Inleiding tot de wetenschap Kabbala



Yüklə 1,26 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə26/103
tarix22.10.2018
ölçüsü1,26 Mb.
#75506
1   ...   22   23   24   25   26   27   28   29   ...   103

Schepper ingesloten: de verandering van de egoïstische wens in het altruïstische, dus het 
vermogen om deze in de tegengestelde richting tot de Schepper te wenden.  
 
Alle wensen bevinden zich in de Malchoet van de Oneindige wereld en zij maakt er gebruik 
van afhankelijk van het scherm dat in elk afzonderlijke geval in haar gemanifesteerd wordt: 
Zo zijn er schermen middels waarvan malchoet de werelden en/of verschillende partsoefiem 
opbouwt (dus de structuur van het Heelal van boven naar beneden vóór het scheppen van onze 
wereld met de mens daarin – vert.). Bepaalde typen schermen dragen bij aan het verschijnen 
van zielen. Dat zijn allemaal delen van de Oneindige wereld. 
 
Het is gemakkelijker om een genieting te weigeren dan het omwille van de gever te 
ontvangen. Omwille van de Schepper te ontvangen is moeilijker dan de gehele hoeveelheid 
geheel te weigeren en daarmee niet  “werken”. Indien er in een bepaalde klie opeens een wens 
verschijnt om voor zichzelf te ontvangen,  waarop dus geen scherm aanwezig is, dan nadert 
eerst het licht als het ware tot een klie, en deze trekt het licht aan. Maar zodra het licht naar 
binnen wenst te dringen, komt de wet van de Ts”A in werking en het licht verdwijnt. Nadat de 
Malchoet van de Oneindige wereld de Ts”A maakte, werd deze wet door de Schepper 
aangenomen. Ook wij bevinden ons onder de macht van deze wet en daarom nemen wij 
helemaal geen geestelijke genietingen waar voordat wij een scherm op deze genietingen gaan 
maken. En hoe zit het met de genietingen van onze wereld? Dat is een deeltje, een microdosis 
van het licht uit de gehele Malchoet van de Oneindige wereld, die voor onze waarneming is 
toegelaten en die buiten de Ts”A kan bestaan. Juist zij trekt onze wereld uit de grenzen van 
het geestelijke naar het materiële niveau. Het uitreiken buiten de perken van onze wereld is 
alleen mogelijk middels het verkrijgen van een scherm. Indien er een scherm aanwezig is op 
een grote genieting, dan bestaat het automatisch ook op de kleinere. Om op te houden een 
genieting voor zichzelf te willen ontvangen, dient men deze met een intentie om te geven te 
bekleden (or chozer) en met een intentie omwille van de Gever te ontvangen. Beweging in de 
geestelijke wereld geschiedt alleen door een verhoging of een verkleining van de 
schermkracht. De gehele schepping, ofwel de gehele Malchoet van de Oneindige wereld 
verkrijgt geleidelijk een scherm op al haar wensen. Wanneer een scherm zal zijn gemaakt op 
absoluut alle wensen van de Malchoet, zal deze staat van Malchoet gmar tiekoen heten. Dit is 
de uiteindelijkebedoeling van de hele handeling van de schepping. De vorming van het 
scherm, zijn wisselwerking met het licht, de bekleding van het licht in het or chozer  heet 
“voorschrift” (mietsva). En het ontvangen licht zelf heet de Thora. In totaal zijn er 620 
niveaus, traptreden, maten van wisselwerking tussen het scherm en het licht ten behoeve van 
het ontvangen van alle deeltjes van het licht in alle wensen van de malchoet. Wanneer de 
malchoet zich volledig met het licht van de Schepper zal opvullen, dan zal zij de Thora in al 
haar totaliteit  ontvangen en de staat van volmaaktheid  bereiken. 
 
23) Wij dienen nog op te helderen, waarom het licht kether  juist ontbreekt als een vat 
malchoet afwezig is. Wanneer bovendien ook nog een vat tieferet afwezig blijkt te zijn, 
ontbreekt ook nog het licht chochma e.d. Op het eerste gezicht schijnt alles juist omgekeerd te 
zijn: indien een scherm geen aviejoet op de bchiena dalet heeft en niet over een vat malchoet 
beschikt, dan zou naar verwachting het licht malchoet (nefesj) moeten ontbreken. Indien 
echter twee vaten ontbreken – de bchiena giemel en de bchiena dalet, dan zou naar 
verwachting de lichten tieferet en malchoet ontbreken. 
 
Het lijkt erop, dat indien er geen weerstandskracht op de meest grote wens - malchoet
aanwezig is, zou ook het licht malchoet moeten ontbreken, dus juist het licht, welke in deze 
wens binnenkomt. Waarom zeggen wij dan, dat in dit geval het meest grote licht, dus kether 
 
51


ontbreekt? Want dat is toch het licht, dat in de bchiena kether binnenkomt? Dat wordt 
verklaard door tegengestelde onderlinge afhankelijkheid tussen licht en klie, dus doordat 
aanvankelijk in de meest kleine wens – kether - het kleinste licht – nefesj - het licht van 
malchoet, binnenkomt. Dit licht nefesj hoort voorlopig niet bij de klie die gevormd is, maar 
neemt zijn plaats tijdelijk in het vat in? Maar naarmate de wens groeit, om precies te zijn, 
naarmate het scherm op alle steeds meer egoïstische wensen verkregen wordt, zal een steeds 
groter licht  de klie kether binnenkomen en uit de kether naar beneden in de chochma, biena, 
tieferet, malchoet zullen lichten neerdalen, totdat in de malchoet het licht nefesj, en in de 
kether het licht jechieda binnen zullen gaan. (Dit lijkt ook weer zo’n heel technische uitleg
waar de hersenen van gaan duizelen,  weinig leesbaar e.d. Want ons aards verstand dat slechts 
‘onze wereld’ gaarne bereid is waar te nemen, aanvaardt in de regel slechts datgene wat 
‘lekker leesbaar is’, en de rest slaat het over. Dat is zijn aard, het kan niet helpen. Maar juist 
door moeilijk lijkende passages gaat men vooruit! Bovendien gaat het in de Kabbala om alles 
behalve hersenen. Laat ze dus maar duizelen! – vert.). 
 
24) Het gaat erom, dat er een omgekeerde onderlinge afhankelijkheid bestaat tussen lichten en 
vaten: in een partsoef ontstaan en groeien eerst de hogere vaten, vanaf de kether. Daarna komt 
een vat chochma e.d., totdat de malchoet aan de beurt komt. Daarom noemen wij de vaten 
volgens de orde van hun groei: kether, chochma, biena, tieferet en malchoet (KaChaBToe”M 
– 2 tussenklanken “a” staan voor een vlotte uitspraak; de verbindingsklank “-oe” betekent een 
voegwoord “en” – vert.) Met de lichten is het echter omgekeerd: eerst komen lage lichten de 
partsoef binnen. Het meest lage licht is nefesj, het licht dat zich binnen de malchoet dient te 
bevinden. Vervolgens het licht roeach (het licht Zeir Anpien) en verder totdat het licht 
jechieda aan de beurt komt.  Daaromnoemen wij de lichten in zo’n volgorde: nefesj, roeach, 
nesjama, chaja en jechieda (NaRaNCha”J), van beneden naar boven, volgens de orde van 
hun binnenkomst in de partsoef. Wanneer een partsoef slechts één vat heeft – en dat kan 
slechts het vat kether zijn – dan komt er eerst niet jechieda binnen, die zich binnen het vat 
kether dient te bevinden, maar nefesj, dus het meest lage licht. Wanneer in een partsoef twee 
hoogste vaten verschijnen - kether en chochma - dan komt er in de partsoef tevens het licht 
roeach binnen. Het licht nefesj gaat uit het vat kether en daalt af in het vat chochma, en het 
licht roeach komt in het vat kether binnen. En wanneer in de partsoef verschijnt het derde vat 
– biena, dan gaat het licht nefesj van het vat chochma weg en daalt in het vat biena af. Het 
licht roeach daalt in het vat chochma af en het licht nesjama komt in het vat kether binnen. 
Wanneer in de partsoef het vierde vat – tieferet -  verschijnt, dan komt in de partsoef het licht 
chaja binnen en dan daalt het licht nefesj uit het vat biena in het vat tieferet af, het licht 
roeach – in het vat biena, het licht nesjama – in het vat chochma en het licht chaja in het vat 
kether. En wanneer in de partsoef het vijfde vat – malchoet verschijnt, dan komt in deze 
partsoef het licht jechieda binnen. En dan bevinden alle lichten zich op hun plaatsen, omdat 
het licht nefesj uit het vat tieferet gaat en afdaalt in het vat malchoet, het licht roeach daalt in 
het vat tieferet af, het licht nesjama daalt in het vat biena af, het licht chaja in het vat 
chochma en het licht jechieda  in het vat kether
 
Wanneer een partsoef, die uit vijf delen van de wens om te ontvangen bestaat (keliem kether, 
chochma, biena, tieferet en malchoet) en met licht gevuld is, dan bevindt zich het licht nefesj 
in de malchoet, roeach  in de tieferetnesjama  in de bienachaja in de chochma en jechieda 
in de kether. Zo ziet een gevulde partsoef eruit. Maar de vorming ofwel de correctie van 
keliem, het verkrijgen van scherm, vindt plaats van het meest niet-egoïstische (kether) tot het 
meest egoïstische (malchoet), van boven naar beneden. Hun opvulling met lichten geschiedt 
echter van het meest zwakke qua genietingskracht licht (nefesj), tot de meest sterke genieting 
(jechieda). Alle lichten komen geleidelijk één voor één eerst in de kether binnen. Het vullen 
 
52


Yüklə 1,26 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   22   23   24   25   26   27   28   29   ...   103




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə