Inleiding tot de wetenschap Kabbala



Yüklə 1,26 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə41/103
tarix22.10.2018
ölçüsü1,26 Mb.
#75506
1   ...   37   38   39   40   41   42   43   44   ...   103

zijn getalwaarde (gematria) aan te geven om te weten, wat hij kwalitatief voor stelt. Joed-hej-
vav-hej is het skelet van elke klie (wellicht ten overvloede herhalen wij, dat deze naam wordt 
uitgesproken als “joed-kej-vav-kej” – vert.). De Malchoet van de Oneindige wereld, en het 
gehele Heelal in het algemeen, bestaat uit dit skelet. De hoeveelheid vlees echter op dat 
skelet, dus het gebruik van de wens met een correcte intentie, is gelijk aan het licht, dat de 
partsoef ontvangt. De getalwaarde zegt én over de hoeveelheid, én over de kwaliteit van dit 
licht in de partsoef. 
 
De partsoef Galgalta overeenkomt met de gehele Malchoet van de Oneindige wereld en hij 
heeft het grootste scherm in het gehele Heelal.  Indien de Galgalta ontving het maximum van 
wat hij  kon ontvangen omwille van de Schepper, rest er dan nog plaats voor een nog één of 
andere partsoef?  Wat kan de A”B er toevoegen aan datgene, wat de Galgalta nog niet 
ontving? Het blijkt nu, dat ook de A”B overeenkomt met de Malchoet van de Oneindige 
wereld en dat hij het licht in zich kan ontvangen, welk de Galgalta niet in staat was te 
ontvangen. Het scherm in de volgende partsoef is zwakker, het komt in interactie met het licht 
van andere kwaliteit, veel mindere, dan de Galgalta, daarom juist kan de A”B een aanvullende 
portie licht ontvangen. In het algemeen, elke volgende partsoef ontvangt licht van steeds 
lagere kwaliteit. Elke nieuwe partsoef is een volkomen nieuwe toestand. De A”B put zijn 
wensen uit de sof van de Galgalta, dus hij werkt met zulke wensen, waarmee de vorige 
partsoef niet kon werken.  Omdat de Galgalta wenste het or jechieda te ontvangen, terwijl 
A”B slechts or chaja. Wanneer in de Oneindige wereld de Malchoet al het licht afstoot, heet 
zij dalet de aviejoet en dalet de hietlabsjoet. Dat betekent, dat er in haar resjiemot van het 
gehele licht van de Oneindigheid zijn gebleven. De Galgalta begint met deze resjiemot te 
werken, maakt een zievoeg dehakaa op dalet/dalet (dalet de aviejoet en dalet de hietlabsjoet – 
vert.) en ontvangt het overeenkomende licht. Wanneer een bietoesj pniem oe makief 
plaatsvindt, blijft dalet de hietlabsjoet en giemel de aviejoet over. Dalet de aviejoet verdwijnt 
daarom, omdat de partsoef een beslissing neemt om ermee niet meer te werken, heft hem zelf 
op.  
 
Er bestaat een omgekeerde afhankelijkheid tussen klie en licht. Hoe kleiner een klie, des te 
dichter is hij qua eigenschappen bij het licht. Laten wij zeggen, dat ik vijf egoïstische wensen 
heb: van de meest dunne tot de meest grove. Mijn meest dunne wens bevindt zich het dichtst 
van allen bij de Schepper, en de meest grove – verder dan allen. De malchoet heeft vijf 
wensen: sjoresj, alef, beth, giemel en dalet. Om precies te zijn zijn dat vijf stadia van de 
ontwikkeling van één en dezelfde wens om te ontvangen. Sjoresj – dat is de meest dunne, de 
meest verheven wens, vandaar, dat zij zich ook het dichtst van allen bij de Schepper bevindt. 
Maar wanneer dezelfde malchoet plaatst boven haar egoïstische wens een scherm, dan de wet, 
die zegt, dat de meest dunne wens het dichtst bij Schepper zich bevindt, gehandhaaft wordt. 
Bovendien, er wordt erop nog opgelegd de intentie om omwille van de Schepper te 
ontvangen. En juist deze intentie geeft de mogelijkheid om meer licht te ontvangen, dan wat 
zulke kleine wens, naar het schijnt, recht op zou mogen hebben. De malchoet met een masach 
“aantrekt” het licht, maar wie ontvangt is niet zij maar de kether, dus het meest dunne, het 
meest verheven deel van de klie. De basiselementen van het gehele Heelal zijn: het licht, dat 
direkt van de Schepper uitgaat; de wens zich te vergenoegen, die door de Schepper werd door 
het licht geschapen; scherm, dat ontstond als een reaktie van de Schepping (dus de wens om 
voor zichzelf te ontvangen) op het ontvangen licht. De Kabbala bestudeert deze elementen in 
verschillende toestanden. De harmonische overeenkomst tussen het scherm, licht en wens is 
een ziel en juist deze harmonie legt haar wetmatigheden aan alle uitwendige objecten op: 
malachiem (“engelen”), levoesjiem (let. bekledingen – vert.) en materiële objecten.  
 
 
82


Elke partsoef vult de Malchoet van de Oneindige wereld en op die manier dekken de 
partsoefiem haar meest centrale punt van het licht af. En het centrale punt – dat zijn wij. Dus, 
alle werelden, alle partsoefiem ten aanzien van ons zijn obstakel vormende schermen. Aan de 
ene kant zeggen wij, dat alle werelden waren gevormd, naar het schijnt, volgens het principe 
“van boven naar beneden”, dus toen de mens nog niet geweest was. De werelden – dat is de 
mate van het verhullen van de Schepper. De Galgalta verhult de lagere van de Schepper voor 
20 percent. De A”B ziet de Schepper slechts voor 80 percent. Maar voor hem zijn deze 80 
percent de Schepper Zelf, dus voor hem vormen zij alle 100 percent. En zo voort, totdat vijf 
werelden (die uit vijf partsoefiem bestaan, waar elke partsoef, op zijn beurt, uit vijf sfirot 
bestaat) verhullen het licht van de Schepper middels 125 schermen van ons volledig. Het licht 
bereikt onze wereld überhaupt niet. Daarom bevinden wij ons achter het scherm, dus wij zien 
en voelen de Schepper niet. Aan de andere kant, wanneer de mens van beneden naar boven 
stijgt en het niveau van één of andere partsoef bereikt, dan stelt hij een scherm op, welk gelijk 
is aan het scherm van de betreffende partsoef. Juist daarmee doet hij de verhulling van de 
Schepper op dit niveau teniet. Door zich op de volgende traptrede te verheffen, annuleert de 
mens middels zijn scherm het wegstoppen van deze traptrede, bevat de Schepper op dit 
niveau, e.d. En wanneer hij alle filters weg zal nemen, zal hij alle traptreden, die ons van de 
Schepper scheiden, volkomen bevatten. De werelden zijn gecreëerd, opdat wij zullen leren 
hoe in elke situatie te handelen. Dus, de verhulling van de Schepper vindt van boven naar 
beneden plaats, en de onthulling – van beneden naar boven. De traptreden, waarlangs de ziel 
opklimt, zullen daarna, a.h.w. verdwijnen. 
 
De volgende (lagere) partsoef weet over de voorafgaande en begrijpt, dat hij niet in staat is 
om evenveel licht in zich te ontvangen, als de voorafgaande. Toch, om de volgende partsoef 
van het licht te voorzien, dient elke bovenstaande partsoef zich met een verzoek om licht te 
wenden tot zijn bovenstaande partsoef. Zulk verzoek heet MA”N. Immers elke nieuwe 
partsoef – dat is een principieel nieuwe wens, die na de Ts”A nog nooit met licht werd 
opgevuld. Daarom leidt elke nieuwe partsoef tot een nieuwe bevatting, die qua kwaliteit en 
kwantiteit veel groter is dan de  voorafgaande. Het licht, dat elke volgende partsoef ontvangt, 
komt bij hem via de voorafgaande partsoef, daarbij zijn alle partsoefiem, waarlangs het 
doorloopt hun aandeel eraan ontvangen. Dit aandeel onmetelijk hoger is dan de portie licht, 
welk de laatste in deze ketting zal ontvangen. Alleen de Galgalta ontvangt het licht direct uit 
de Oneindige wereld. Alle onze handelingen zijn gebaseerd op onze wensen. Het verstand 
speelt erbij slechts een secundaire rol. Het verstand beseft slechts datgene, wat in 
waarnemingen binnenkomt, het berekent, a.h.w., analyseert ze. Hoe breider, dieper de 
waarnemingen, des te groter verstand nodig is voor hen bewerking. Indien wij een mens 
nemen, die zich met de Kabbala bezighoudt en welke mens één of ander innerlijk werk 
verricht, dan hoe dieper dat werk is, des te flexibel, preciezer het verstand dient te zijn. Dat is 
nodig, om zijn waarnemingen duidelijker tedifferentiëren, analyseren en dienovereenkomstige 
conclusies te trekken. Maar het verstand blijft altijd slechts een hulpgereedschap van de wens. 
Het verstand is nodig alleen voor het bereiken van het gewenste. Wij wensen allemaal om te 
genieten, en het verstand helpt ons dat te vereiken. Indien de mens wenst zich met 
wetenschappelijke zoektochten te vergenoegen, dan helpt hem zijn verstand juist in deze 
richting. Maar de mens meent, dat hij alleen door het verstand leeft, en dat daarom hij boven 
alle wezens staat. Maar in feite, is hij net zo’n dier, als alle andere. 
 
42) Laten wij ons duidelijk maken de zin van het achereenvolgende neerdalen van de 
traptreden tijdens de verspreiding van de partsoefiem één achter elkaar als gevolg van bietoesj 
or makief en or pniemi, die aan elke partsoef bestuurt en bijdraagt aan het teloorgaan van de 
laatste bchiena de resjiemo de aviejoet, die zich daar bevindt. De resjiemot, welke na de 
 
83


Yüklə 1,26 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   37   38   39   40   41   42   43   44   ...   103




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə