dieper
in zijn wetenschap doordringt, des te grotere samenhang in alle elementen ziet, die een
gemeenschappelijk plaatje samenstellen.
133)Enfin, wij hebben uiteengezet, wat zijn M”A en Bo”N in de 5 partsoefiem van de wereld
Atsieloet, waar 5 traptreden van de M”A Chadasj, dus de eigen vaten van de wereld Atsieloet,
sorteerden voor zichzelf uit de oude vaten (die in de wereld Nekoediem bestonden) de voor
hen geschikte vaten uit en corrigeerden ze, waarbij zij hen als noekva gebruiken die Bo”N
heet. Derhalve, M”A de Atiek corrigeerde de bovenste helft van Ga”R van de Nekoediem,
terwijl M”A de Ariech Anpien en Abba ve Iema sorteerden en corrigeerden de vaten van de
onderste helft van Ga”R van de Nekoediem, die tijdens de katnoet
van de wereld Nekoediem
gebruikt werden, en vervolgens werden gebroken, vielen en verdwenen. En M”A de Zo”N
sorteerde en corrigeerde de vaten uit G”E de Za”T van de wereld Nekoediem, die tijdens de
gadloet ook werden gebroken en geannuleerd samen met hun ACha”P.
In totaal werden 320 delen gebroken. De berekening is als volgt: 8 melachiem, in elke
waarvan is HaVaJ”A: joed-kej-vav-kej, en in elke waarvan zijn 10 sfirot. In totaal:
8x4x10=320. Van deze 320 delen zijn in totaal 32 malchoejot (mv. van malchoet – vert.), die
heten “lev ha-even”, “het stenen hart”. De overige 288 delen heten RaPa”Ch en behoren tot de
eerste 9 sfirot. Elke scherf van het gebroken vat – dat is een vonkje, welk van het scherm is
overgebleven, welk scherm een partsoef in zijn voorgaande ongeschonden toestand had.
Boven de parsa bevinden zich G”E van de kether en G”E van de Abba ve Iema, op de plaats
van de gewezen G”E de Zo”N de Nekoediem bevinden zich de gevallen ACha”P de Abba ve
Iema, en onder de parsa – de gebroken vaten. Op de plaats van
de wereld Nekoediem ontstond
de wereld Atsieloet met 5 partsoefiem. De gehele Ga”R de Atsieloet neemt zich Ga”R de
Nekoediem, corrigeert ze, vult ze met het licht gadloet. De Zo”N de Atsieloet corrigeren G”E
de Zo”N van de wereld Nekoediem. Zowel G”E, als ACha”P de Zo”N van de wereld
Nekoediem, werden gebroken en vielen onder de parsa. Na het breken vermengen alle
scherven van de vaten zich, door zich in elkaar in te sluiten. Waarom sluiten G”E en ACha”P
zich in elkaar juist bij de breking? Verenigt soms de intentie “omwille van het ontvangen”
meer, dan die van “omwille van het geven”? Vóór het breken hebben G”E en ACha”P één
intentie om te geven. Na het breken, in een ongecorrigeerde toestand, hun intentie is
wederom gelijk – te ontvangen. Daarom het verband tussen hen wordt ook na het breken
bewaard gebleven, ondanks het feit, dat elke scherf gewaarwordt zichzelf thans afzonderlijk
van anderen. Echter G”E en ACha”P
vormen al geen geheel, daarom is ook het verband
tussen hen, indien dat nog is, wordt gekenmerkt slechts als een insluiting. Derhalve, er
bestaan (zijn overgebleven) de volgende 4 typen gebroken vaten:
G”E (gevende vaten)
G”E binnen Acha”P
Аcha”P binnen G”E
Acha”P (vaten van ontvangst)
De Zo”N van de wereld Atsieloet neemt zich slechts de vaten, die tot G”E behoren. ACha”P –
dat zijn egoïstische vaten, zij kunnen voorlopig niet gecorrigeerd zijn, dat is namelijk lev- ha-
even. Er blijven nog twee typen vaten – G”E binnen ACha”P en ACha”P binnen G”E. Deze
vaten kan men op één of andere manier corrigeren. De G”E binnen ACha”P – dat zijn
gevende vaten, die zich binnen vaten van ontvangst bevinden. Zulke incrustatie kan men
gebruiken ter vorming van werelden BieJ”A onder de parsa: Brieja – G”E in ozen (biena, dus
ACha”P – vert.); Jetsiera – G”E in chotem (Z”A, dus A
Cha”P – vert.) en Asieja – G”E in pe
(malchoet, dus ACha”
P – vert.). Met het sorteren en het ontstaan van deze vaten houdt zich de
178
malchoet van de wereld Atsieloet bezig. Middels ACha”P, die in G”E zich bevinden, kunnen
wij in de toestand gadloet van de wereld Atsieloet overgaan.
Indien de wereld Atsieloet
slechts in katnoet zal blijven, zal zij niets onder de parsa kunnen corrigeren, dus de vaten, die
tot ACha”P de Zo”N van de wereld Nekoediem behoren. Juist daarom, omdat ACha”P zich
binnen G”E van de gebroken vaten bevinden, kan men deze ACha”P omhoogbrengen en,
boven de parsa, hen bij de correctie te betrekken, door hen als vaten van ontvangst te
gebruiken. Daarin is het werk van de mens besloten. Er wordt een bijzondere partsoef (de
gemeenschappelijke ziel) – Adam, gevormd, van wie hangt de correctie van dit gedeelte af
naar de mate, waarin hij zich corrigeert. Maar dit onderwerp zal door ons voorlopig niet
worden behandeld. Het is onmogelijk om de vaten
van ontvangst te corrigeren, wanneer zij op
zichzelf bestaan. Dat kan men pas doen, wanneer zij met de gevende vaten verenigd zijn.
Door middel van een onploffing en het breken vermengt de Schepper deze vaten, dus, in
feite, Hij vermengt Zijn wens om te geven met de wens van de Schepping om te ontvangen.
Thans zal een deel van de gebroken vaten én de wens om te ontvangen, én de wens om te
geven hebben, hoewel ook elke in zijn verhouding. Juist daarvoor het breken van de vaten,
dus de “zondeval” van Adam en andere “brekingen” nodig waren.
179
Onveranderlijke toestand en stijgingen der werelden
BaJ"А gedurende 6000 jaren
Pagina 143 t/m 143
Aangezien de wereld Nekoediem kon niet voortbestaan, daar hij in één keer al het licht in zijn
vaten niet kon ontvangen, bleef het licht boven de parsa in de wereld Atsieloet,
en onder de
parsa zet zich de correctie van de vaten voort. De gehele hoeveelheid licht boven de parsa
wordt verdeeld over 600 duizend delen, en elk ervan loopt 6000 traptreden-correcties door.
Dat is, a.h.w. een gigantische formatie uit 600 duizend mensen (dat heet één generatie). Elke
generatie dient 6000 traptreden door te lopen. Door de wereld Atsieloet worden de vaten
gecorrigeerd tot de ateret ha-jessod, dus de vaten van de malchoet en Za”T van de jessod
worden niet met licht gevuld. Daarom, als gevolg van de omgekeerde onderlinge verhouding
tussen lichten en vaten, kunnen in de wereld Atsieloet slechts de volgende lichten
binnenkomen: nefesj, roeach, nesjama en Va”K de chaja. De lichten jechieda en Ga”R de
chaja komen niet in de partsoef. Dit betekent, dat wij slechts de vaten van G”E gebruiken
(daarin komen de lichten nefesj en roeach binnen), en van ACha”P gebruikt men slechts hun
insluiting in G”E (daarin komen de lichten nesjama en Ga”R de chaja).
Atsieloet gebruikt
zulke voorwaarde van correctie om die reden, dat de Ts”B niet meer zal worden overtreden.
Met de echte ACha”P valt niet te werken, dus het is onmogelijk om hen met licht te vullen.
Het enige wat mogelijk is, is om ACHa”P omhoog in G”E te brengen, dus slechts met die
ACha”P te werken, die in staat zijn zich aan G”E gelijk te stellen. Elk deeltje, waarin de wens
voor de correctie wordt gemanifesteerd, bestaat uit 10 sfirot, of te wel, 4 bchienot. Daarvan
kether, chochma en Ga”R de biena kan men
corrigeren en met licht vullen, maar Za”T de
biena, Z”A en malchoet – niet. Er wordt een klein deel van de wensen gecorrigeerd, welk in
zich betrekkelijk onbeduidend licht ontvangt. En zo tot de komst van de Masjieach, wanneer
alle ACha”Pen stijgen in de wereld Atsieloet op en vullen zich daar met het licht. Dat
betekent dan Gmar Tiekoen.
134)Wij hebben boven al toegelicht, dat de overgang in gadloet in de wereld Nekoediem deed
zich in drie stadia voor: 1) cholam (punt boven de letter); 2) sjoeroek (punt binnen de letter)
en 3) chiriek (punt onder de letter). Op basis daarvan laten wij thans ontvouwen twee typen
aanvullingen bij 10 sfirot ter verkrijging van mochien de gadloet. De aanvulling tot gadloet
van de eerste type doet zich voor als gevolg van het stijgen van een partsoef middels zijn
insluiting in een hogere partsoef, bijvoorbeeld, wanneer Zo”N de A”K
gaven in de kether van
de wereld Nekoediem het nieuwe licht via de taboer door en deden de malchoet afdalen van
niekvej ejnajem van de kether in zijn pe, dan leidde dat tot het stijgen van ACha”P van de
kether uit rosj van Abba ve Iema, dat vulde de kether tot zijn 10 sfirot. Samen met ACha”P
van de kether stegen tevens G”E de Abba ve Iema op en sloten zich tot 10 volle sfirot van de
kether aan, daar een lagere, die op het niveau van een hogere opstijgt, wordt dezelfde als die
hogere. Daarom wordt het geacht, dat bij het stijgen van ACha”P van de kether kregen ook
Abba ve Iema ACHa”P ter aanvulling van 10 sfirot middels hun insluiting in de kether.
180