Daarom, wanneer hij 
het vallen voorziet, kan hij dit al vooraf gebruiken als een springtoren ten behoeve van een 
toekomstig opstijgen. De mens, door te werken, door zich voor iets in te spannen, krijgt 
ervoor zekere kennis, één of andere aangename waarnemingen. Zodra hij begint ervan te 
genieten, terstond volgt een afdaling.  
 
Maar zolang de mens blijft afzakken, voelt hij het neervallen nog niet: hij voelt zich nog  
aangenaam. Maar wanneer hij het al gewaarwordt, dan betekent het, dat hij bevindt zich al 
beneden. Daarom, om een waarneming van het neervallen te voorkomen en zijn bittere smaak 
te neutraliseren, dient de mens, wanneer hij iets goeds bereikt, onmiddellijk dat als een 
afzakking te beschouwen. Dan kan men het opstijgen direct doorzetten. Dit betreft de 
praktische bezigheid met de Kabbala. Antwoorden op vragen, die bij een mens opkomen 
tijdens het bestuderen van de leerstof, dient hij zelf te bevatten binnen zichzelf. Indien hij de 
Schepper begint al een beetje te waarnemen, dan openbaren zich aan hem antwoorden op die 
vragen, welke hij vroeger aan anderen stelde. Alleen door het antwoord persoonlijk te 
ontvangen, na een druppel licht naar zich toe te hebben aangetrokken, onthult hij de essentie 
der verschijnselen en dat wordt al nimmer vergeten, dat blijft binnen hem, in zijn 
waarnemingen. 
 
Zo’n antwoord hangt van de hoeveelheid inspanningen, die hij inbrengt, af en heeft niets met 
een hoeveelheid kennis te maken. Het hangt ook niet van het opleidingsniveau of een intellekt 
af. Hierin is het belangrijkste verschil besloten van de wetenschap Kabbala met alle andere 
wetenschappen. De Kabbala heet wetenschap, omdat zij is gebaseerd op het ontvangen van 
het geestelijke licht – or chochma, dat zich middels het scherm in een geestelijke klie 
huisvest, en niet kennis of intellect. De geestelijke kennis is licht, dat in een klie binnenkomt, 
en een klie is de wens om een voldoening omwille van de Schepper te ontvangen. Terwijl alle 
andere kennis in onze cellen terechtkomt, dus de wens om te verkrijgen, en de kennis zelf stelt 
een egoïstische informatie voor. Het geestelijke te verwerven betekent zorgdragen niet over 
de kennis, maar over de wens, om een intentie te verkrijgen omwille van de Schepper te 
ontvangen. De geestelijke informatie dient in een geestelijk vat binnen te komen. Tijdens het 
leren is het nodig om zich met de leerstof te verbinden, dus te vinden datgene, wat over mij 
erin is gezegd. Waar is mijn verleden, heden en toekomst, en op welke wijze deze met de 
bestudeerbare stof verbonden is. Indien de mens nog niet uitgekomen is in de geestelijke 
wereld, dan betekent het, dat hij zich nog niet genoeg inspanningen had getroost, noch 
kwantitatief, noch kwalitatief. En misschien, qua hoeveelheid leverde hij afdoende 
inspanningen, maar die zijn niet genoeg vanwege hun kwaliteit. Dus tijdens het bestuderen 
dacht hij er niet aan, dat het hoge licht hem zou zuiveren en boven onze wereld verheven, 
maar over hoe de stof te begrijpen en de hersenen ermee te vullen. 
 
90


Yüklə 1,26 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   40   41   42   43   44   45   46   47   ...   103




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə