Inleiding tot de wetenschap Kabbala



Yüklə 1,26 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə84/103
tarix22.10.2018
ölçüsü1,26 Mb.
#75506
1   ...   80   81   82   83   84   85   86   87   ...   103

waarover de Ts”B heerst. De Ariech Anpien, die uit de partsoef Atiek is ontstaan, spreidt zich 
uit vanaf pe de rosj van de Atiek en tot de plaats, waarnaartoe het licht chochma zich kan 
verspreiden, dus tot de parsa. Uit pe de rosj van de Ariech Anpien ontstaat en komt eruit de 
derde partsoef van de wereld Atsieloet, dus Abba ve Iema en wordt beëindigd  op het niveau 
van de taboer van de Ariech Anpien.  De Ariech Anpien, Abba ve Iema, dus de biena van de 
wereld Atsieloet, brengt de volgende partsoefiem voort, die men als één kan beschouwen: de 
Z”A en de malchoet – Zo”N. Deze partsoef bekleedt zich op de Zo”N van de Ariech Anpien 
en reikt tot de parsa. Verder zullen wij leren, hoe verandert de wereld Atsieloet onder invloed 
van hogere en lagere geestelijke objecten. De opwekking van boven – dat zijn feestdagen
sjabbatten, begindagen van maanden, dus de dagen van het jaar die verschijnen zonder 
verband met datgene, wat zich beneden voordoet, dus in de werelden BieJ”A. De opwekking 
van beneden – dat is een opwekking, die van de zielen uitgaat, die zich in de werelden BieJ”A 
bevinden. Deze zielen eisen van de wereld Atsieloet om hen omhoog te brengen, te corrigeren 
en met licht te vullen. In zulk geval Atsieloet verplicht zich om op het verzoek van beneden te 
reageren. Zijn reaktie uit zich daarin, dat hij het licht van boven ontvangt en hem naar 
beneden overbrengt. Zowel in de wereld Nekoediem, als in de wereld Atsieloet tijdens de 
toestand katnoet zijn de zes bovenste sfirot van de Z”A, die ChaBa”D-ChaGa”T heten, en 
slechts één sfira kether van de malchoet zich boven de parsa bevinden, maar de drie onderste 
sfirot (NeH”J) van de Z”A en de 9 onderste sfirot van de malchoet (vanaf de sfira chochma tot 
de sfira malchoet de malchoet), zich onder de parsa bevinden. Zoals boven reeds is gezegd, 
vóór de Ts”B beschikte de malchoet niet over haar eigen sfirot, zij was een punt. Als gevolg 
van de Ts”B de malchoet steeg omhoog, en dankzij dit feit, komen ter haar beschikking alle 
sfirot, die zich thans onder haar bevinden (het onderste derde van tieferet, netsach, hod en 
jessod), waardoor zij in een zelfstandige partsoef verandert. Vervolgens worden deze 4 sfirot 
volgens speciale wetten in 10 sfirot hergroepeerd. Een sfira – dat is een eenduidige bepaalde 
eigenschap van de Schepper, die door de malchoet als onwrikbaar wordt waargenomen. De 
sfira daat – dat is het verzoek, welk van de Z”A en de malchoet in de biena opstijgt om hen 
het licht chochma te geven. De sfira daat heeft geen vaste plaats, dat is de wens om het licht 
chochma te ontvangen (“tekort”), die de biena i.v.m. het verzoek van Zo”N ondervindt. Zodra 
de Z”A begon zich te breken, terstond ging zijn verzoek aan de biena geleidelijk afnemen: 
eerst op de sfira kether, vervolgens chochma e.d. tot aan de uiteindelijke verdwijning toe. 
 
129)En weet, dat elke traptrede van de 5 partsoefiem M”A Chadasj, naarmate hun uitkomst, 
sorteerde en vervolgens sloot bij zich één of ander deel van de vaten van de wereld 
Nekoediem aan. Dit deel werd voor deze traptrede als noekva (dus degene, wie verzoekt, dat 
men hem met licht vult). Zo, sloot de Atiek bij zich na zijn ontstaan alle Ga”R van de wereld 
Nekoediem aan, die ongeschonden bleven na het breken van de vaten, dus G”E, of te wel, de 
bovenste helften van elke traptrede. Derhalve, de partsoef Atiek sloot bij zich slechts de 
bovenste helften van de kether, chochma en biena (Abba ve Iema) aan, alsmede de 7 kethers 
van de zeven onderste sfirot. Alle bij de Atiek aangesloten delen werden ten opzicht van hem 
als noekva, die hij verplicht is met licht te vullen. De Atiek en de bij hem aangesloten delen 
kregen de benamingen M”A en Bo”N van de Atiek van de Atsieloet. M”A heet zachar 
(mannelijk beginsel) en de gevende in de Atiek, en Bo”N heet nekeva (vrouwelijk beginsel) 
en de ontvangende in de Atiek. Zij bevinden zich ten opzicht van elkaar paniem (Atiek de 
M”A - M”A de Atiek) en achoraim (Atiek de Bo”N – Bo”N de Atiek). 
 
In het algemeen, zijn alle partsoefiem van de wereld Atsieloet volgens hetzelfde principe 
opgebouwd. Alle vaten van de wereld Atsieloet zelf, die ontstonden als gevolg van een 
zievoeg op de resjiemot alef/sjoresj, dus zijn eigen sfirot kether, chochma e.d., vormen de 
rechte lijn van de wereld Atsieloet, er is licht in hen, en zij heten M”A en zachar. Elke van 
 
174


deze sfirot (partsoefiem) neemt zich overeenkomstige gebroken of leeggemaakte, dus 
geannuleerde vaten uit de wereld Nekoediem en bouwt zich van hen de linke lijn. Deze lijn 
eist correctie en daarop volgende vulling met licht – deze vaten heten Bo”N of noekva. 
Derhalve, de wereld Atsieloet bevat vijf paren partsoefiem (eigenlijk, zes, wij zullen dat 
uitvoerig in de “TES” bestuderen): de Atiek en zijn Noekva (kether); Ariech Anpien en 
Noekva (chochma); Abba (zachar) ve Iema (Noekva) – de partsoef Ga”G de biena; Israël 
Saba (zachar) ve Tvoena (Noekva) (afk. IesjSoe”T) – de partsoef Za”T de biena; de Z”A en 
zijn Noekva; en tevens de Malchoet, ten opzichte waarvan de zielen zijn noekva, die correctie 
eisen. De Tvoena – dat is het deel van de biena, waarin verschijnt de embryo van de 
toekomstige sfira (of partsoef) – de Z”A. M.a.w., dit deel van de biena kan men barmmoeder 
noemen. In het Hebreeuws heet zij ook zo: “rechem”. Dat is de plaats van een zievoeg, het 
ontstaan en het geboorte. De Atiek, die niets met het breken van de vaten te maken heeft, 
zoekt uit en sluit bij zich de niet-gebroken vaten G”E van kether en Abba ve Iema aan, die na 
het breken bleven leeg achter, en verplicht zich hen met licht te vullen. De wereld Atsieloet – 
dat is, in feite, dezelfde wereld Nekoediem, doch in een speciaal beveilingssysteem is 
voorzien tegen het breken van vaten. De grondslag van dit systeem vormt het principe, dat de 
grote vaten kleine porties licht ontvangen. Datgene, wat een sfira in de wereld Nekoediem 
was, verandert in een gehele partsoef in de wereld Atsieloet. De aan het egoïsme weerstand 
biedende kracht zal veel groter zijn dan het egoïsme zelf. Elk gevend deel in de partsoef  heet 
M”A, en het ontvangende – Bo”N. Maar in de wereld A”K in M”A en Bo”N schijnt het licht 
chochma, doch in de wereld Atsieloet – het licht chassadiem. De wereld Atsieloet heet 
gevende, zachar, invloed-uitoefende, corrigerende en het mannelijke beginsel. Maar de wereld 
Nekoediem ten opzicht van de wereld Atsieloet heet nekeva, ontvangende en corrigeerbare 
middels de wereld Atsieloet. Niet elk bovenstaande vat kan men bestempelen als gevend, en 
een volgend vat als ontvangend. Bijvoorbeeld,  biena wenst niets te ontvangen, is zij nou 
M”A of Bo”N? Slechts Z”A en malchoet (noekva) kunnen heten M”A en Bo”N. Indien 
gevende en ontvangende staan in een positie gezicht tot gezicht, dan zijn zij beide bereid de 
één om te geven, en de ander om licht te ontvangen. Indien er sprake is van de overbrenging 
van het licht chassadiem, dan verschijnen begrippen “rechte” en “linke”, aangezien het licht 
chassadiem geeft niet de hoogte, doch de breedte van het geestelijke bevatten aan: daar, waar 
veel licht chassadiem is, heet “rechte”; en daar, waar weinig licht chassadiem is heet “linke”. 
 
130)De partsoef Ariech Anpien, die heeft het niveau chochma, controleerde en sloot bij zich 
de onderste helft van de kether van de wereld Nekoediem aan, dus ACha”P van de kether, die 
bevonden zich tijdens de katnoet op de lagere traptrede (chochma en biena, Abba ve Iema) 
van de wereld Nekoediem. De Ariech Anpien veranderde deze ACha”P in zijn noekva. De 
M”A (zachar) van de Ariech Anpien bevindt zich rechts, en zijn noekva, die heet Bo”N, staat 
links. De partsoef Atiek sloot het onderste deel (ACha”P) van de kether van de wereld 
Nekoediem bij zich niet aan, omdat hij overeenkomt met het eerste hoofd van de wereld 
Nekoediem, en zijn niveau is zeeer hoog. Daarom sloot hij slechts Ga”R van de kether en 
Ga”R van Abba ve Iema bij zich aan, dus de vaten, waarin helemaal geen schending tijdens 
het breken plaatsvond, wat men niet kan zeggen van ACha”P de kether, die vielen tijdens de 
katnoet op een lagere traptrede en keerden op hun traptrede tijdens de gadloet terug, waarbij 
zij zich met de kether verenigden. Maar tijdens het breken van de vaten vielen de ACha”P 
wederom en werden geannuleerd. Daarom slechts de Ariech Anpien kan ACha”P de kether 
bij zich aansluiten, en niet de Atiek. 
 
Er bestaan slechts licht en vat, doch bestaan dermate veel van hun combinaties en wederzijdse 
verhoudingen, dat het niet te inventariseren valt. Allen de mens, die op dit niveau is verheven, 
kan duidelijk zeggen, zo is het of anders. Aan ons is het echter weinig bekend. Dat is eerder 
 
175


Yüklə 1,26 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   80   81   82   83   84   85   86   87   ...   103




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə