eigenschappen van elke zulke traptrede.
Daarvoor was het nodig, om in elke zulke traptrede
een volledige overeenkomst met de Schepper in te brengen. Nu beginnen wij te leren op
welke manier vormt het hoge systeem (de Schepper) in zich een gelijkenis aan het laagste
systeem.
54)Daarom daalt de masach van de nieuwe partsoef in de
chaze van de voorafgaande partsoef,
en, middels een
zievoeg de hakaa met
het hoge licht, vormt tien sfirot van het hoofd vanaf de
chaze en erboven tot
pe van de voorafgaande partsoef, waar zijn
malchoet de rosj zich
bevindt. De lagere partsoef is niet in staat om tien sfirot van het
hoofd der hogere partsoef te
bekleden, omdat hij ontstaat uit de
masach de goef der hogere partsoef, em niet uit zijn hoofd.
Elke volgende partsoef kan bevatten alleen
goef der voorafgaande partsoef, dus zijn wortel, en
niet zijn
rosj – berekeningen, gedachten en verstand van de voorafgaande. En vervolgens
vormt het scherm tien
sfirot de goef van de nieuwe partsoef van boven naar beneden vanaf de
chaze tot de
taboer der voorafgaande. En vanaf de taboer en eronder bevinden zich tien
sfirot
de siejoem der voorafgaande partsoef, dus de
bchiena dalet, waarmee de nieuwe partsoef niet
kan werken omdat hij de laatste bchiena van zijn aviejoet verloor
tijdens het verzwakken van
de kracht van het scherm. Dus,
rosj, toch en
sof van de
partsoef A”B bevinden zich vanaf
pe
van de Galgalta tot haar
taboer zodanig, dat de
chaze van de Galgalta tot
pe de A”B dient, dus
de
zievoeg makende malchoet, en de
taboer van de Galgalta – dat is
siejoem de A”B en de
beperkende malchoet.
55)De volgorde der vorming van de
partsoef A”B uit de
partsoef Galgalta wordt ook
gehandhaafd op de vorming van alle overige partsoefiem tot aan de meest lage sfira van de
wereld Asieja en komt erop neer, dat elke volgende partsoef komt uit de masach de goef van
de voorafgaande nadat hij zijn aviejoet verliest, omhoog stijgt en met de
masach de rosj der
voorafgaande partsoef samenvloeit. Hij participeert in de
met hem gemeenschappelijke
zievoeg dehakaa. En vervolgens daalt hij in de
chaze van de voorafgaande partsoef, en daar,
na een zievoeg met het hoge licht te hebben gemaakt, komen tien sfirot de rosj van beneden
naar boven, en tevens verspreiden zich van boven naar beneden in de vorm van tien
sfirot toch
en
sof de goef, en vormen daarmee de
partsoef A”B van de wereld
Adam Kadmon.
Tweede beperking - Tsiemtsoem Beth
95
Pagina 56 t/m 64
56)Dus, wij hebben uiteengezet de betekenis van de Ts”A, die zich voordeed op de bchiena
dalet van de klie malchoet, welke ophield het hoge licht te ontvangen. Tevens hadden wij
gesproken over de betekenis van masach en zijn
zievoeg dehakaa met het hoge licht, dat or
chozer omhoog brengt, welk een rol van een nieuw vat van ontvangst vervult in plaats van de
bchiena dalet. Verder hadden wij het over verzwakking van de masach de goef als gevolg van
een onderlinge botsing van
or makief tegen
or pniemi. Deze processen leiden tot een vorming
van
taamiem, nekoedot, tagien en
otiejot de
goef in elke partsoef, het stijgen van masach in
pe
de rosj, zijn invoeging in een
zievoeg dehakaa met het hoge licht,
als gevolg waarvan de
tweede partsoef ontstaat, één traptrede lager in vergelijking met de voorafgaande alsmede de
verdere voortbrenging volgens hetzelfde principe van de derde partsoef. Deze partsoefiem van
de wereld A”K heten Galgalta, A”B, Sa”G, waarbij elke volgende ervan bekleedt zich op de
voorafgaande vanaf
pe de rosj en eronder.
57)En weet, dat in deze drie
partsoefiem is er zelfs nog geen hint op het vormen van vier
werelden ABieJ”A, voor hen was er zelfs nog geen plaats, omdat de Galgalta van de wereld
A”K bereikt het punt van onze wereld. De wortel van de gewenste correctie is nog niet
geopenbaard, juist om de reden waarvan de Ts”A was gedaan, dus opdat de
bchiena dalet een
mogelijkheid zou hebben het hoge licht te ontvangen. En om vervolgens
van deze bchiena
dalet een mens te vormen, die middels het vervullen van de Thora en Voorschriften omwille
van de Schepper, het ontvangen in het geven zou kunnen veranderen. Dan zal de
bchiena
dalet wederom tot een vat van ontvangst voor het hoge licht kunnen worden, alsmede met
hem naar eigenschappen tot één geheel samen zal kunnen vloeien. Echter, in de wereld A”K
zelfs de wortel van zulke correctie is nog niet onthuld. Daarvoor is het nodig, dat de mens niet
alleen uit de
bchiena dalet zou bestaan, dus, uit de wens om te ontvangen, maar tevens uit de
eigenschappen, welke tot de eerste negen sfirot behoren, dus uit de wens om te geven. Dan zal
in hem een mogelijkheid ontstaan
om goede daden te verrichten, dus het geven. Indien een
mens uit de toestand zou ontstaan, waarin de
partsoefiem de A”K zich bevonden, dan zou hij
volledig zonder licht zijn, omdat de
bchiena dalet, die een wortel van het menselijke lichaam
is, helemaal onder de
siejoem van de wereld A”K zich bevond in een absolute duisternis en
was aan het licht qua zijn eigenschappen volledig tegengesteld. En was de mens uit zulke
‘bouwstof’ geschapen, dan zou hij nooit zich kunnen corrigeren
daar in hem zelfs geen vonk
van de wens om te geven aanwezig zou zijn en hij zou tot dier gerekend worden dat slechts
voor zichzelf leeft. Zoals zondaars, die blijven steken in de wens om alles voor zichzelf te
ontvangen, zelfs wanneer zij goede daden verrichten. Daarom heten zij “doden” terwijl zij
nog in leven zijn.
De Schepper schiep één enkele schepping – de
bchiena dalet, dus de wens om te ontvangen,
het egoïsme, de mens, de malchoet. De
bchiena dalet, door al het licht in zichzelf te hebben
ontvangen, zag, dat hij van alles ontzegd was. In de geestelijke wereld blijkt zulke directe
lichtontvangst de reden van dood te zijn. Door dat te hebben begrepen, kreeg hij een wens aan
de Schepper gelijk te willen zijn, en hij ophield het licht te ontvangen (na de
tsiemtsoem te
hebben gedaan). Daardoor is hij nog niet aan de Schepper gelijk geworden, maar werd aan
Hem niet meer naar eigenschappen tegengesteld. De Schepper voorzag
de eerste vier stadia
van de ontwikkeling der malchoet met Zijn eigenschappen. Maar de malchoet zelf is niet meer
zijn eigenschap, daarom juist zij heet ‘schepping’, dus de wens om te ontvangen. Hoe kan
men de malchoet aan de Schepper gelijkmaken? Daarvoor dient zij te ontvangen, maar
96