was. Aan
de partsoef M”A ontbreekt
het licht nesjama. Het niveau van elke
partsoef hangt
van de schermdikte af, waarop
zievoeg hakaa werd gemaakt (zie p. 18). Echter, wij hebben
niet uiteengezet, wat de reden is van een verdunning van de schermdikte bij de vorming van
een nieuwe
partsoef.
Na de
Ts”A verkrijgt de
malchoet een scherm, dat alle 5 graden van de taaiheid heeft en
daarom kan zij alle 5 niveaus van haar wensen aan zich toevoegen. Door de kracht van dit
scherm stoot zij al het tot haar komende licht af en in het weerkaatste licht bereikt zij het
niveau
kether, dus zij “ziet” alle 5 delen van het aankomende licht: lichten in de
sfirot kether,
chochma, biena,
tieferet en
malchoet, die zich in de
rosj bevindt.
Van elk licht kan zij in de
toch slechts ca. 20 percent licht ontvangen. Het algemene niveau van dit licht wordt
afgemeten aan het allerhoogste licht, dus
jechieda, dat overeenkomt met het “niveau kether”
(
komat kether). In de tweede
partsoef kan de
malchoet een mindere hoeveelheid licht
ontvangen, omdat zij één graad van haar wens verliest, namelijk de sterkste:
aviejoet dalet,
en, overeenkomstig, het licht
jechieda. De hoeveelheid licht, dat zich in de derde, vierde en
vijfde
partsoefiem bevindt
is nog kleiner, hun niveau wordt keer op keer steeds lager. Dat
komt, omdat
aviejoet gereduceerd wordt van
giemel tot
beth in de derde
partsoef, van
beth tot
alef – in de vierde en van
alef tot
sjoresj – in de vijfde.
In overeenstemming met de graad van de
aviejoet in de 3e
partsoef, dus
Sa”G, ontbreken de
lichten
jechieda en
chaja. In de vierde ontbreken
jechieda,
chaja en
nesjama. In de vijfde
ontbreken j
echieda,
chaja,
nesjama en
roeach. De
partsoefiem zien er zo slechts ten aanzien
van elkaar uit, wanneer elke volgende “een hoofd” lager is dan de voorafgaande: elke
volgende
partsoef is lager dan de voorafgaande naar de mate van licht,
naar zijn kracht en
kwaliteit. Maar elk van hen beschikt over zijn eigen 5
sfirot (of 10, omdat zoals bekend
bestaat de
sfira tieferet uit 6 sfirot)
KaChaBToe”M en zijn 5 lichten
NaRaNCha”J. Elke
partsoef dient over een set van deze 10 delen te beschikken, waaruit de gehele Schepping
bestaat. De
partsoefiem verschillen alleen van elkaar door de grootte van scherm. Daarom is
het zo, dat wanneer een scherm verkleind wordt, er een nieuwe
partsoef ontstaat op één
niveau lager dan de voorafgaande. Na de
Ts”A bestaat een klie uit de wens om te ontvangen
en heeft een
masach. De opvulling van een klie vindt plaats
volgens de kracht van deze
masach. Een scherm kan de kracht van één tot vijf
bchienot bezitten, dus het scherm is in staat
om een bepaalde genieting van zich af te stoten, een genieting die overeenkomt met vijf, vier,
drie, twee of één wens. Elke
partsoef bestaat uit vijf delen, die wij aanduiden als:
Kether – punt, waarmee de letter
joed begint, zogenaamd
koetso sjel joed
(
let. uiteinde van de
joed – vert.);
Chochma -
joed;
Biena –
hej;
Tieferet –
vav;
Malchoet -
hej.
Deze letters vormen het skelet van een
partsoef en zijn de vijf permanente bestandsdelen van
zijn
klie. Afhankelijk
van de schermkracht, vult een
partsoef deze 5 delen met een groter of
kleiner licht op, dus met het licht
chochma of het licht
chassadiem. Het licht
chochma wordt
aangeduid door de letter
joed en het licht
chassadiem door de letter
hej. Aldus kunnen wij
elke
partsoef, dus elke vulling hiervan, aanduiden met een lettercode of een getal.
In het boek
Zohar in het artikel “Letters van rabbi Amnon-Saba” wordt uiteengezet: “Elke
partsoef
bestaat uit 5 delen = 5
sfirot: punt (stippeltje van de letter joed – vert.) en 4 letters
: kether-
punt +
chochma-
joed +
biena-
hej +
Z”A-
vav +
malchoet-
hej =
HaVaJ”A. Het gehele verschil
61
tussen alle 125
partsoefiem bestaat in de verschillende soorten licht waarmee zijn gevuld zijn,
maar het skelet van een klie, de letters
HaVaJ”A, blijft hetzelfde. Dat komt, omdat een wens
niet ontstaan kan, indien het licht van de Schepper niet van te voren de 5 stadia doorlopen
heeft, waar alleen het 5
e
stadia het ontstaan van een nieuwe schepping, dus een nieuwe wens,
markeert.
Het
gehele heelal, alle werelden, stellen slechts 10
sfirot of de naam van de Schepper
HaVaJ”A voor:
SFIRA
LETTER
PARTSOEF
WERELD
LICHT
Kether
Punt, begin
van de letter
joed
Galgalta
А"К
Jechieda
Chochma
Joed
А"B
Аtsieloet
Chaja
Biena
Hej
Sa"G
Brieja
Nesjama
Z”A
Vav
М"А
Jetsiera
Roeach
Malchoet
Hej
BO"N
Аsieja
Nefesj
Het vullen van
HaVaJ”A met licht heet ‘onthulling’ van
HaVaJ”A, omdat het de mate van
onthulling van de Schepper in de wens (
klie) vormt. Door de onthulling komen de letters uit
hun verhulling naar buiten, want in de toestand van hun verhulling zijn zij niet gevuld. Er zijn
in totaal 5
partsoefiem: Kether (Galgalta),
A”B,
Sa”G, M”A en
BO”N. De eerste ervan – de
partsoef kether dient als de belangrijkste bron voor alle andere aanwezig te zijn. Zijn 10
sfirot
zijn gewone
HaVaJ”A ofwel een inwendige
HaVaJ”A ((deze begrippen worden zo direct
verklaard - vert.), omdat elke van de 4
letters van zijn HaVaJ”A naar buiten komt, waardoor
een nieuwe
partsoef wordt gevormd, die van buiten de
partsoef Galgalta bekleedt.
Dus, uit de partsoef Kether-Galgalta ontstaan:
joed –
partoef chochma, A"B;
hej – partsoef biena, Sa"G;
vav – partsoef Z”A, М"А,
hej – partsoef malchoet, BO"N.
Dus, de
partsoef Kether wordt aangeduid als een gewone
HaVaJ”A, en de daarop zich
bekledende
partsoefiem worden aangeduid als
HaVaJ”A met vullingen. Het opschrijven van
HaVaJ”A met
het haar gevulde licht, heet
mieloej (
let. vulling – vert.). Ter verkorting van de
aanduiding van een
partsoef is een begrip
gematria ingevoerd, dus een opsomming van
getalwaarden van vullingen.
62