Inleiding tot de wetenschap Kabbala

een voortbrengsel van onze fantasie. Geen enkel kabbalist zich als doel stelde om alles uiteen 
te zetten. Zij schreven daarvoor, opdat wij zelf ons zouden doen stijgen en gaan voelen, en 
niet dat wij dikke folianten zouden gaan lezen. In onze wereld kan men leven, en pas later de 
natuur beginnen te bevatten. In de geestelijke wereld dient men echter eerst te bevatten, en pas 
dan beginnen te leven. Het geestelijke bevatten is een gevoelsmatig bevatten.  
 
131)De partsoef Abba ve Iema van de M”A Chadasj op het niveau biena sorteerde uit en sloot 
bij zich de onderste helft van de partsoef chochma-biena van de wereld Nekoediem aan, dus 
hun ACha”P, die ACha”P bevond zich tijdens de katnoet op een lagere traptrede – Za”T van 
de wereld Nekoediem, en vervolgens tijdens de gadloet van de wereld Nekoediem stegen 
omhoog en  verenigden zich met G”E van de Abba ve Iema. Echter tijdens het breken van de 
vaten vielen deze ACha“P in Za”T van de wereld Nekoediem en werden geannuleerd. Juist 
deze gebroken vaten sorteerde than Abba ve Iema de M”A Chadasj uit als noekva, en nu 
heten zij Za”T de chochma en zes onderste sfirot (vav tachtonot) de biena van de kant van 
Bo”N. Waarom zijn er 6 sfirot in Bo”N van de biena, en niet 7? Omdat de traptrede chessed 
van de biena bleef samen met Ga”R de chochma en biena de Bo”N in de partsoef Atiek 
achter, en in de onderste helft van de biena bleven slechts zes onderste sfirot over vanaf 
gvoera tot malchoet. En aldus biena de M”A Chadasj wordt als zachar van de Abba ve Iema 
geacht, en Za”T van chochma-biena van de Bo”N dienen als noekva van de Abba ve Iema. De 
IesjSoe”T de M”A, dus Za”T de Abba ve Iema sloten bij zich de malchoet van chochma-
biena van de Bo”N aan. 
 
Hierin wordt gezegd over de wijze, waarop de rosjiem hoofden van de wereld Atsieloet sloten 
de rosjiem van de wereld Nekoediem bij zich aan. De wereld Nekoediem was aanvankelijk in 
katnoet, vervolgens in gadloet, wanneer zijn hoofden kether en Abba ve Iema sloten hun 
ACha”P bij zich aan en het licht van de gadloet ontvingen. Dit licht gaven zij door in G”E de 
Zo”N, doch één of andere vonken van licht kwamen onder de parsa door, wat leidde tot het 
breken van de vaten, hun vallen naar beneden en dood. De rosjiem van de wereld Nekoediem 
kwamen wederom in de staat katnoet met een verlies van het licht gadloet. Verder in plaats 
van van de wereld Nekoediem verscheen de wereld Atsieloet. Het doel van het bestaan van de 
wereld Atsieloet – om de gebroken vaten te corrigeren, dus ze omhoog te brengen, bij zich 
aansluiten en met licht te vullen, maar op de manier, dat men geen  nieuw breken van de vaten 
toelaat. De wereld Atsieloet – dat is, in feite, dezelfde wereld Nekoediem, maar een eentje, 
die wereld in het juiste regime werkt. Bij hem kunnen geen fouten zijn, omdat hij beschikt al 
over de resjiemot over het breken van de vaten en weet, hoe op te treden, om deze toestand 
niet te laten herhalen. De partsoef Atiek de Atsieloet sloot de meest zuivere vaten bij zich aan: 
het bovenste deel van de kether van de wereld Nekoediem en het bovenste deel van Abba ve 
Iema van de wereld Nekoediem en de Za”T van de wereld Nekoediem, dus de 7 wortels-
kiemen (kethers) met de informatie over de toekomstige goef van de wereld Nekoediem. De 
Ariech Anpien neemt na zijn verschijning de verantwoordelijkheid op zich om de ACha”P de 
kether van de wereld Nekoediem te corrigeren, dus bij zich aan te sluiten en met licht te 
vullen. De partsoef Abba ve Iema is verantwoordelijk voor de correctie en vulling van 
ACha”P de Abba ve Iema van de wereld Nekoediem. Abba ve Iema – dat zijn, a.h.w. twee 
partsoefiem samen: chochma en biena. De partsoef chochma, dus Abba van de wereld 
Atsieloet, sloot ACha”P de Abba van de wereld Nekoediem bij zich aan, en Iema van de 
wereld Atsieloet sloot niet alle ACha”P de Iema van de wereld Nekoediem bij zich aan, maar 
op één sfira chessed minder, omdat chessed wordt in de biena als een gevend deel beschouwd 
en behoort tot de rosj. Bij het bestuderen van wederzijdse verbinding tussen de 
uitgecorrigeerde en ongecorrigeerde eigenschappen (vaten) in de wereld Atsieloet, begrijpen 
wij het beter, waarover zullen wij in de toekomst beschikken, hoe en met die hogere 
 
176

---

eigenschappen zullen wij verbonden zijn, immers onze zielen – dat zijn juist gebroken vaten. 
Het aansluiten van de vaten van de wereld Nekoediem, die vaten bevinden zich links ten 
opzicht van de vaten van de wereld Atsieloet, geeft aan, dat daar verspreidt zich licht 
chassadiem, wiens richting is altijd naar de breedte van rechts naar links. Het licht chochma 
verspreidt zich van boven naar beneden. Hieruit wordt het duidelijk, dat de hoogte van een 
partsoef hangt van de hoeveelheid van het licht chochma af, en de inhoud – van de 
hoeveelheid van het licht chassadiem (correctie). Deze parameters vullen elkaar aan. Het licht 
chochma verspreidt zich slechts volgens het verspreiden van het licht chassadiem.  
 
132)De partsoef Zo”N de M”A Chadasj, die slechts sfirot Z”A en sfirat kether in de malchoet 
heeft, sorteerde uit en sloot als noekva de G”E van de Za”T van de wereld Nekoediem bij zich 
aan. Hij plaatste ze links, toch zelf bevindt hij zich ten opzicht van hen rechts. En IesjSoe”T 
de M”A, die zijn de 7 onderste sfirot van Av”I (Abba ve Iema – vert.), sloten de sfirot 
malchoet van de bchienot chochma en biena van de partsoef Bo”N bij zich aan. 
 
De G”E de Za”T van de wereld Nekoediem waren niet gewoon geannuleerd, zij werden 
gebroken samen met de vaten, die zich onder de parsa bevonden. Derhalve, zij kunnen niet 
gewoon bij de Zo”N van de wereld Atsieloet worden aangesloten, gelijk de manier, waarop] 
de andere partsoefiem van de M”A Chadasj de noekvot van de wereld Nekoediem bij zich 
aansluiten. Men dient de klie Za”T van de wereld Nekoediem eerst corrigeren middels het 
stijgen van M”A en de erop volgende handelingen. Er bestaat slechts één vat – de wens om te 
genieten, welk vervolgens de eigenschappen van de Schepper verkrijgt, dus de 9 bovenste 
sfirot, door ze te gebruiken ten behoeve van het correctiewerk  aan zijn egoïsme. En naarmate 
het egoïsme wordt gecorrigeerd, begint de malchoet de eigenschappen, die zij van de 
Schepper in haar 9 sfirot ontving, anders te benaderen. Op elk afzonderlijk niveau zijn de 
combinaties van 9 eigenschappen en de malchoet volkomen verschillend en gelijken niet op 
die, die bij het voorgaande niveau aanwezig waren. Zo is ook het geval met de mensen. Ieder 
verschilt van de ander naar eigenschappen van zijn karakter. Wij zijn niet eens in staat om alle 
nuances van deze eigenschappen op te vangen noch naar een uiterlijk aanblik, noch, des te 
meer, naar hun innerlijke inhoud. Aan de ene kant, lijkt het ons, dat geestelijke krachten, c.q. 
objecten, zijn tamelijk eenvoudig. Vanaf de kether tot de malchoet zijn er tien delen met tien 
in elk van hen – en dat is alles. Maar wij dienen te begrijpen, waarom is in de geestelijke 
wereld zo’n geweldig grote hoeveelheid verbrokkelingen en wat geeft het ons. Het 
belangrijkste is, dat bij al deze veelheid aan wensen één intentie blijft, die verenigt ze allen 
samen en geeft hen een voltallige voltooiing, volmaaktheid: de intentie omwille van de 
Schepper. De volmaakheid op zichzelf is zeer eenvoudig, dus zij is ondeelbaar, en indien zij 
wel verdeeld wordt, dan is dat al geen volmaakheid, er bestaat al in iets een verschil. De 
gemeenschappelijkheid van de intentie leidt in het geestelijke tot de volmaaktheid. Zolang 
deze er niet is, worden wij overspoeld door een geweldige hoeveelheid wensen met al hun 
verbanden, met een verschrikkelijk besturingssysteem en onberekenbaarheid. In de ideëele 
vorm echter, in datgene, wat zich buiten ons heen bevindt, bestaat één Malchoet van de 
Oneidige wereld, die volkomen met licht is gevuld. Baal haSoelam schrijft in zijn 
handschriften (die, trouwens, nog geen licht hebben gezien, daar de mensen nog niet rijp zijn 
voor datgene, wat daar geschreven is) over zo’n complexe correlaties, geeft hen zulke 
benamingen, op zo’n (hoog – vert.) niveau van de vatbevatting, die in de “TES” überhaupt 
niet zijn. Hij kan over zulke complexe processen spreken daarom, omdat hij zelf zich in een 
absoluut eenvoudige volmaaktheid bevindt, dus het één bepaalt het  andere: hoe hoger je 
hoofd is, dat al het eenvoud en gemeenschappelijkheid van het systeem doorziet, in des te 
meer kleine details kan je indringen, door in hun uiterlijke verward-zijn dezelfde 
volmaaktheid en eenvoud te zien. Dat gelijkt op een geleerde, die, naargelang hij zich steeds 
 
177

---