Inleiding tot de wetenschap Kabbala


Verzwakking van de kracht van masach ter vorming



Yüklə 1,26 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə33/103
tarix22.10.2018
ölçüsü1,26 Mb.
#75506
1   ...   29   30   31   32   33   34   35   36   ...   103

Verzwakking van de kracht van masach ter vorming 
van een partsoef 
 
 
Pagina 30 t/m 36 
 
 
30)Om de ontwikkeling van de vijf niveaus der partsoefiem van de wereld A”K te begrijpen, 
alsmede alle niveaus van de vijf partsoefiem van elke der vier werelden ABieJ”A, tot aan de 
malchoet van de wereld Asieja, dienen wij een aantal dingen goed te begrijpen. Namelijk: wat 
is een verdunning van masach de goef, verzwakking van zijn sterkte, die plaatsvindt in alle 
partsoefiem van de werelden A”K, Nekoediem en de wereld van Correctie (Atsieloet). 
 
Alle traptreden vanaf de Oneindige wereld (Olam Ejn Sof) en tot onze wereld, worden naar 
één en hetzelfde principe gevormd. Hoe verder een traptrede van de Oneindige wereld zich 
bevindt, des te sterker verdunt en verzwakt zich het scherm. In verband daarmee, ontvangt de 
malchoet telkens minder en minder licht. Haar traptreden dalen steeds lager en lager neer, 
totdat de malchoet geleidelijk van haar meest hoge staat, de wereld Ejn Sof, zakt en haar 
laagste staat - die van onze wereld bereikt. 
 
31)Elke partsoef en zelfs elke geestelijke traptrede heeft twee typen licht, die heten or makief 
(“omringend licht”) en or pniemi (“inwendig licht”). Het omringende licht van de eerste 
partsoef van de wereld A”K (Galgalta) is het licht van de Oneindige wereld dat het gehele 
Heelal vult. Na de Ts”A en het ontstaan van de masach in de malchoet vindt een afstotende 
wisselwerking plaats (zievoeg dehakaa) van het gehele Licht van de Oneindige wereld met 
deze masach. Or chozer, dat als gevolg van deze zievoeg is ontstaan, liet een deel van het 
hoge licht in de wereld van Beperking (Tsiemtsoem) binnenkomen. Daardoor zijn 10 sfirot de 
rosj en 10 sfirot de goef ontstaan. Echter, niet al het licht kwam de Galgalta binnen. En nu het 
licht van de Oneindige wereld vult het gehele Heelal niet, zoals het vóór de Ts”A was. Nu 
bestaan er rosj en goef, dus bij een verspreiding van tien sfirot van boven naar beneden stopt 
het licht in het punt van “deze wereld”, in de “beperkende” malchoet. Bovendien, bestaat nu 
een begrip “van binnen naar buiten”. Evenwel als een verspreiding bestaat van boven naar 
beneden van 10 sfirot, die heten kether, chochma, biena, tieferet en malchoet 
(KaChaBToe”M) en de beperkende malchoet, zo ook bestaat een verspreiding van 10 sfirot 
KaChaBToe”M “van binnen naar buiten”. Hier heten de sfirot zo: mocha – merg (kether), 
atsamot - botten (chochma), giedien – pezen (biena), bassar – vlees (tieferet) en or huid 
(malchoet). (Het woord or met de letter “ajien”, “huid”, en niet met de letter “alef”, “licht” – 
vert.). De partsoef Galgalta stelt in verhouding tot de Oneindige wereld, waar het gehele 
Heelal met het licht gevuld was, slechts een dunne lichtstraal voor. Or (“huid”), dus malchoet 
beperkt de partsoef van buiten door het niet laten het licht zich verder (“in breedte”) te 
verspreiden en de verlaten ruimte met zich te vullen. De hoeveelheid licht, dat in de Galgalta 
ontvangen werd, heet or pniemi (inwendig licht). Van buiten resteert een gigantisch grote 
hoeveelheid van het Oneindige licht, dat in de Galgalta niet naar binnen is gekomen. Nu juist 
heet dit licht or makief (omringend licht). Dit licht kan in de partsoef niet binnenkomen en het 
omringt hem, a.h.w. van alle kanten.  
 
66


Elk deel van de malchoet heet een traptrede als elke wens van de malchoet gevuld is met het 
licht middels het scherm. Elke traptrede die de malchoet ontvangt, verdeelt het aankomende 
licht in twee delen: in het or pniemi, dat in de partsoef binnenkomt en in het terugafstotende 
or makief. Het scherm ziet al het bij hem aankomende licht middels het or chozer, en 
vervolgens berekent, hoeveel toch kan het middels het scherm omwille van de Schepper 
ontvangen, en hoeveel dient het van buiten achter te laten. Het scherm altijd verdeelt het licht 
in twee delen.  
 
Or pniemi, dus het ontvangende deel van al het licht – dat is slechts een dunne lichtstraal, die 
in de malchoet binnenkwam. Deze malchoet is een lege ruimte, die na de Ts”A is 
overgebleven (vóór de Ts”A was de Malchoet geheel gevuld – vert.). Wij zien hoe groot is de 
kracht van het egoïsme, dat liet slechts een dunne lichtstraal de malchoet binnendringen 
middels het scherm. En dat betreft alleen de eerste partsoef van de A”K, dus de Galgalta. Alle 
resterende partsoefiem zijn in nog mindere mate met het licht gevuld. Verder, middels dit 
lichtstraaltje worden nog aanvullende partsoefiem gevormd. In het meeste centrum van deze 
donkere sfeer, dus de malchoet na de Ts”A, bevindt zich onze wereld. In de wereld Atsieloet 
ontstaat er een bijzondere partsoef, dus Adam haRiesjon, die uit twee componenten bestaat: 
uit de eigenschappen van biena en malchoet.  Vervolgens wordt deze partsoef in vele 
afzonderlijke partsoefiem, die zielen heten, verdeeld. De aldus gevormde zielen kunnen, na 
geleidelijk het scherm te hebben verkregen, de gehele sfeer met het licht opvullen. Wanneer 
dat verkregen zal worden, zal zulke toestand “de eindcorrectie” van de zielen middels het 
scherm heten - gmar tiekoen. Daarop vindt verdere verbreiding van de malchoet plaats, 
wanneer zij begint de Schepper te bevatten niet binnen haarzelf, maar boven haar 
eigenschappen. Maar dat hoort al bij het gedeelte van de Kabbala, dat “geheimen der Thora” 
heet. Maar daarentegen het resterende deel van de Kabbala, dus alles, wat zich vóór deze 
traptrede bevindt, behoort tot de taamej Thora (let. “smaken van de Thora” – vert.),  ieder kan 
en dient te bestuderen. De kabbalisten dienen aan allen de taamej Thora te openbaren en de 
sodej Thora (“geheimen van de Thora”) te verhullen. 
 
Er bestaan vele typen van zowel or makief, als or pniemi. Het één ervan schijnt aan de mens, 
wanneer hij nog geen enkel scherm heeft, geen enkel gecorrigeerd gevoel – en de mens begint 
het geestelijke te wensen. Dat gebeurt juist dankzij or makief, dat hem schijnt. Hier is het licht 
primair, en de wens secundair. Or makief tevoren schijnt aan de mens, hij begrijpt zelf nog 
niet waar precies deze straling vandaan komt, maar wordt al door het geestelijke 
aangetrokken. Wanneer je begint al te leren, dan roep je op jezelf een straling van reeds ander 
licht op, die begint je geleidelijk te corrigeren. Met behulp daarvan, begin je je gebreken te 
zien. Stap voor stap ontdek je voor jezelf de omringende wereld steeds meer en meer. 
Geleidelijk aan, stelt het licht vóór je een geestelijk tafereel op, dat zich steeds duidelijker en 
duidelijker erop wordt afgetekend, het komt, a.h.w. van een mist uit. Wij zijn omringt door de 
Schepper, die achter alle ons omringende objecten staat en wil ons tot Hemzelf doen naderen. 
Hij doet ons tot Hem naderen middels objecten uit de ons omringende natuur. In onze wereld 
doet Hij dat middels ons omringende mensen: gezin, de baas op je werk, kennissen. Hij zend 
ons opzettelijk ingewikkelde situaties, opdat wij in onze poging deze te ontvluchten tot Hem 
zouden naderen. Maar de mens is geneigd om de reden van al zijn onheil juist in een 
twistzieke echtgenote te zoeken, of in een kwaadaardige baas, of in de omgeving. Zo hoort het 
ook te zijn, immers de Schepper is van de mens verhuld. De mens kwam nog niet tot de 
traptrede, wanneer hij achter alle gebeurtenissen de enige Schepper zou zien. En hij dient 
overeenkomstig te reageren, volgens zijn eigen waarnemingen, en niet alsof alleen één 
Schepper in de wereld bestaat. Het is onmogelijk, om, terwijl men zich op het materiële 
niveau bevindt, in de omringende voorwerpen één of andere geestelijke krachten te zien. 
 
67


Yüklə 1,26 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   29   30   31   32   33   34   35   36   ...   103




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə