Inleiding tot de wetenschap Kabbala

geven, chochma ontvangt, biena nadat zij het licht ontving, keert het terug naar de Schepper. 
Dat kan men begrijpen aan de hand van het voorbeeld uit de Misjna. “Hij leert de Thora 
omwille van de Schepper” betekent, dat hij niets wenst te ontvangen, hetgeen overeenkomt 
met de aviejoet kether. “Men onthult hem de geheimen van de Thora” betekent, dat hij daar 
niet om vroeg, maar dit ontving van boven – bchienat chochma. Nadat ik ontving moet ik 
mijzelf overwinnen en zeggen: “Ik weiger dat, omdat ik wens alleen te geven”.  
 
20) De reden, dat de vijf stadia van de wens om te ontvangen, die in de bchiena dalet zijn 
ingesloten naar de 10 sfirot van het hoge licht genoemd zijn, is, dat de bchiena dalet een vat 
van ontvangst van dit hoge licht is nog vóór de Ts”A (“Hij is Eén en Zijn Naam is Eén”). Alle 
werelden, het gehele Heelal was toen in de bchiena dalet (Malchoet van de Oneindige wereld) 
ingesloten. Elke zich in de Malchoet bevindende bchiena nam de eigenschappen van de met 
hem overeenkomende bchiena uit de 10 sfirot van het hoge licht over. De bchiena sjoresj van 
de bchiena dalet nam de eigenschappen van het licht kether over uit de 10 sfirot van het hoge 
licht en ‘bekleedde’ hem. De bchiena alef van de bchiena dalet “bekleedde” het licht 
chochma uit de 10 sfirot, e.d. Dus, zelfs nu, reeds na de Ts”A, wanneer de bchiena dalet 
ophoudt een vat van ontvangst te zijn, hebben de  vijf stadia van de wens om te ontvangen van 
de bchiena dalet zelf toch de namen van de vijf sfirot: kether, chochma, biena, tieferet en 
malchoet.  
 
Na de Ts”A, wanneer de bchiena dalet zelf, dus de wens om te genieten, ophoudt een klie te 
zijn, die geschikt is om het licht te ontvangen, hebben de vijf bchienot van de wens om te 
ontvangen van de bchiena dalet zelf toch de namen van de vijf sfirot. Deze kan men ook 
weergeven door de namen van de 10 sfirot: kether, chochma, biena, chessed, gvoera, tieferet, 
netsach, hod, jessod en malchoet (Z”A bestaat, zoals bekend, uit 6 sfirot). De bchiena dalet de 
dalet – dat zijn wij. Alle voorgaande 4 sfirot – dat zijn de hogere werelden. Door de interactie 
met de werelden kunnen wij hun eigenschappen ontvangen, om de bchiena dalet te 
corrigeren. Alle werelden bevinden zich binnen ons. Al het geestelijke werk vindt ook binnen 
ons plaats. Onze taak is om het licht van de Schepper bewust waar te nemen, zoals de 
Malchoet deed in de Oneindige wereld en dankzij dat onszelf te corrigeren. Wat betekent het, 
dat de bchiena dalet de eigenschappen van de voorgaande bchienot bevat?  Dat betekent dat 
hij begint te voelen, dat er behalve de wens om te ontvangen ook nog een wens om te geven 
bestaat, die nog geheel in hem ontbreekt. De malchoet wenst als voorheen te genieten, maar 
op het gegeven moment is zij tevens doordrongen van de wens om te geven, dus nu streeft zij 
ernaar om te genieten van het teruggeven. Geleidelijk vindt binnen de klie een gelijkmatige 
verandering van eigenschappen, dus van wensenplaats. Van het streven om te genieten van 
een eenvoudige ontvangst van het licht naar het streven om alles te geven. Deze 
veranderingen in de klie zijn door het licht veroorzaakt en alleen van de uitwerking van het 
licht op de klie hangt het gedrag van de klie af. 
 
Wij bestuderen 10 sfirot; 10 eigenschappen, die de betrekkingen tussen de Schepper en de 
schepping bepalen. De malchoet kaatst in eerste instantie het licht volledig terug en pas 
daarna overweegt zij, wat zij voor zichzelf kan ontvangen. Indien zij met al haar 5 wensen 
tegelijk zou werken, zou zij het licht in al haar 5 delen kunnen ontvangen. Indien in de 
malchoet geen afdoende anti-egoïstische kracht aanwezig is om al het licht omwille van de 
Schepper te ontvangen, dan ontvangt zij alleen dat gedeelte van de 5 delen van het licht, 
waarvoor zij een scherm heeft. Het deel van de malchoet, waarin deze berekening wordt 
gemaakt, heet hoofd (rosj). Het deel van de malchoet, waar het licht binnen komt, heet haar 
inwendig deel (toch). Het deel van de malchoet, waar geen mogelijkheid bestaat om het licht 
omwille van de Schepper te ontvangen, heet “einde” (sof), omdat zij een beperking oplegt aan 
 
45

---

de ontvangst van het licht en daarom niet opgevuld kan worden met het licht. Het vermogen 
om aan “de wensen om te genieten” weerstand te bieden, dus de wilskracht, de kracht om 
weerstand bieden aan de wens, ofwel de kracht van het weerkaatsen van het scherm, heet 
taaiheid (kasjjoet). De egoïstische kracht, dus de wens om te genieten, dehartstocht voor het 
zich vullen, heet dikte (aviejoet). Binnen het scherm botsen de eigenschappen van de 
malchoet zelf  “om te ontvangen” en de anti-egoïstische kracht van het scherm “om te geven” 
met elkaar. Indien mijn egoïstische wens om te ontvangen (aviejoet) gelijk is aan 100 percent, 
maar de afstotingskracht (de taaiheid van het scherm) slechts 20 percent blijkt te zijn, dan kan 
ik omwille van de Schepper niet meer dan deze 20 percent ontvangen: van de 100 percent van 
mijn egoïsme gebruik ik slechts 20 percent. Alleen de kasjjoet bepaalt welke hoeveelheid 
egoïsme ik kan gebruiken. 
 
Na de Ts”A wenst de malchoet alleen de methode om de toepassing van zijn wens te 
veranderen. Zij begrijpt, dat ze een egoïste is, dus zij begrijpt, dat de wens om te genieten haar 
aard is. Maar deze eigenschap is niet negatief. Alles hangt van de methode af, waarmee de 
eigenschap wordt toegepast. Men dient dus alleen te weten hoe deze eigenschap te gebruiken. 
Binnen de egoïstische wens, dus de bchiena dalet, ontstaat een waarneming van de 
eigenschappen van de Schepper - de wens om te geven en de waarneming van de 
eigenschappen van voorgaande bchienot. En nu dient men alleen nog op hen te gaan gelijken, 
dus de toepassing van zijn wens om te genieten aan deze eigenschappen gelijk te stellen. 
Daarvoor stoot zij al het licht van haar egoïsme af, maakt een tsiemtsoem (beperking) op de 
bchiena dalet en vervolgens maakt ze een berekening in welke mate zij aan de eigenschappen 
van de Schepper, dus de bchienot 0, 1, 2, 3 en 4, gelijk kan zijn. Het scherm weet precies 
hoeveel licht het kan doorlaten in overeenstemming met zijn egoïsme. De kasjjoet van het 
scherm, dus de wilskracht, de kracht om weerstand te bieden aan de verleidingen om te 
genieten, dient precies overeen te komen met de aviejoet, ofwel de wens om te ontvangen. De 
herinneringen, die aan de voorgaande met licht opgevulde staat zijn overgebleven, helpen de 
malchoet om een berekening te maken hoe zich verder te gedragen. Dit wordt het 
“opschrijven” (reshiemot) genoemd.  
 
21) Zoals wij hebben geleerd, wordt het scherm gekenmerkt door twee eigenschappen. De ene 
is zijn taaiheid (kasjjoet), waardoor hij het licht niet laat doordringen in de malchoet. Elke 
hoeveelheid van het licht, dat bij het scherm aankomt, wordt hierdoor afgestoten en 
weerkaatst. De tweede eigenschap van de masach is zijn grofheid, egoïsme, dikte (aviejoet), 
datgene, wat men kan toevoegen aan de taaiheid van het scherm uit de geheleBchiena Dalet 
en gebruiken voor het ontvangen omwille van de Schepper. Dit kan men vergelijken met een 
zeer hard lichaam dat niet toelaat om zijn grenzen binnen te dringen. Zo ook laat het scherm 
het licht niet toe om tot de malchoet door te dringen, dus in de bchiena dalet. Al het licht dat 
bestemd is om de malchoet te vullen, wordt door het scherm tegengehouden en doet het 
terugkeren. Vijf bchienot van aviejoet, die zich in de malchoet bevinden, worden in het 
scherm volgens zijn kasjjoet ingesloten. Daarom verricht het scherm vijf afstotende 
wisselwerkingen (zievoegej de hakaa) volgens de vijf bchienot die in hem zijn.  
 
Hoewel er 5 wensen met 5 typen van te ervaren genieting in de malchoet zijn, kaatst het 
scherm hen allen toch weer terug om zelfgenieting te voorkomen. Het weerkaatste licht stijgt 
van het scherm op en, terwijl het weerkaatste licht het aankomende licht volledig in zichzelf 
opneemt (in de kabbalistische termen “bekleedt” het weerkaatste licht het aankomende licht: 
het aankomende licht komt binnen het weerkaatste licht als in een cocon – vert.), bereikt het 
de lichtbron zelf, dus de bchiena sjoresj.Indien in het scherm niet alle 5 delen van kasjjoet 
aanwezig zijn, maar slechts 4 delen, dan zal het weerkaatste licht slechts 4 en geen 5 delen 
 
46

---