Samenvatting De Nier College 1



Yüklə 133,68 Kb.
səhifə3/6
tarix02.03.2018
ölçüsü133,68 Kb.
#28690
1   2   3   4   5   6

college 3



Osmotische druk: de druk op een plaats die behouden moet worden om osmose te creëren. Deze druk wordt vertegenwoordigd door een concentratieverschil.
Toniciteit: Het gedrag van de cel wanneer deze in een oplossing geplaatst wordt. Waarbij cellen geplaatst in een hypotone oplossing zullen zwellen.
Hypoosmotische oplossingen zijn altijd hypotoon.
Extracellulaire Concentratie

Schatting: Osmol= 2x [Na+] + [Glucose] + [Ureum]

[Na+] is x2 omdat het gebonden voorkomt als NaCl.

[Na+]=140 mmol/L [Glucose]= 4 mmmol/L [Ureum]= 6 mmol/L

De plasma osmolariteit is dus voornamelijk afhankelijk van de plasma Na+ concentratie.

Regulatie van de plasma osmolariteit vind dan ook plaatst door regulatie van de Natrium concentratie in het plasma.


Zuren en Basen

Zuren: Proton donors

Basen: Proton acceptors

pH=-log[H+] en de pH van bloed ligt rond de 7.4-7.5.

Alkalose: een basische pH

Acidose: een zure pH


Sterke zuren zijn volledig gedissocieerd. Zwakke zuren zijn gedeeltelijk gedissocieerd.
Buffer

De belangrijkste buffer in het lichaam is de bicarbonaat buffer.

H2O + CO2 H2CO3 H+ + HCO3-

De pH van het bloed is direct afhankelijk van de ratio HCO3 en CO2. Dit is de Henderson-Hasselbach vergelijking:

pH= pKA + log10 ([HCO3]/0.03 pCO2)

HCO3 wordt bepaald door de metabole kant.

pCO2 wordt bepaald door de respiratoire kant.
Buffersystemen

Extracellulair: Bicarbonaat

Phosphate (H2PO4-  H+ + HPO42-)

Eiwit (HPr  H+ + Pr-)

Intracellulair: Eiwitten (Erythrocytes: hemoglobine)

Organische en Anorganische phosphaten

Bot
Alkalose en Acidose



3 mechanismen om pH veranderingen te bufferen


  • Chemische buffering (seconden)

  • CO2 (vluchtig zuur) uitademen via longen (minuten tot uren)

  • Sulfaat en Phosphate (niet vluchtig zuur), H+ excretie of base behoud via de nieren (uren tot dagen)


Artikel Hypokalemie

Regulatie van serum Kalium door:


Een grote oorzaak van Hypokalemie is het gebruik van diuretica (bevorderd de afgifte van water door de nieren).

Verder zijn braken en diarree grote oorzaken.

Diarree: verlies K+ en HCO3- leidt tot metabole acidose (dit draagt niet bij aan de hypokalemie)

Braken: Verlies HCl en volume verlies leidt tot meer aldosterone (meer terugresorptie van water en Natrium)
Het aanbod van Natrium bepaald hoeveel Kalium kan worden uitgescheden. Dit proces is ook afhankelijk van aldosterone.
Veranderingen in [Na+]

Bij hypernatremie zullen de cellen krimpen. Dit geeft grote problemen in het hoofd, met name de hersenen.

Bij hyponatremie zullen de cellen zwellen. Ook dit geeft problemen in het hoofd, met name in de hersenen.
Bij veranderingen in Natrium osmolariteit worden twee systemen in werking gesteld:


  • Dorst

  • ADH systeem (Antidiuretisch hormoon oftewel Vasopressin): Wordt geproduceerd door de hypothalamus en uitgescheiden door de hypofyse. Dit systeem zorgt voor waterresorptie zodat er minder water in de urine terechtkomt. ADH wordt dus ook afgegeven bij lage bloeddruk.


Afgifte ADH

Bij lage bloeddruk: Volume contractie, verschuiving grafiek naar links, grafiek steiler.

Bij hoge bloeddruk: Volume expansie, verschuiving grafiek naar rechts, grafiek minder steil.
Osmolariteit langs het nefron

TF/P met TF is de concentratie stof in de tubular fluid en P is de concentratie van dezelfde stof in het plasma. Wanneer TF/P=1 is het isotoon.


Rode lijn: weinig water aanwezig, daarom water vasthouden. Hoog geconcentreerde urine.

Blauwe lijn: veel water aanwezig, veel water uitscheiden. Laag geconcentreerde urine, nooit 0, je plast geen zuiver water uit.


Lis van Henle: verdunnend segment

Cellulaire werking antidiuretisch hormoon

Vasopressin komt vanuit het bloed in de interstitiële vloeistof van het merg. Dan bind het aan de Vasopressin receptor van de cellen van de verzamelbuis. Hierdoor wordt het cAMP second messenger systeem geactiveerd. Vervolgens zet de cel AquaPorines in het apicale membraan. Water kan op die manier via de poriën naar het bloed.

Zonder Vasopressin zou de urine heel erg verdund worden.
Verdunnen

Het merg is hyperosmotisch ten opzichte van bloed plasma.

Het primaire filtraat is isotoon in de schors, maar wordt steeds hypertoner hoe verder het in het merg komt.

De vasa recta is een exchanger.

Het nefron is een multiplier.

Het laatste deel van het stijgende been van de lis van Henle is niet doorlaatbaar voor water. Hierdoor stijgt de osmolariteit van het interstitium en daalt de osmolariteit van het lumen. Zo blijft de hyperosmoticiteit van het interstitium behouden.


Tegenstroom principe

Het afdalende en opstijgende deel van de loop liggen dicht bij elkaar. Zo verlies je niet te veel osmolariteit (denk aan het tegenstroom principe van warmte in bloed in de poten van watervogels).


Stapsgewijze opbouw van een concentratiegradiënt

  1. Actief transport van NaCl vanuit het stijgende been naar het interstitium. Er ontstaat dan direct een evenwicht met het interstitium en het dalende been.

  2. De stroom gaat aan en het concentratie gradiënt verschuift. Bovenaan het dalende been, daalt de gradiënt. Onderaan het stijgende been, stijgt de gradiënt.

Ureum

Wordt gevangen in het niermerg. Het vormt passief een evenwicht met het interstitium vanuit het lumen. Dit gebeurt via poriën.

Het afdalende deel van de lis van Henle is weinig doorlaatbaar voor ureum. Het dikke deel van het opstijgende deel van de lis van Henle is niet doorlaatbaar voor ureum.
Rode Cellen

Bevatten waterkanalen en ureatransporters, anders zouden ze eerst krimpen en vervolgens zwellen en exploderen. De poriën voorkomen dit.


Handige begrippen site: https://www.tabe.net/medwiki/Begrippen_Blok_13


Yüklə 133,68 Kb.

Dostları ilə paylaş:
1   2   3   4   5   6




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə