130
L i j s t
D E R G E S C H R I F T E N
,
UITGEGEVEN DOOR
Dr. E
.B. SWALUE
.
A. Oorspronkelijke.
1. De discidio ecclesiae Christianae in Graecam et Latinam, Photii auctoritate
maturato. L.B. 1829.
2. Leesboek over eenige voorname gedeelten van het O.T. Goes, 1838; herdrukt
in 1846 in twee stukjes.
3. Redevoering, uitgesproken bij de godsdienstige viering van het 25jarig bestaan
van het Nederl. Bijbelgenootschap te Goes, 17 Oct. 1839.
4. Verslagen van de Goesche afdeeling van het Ned. Bijbelgenootschap, 1836-1846.
5. Gedachten en herinneringen bij der Engelen kerstgezang. Schoonhoven, 1838.
6. Leerrijke beschouwing van de merkwaardige bijzonderheden, welke op den
moord in 1840 te Hoedekenskerke gepleegd betrekking hebben. Goes, 1841.
7. Leerrede over 2 Cor. III: 12, ter bevestiging van den Wel-Eerw. Heer E
. MOLL
,
als herder en leeraar te Goes, 1846.
8. Leerrede over Joh. IV:23, 24. Amsterdam, 1853, uitgegeven ten voordeele der
evangelische gemeente te Lise-Seraing.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
131
9. Leerrede over Joh. XIX: 28-30a ter bevestiging van nieuwe leden. Arnhem,
1858.
10. Leerredenen uitgegeven ter gelegenheid zijner 30jarige Evangeliebediening.
Amsterdam, 1860.
11. De daden der Zeeuwen gedurende den opstand tegen Spanje. Amsterdam, 1846.
12. Geschiedkundige aanwijzing van de redenen, waardoor in de Nederlandsche
Hervormde kerk sedert 1619 tot op onzen leeftijd nieuwe scheuringen zijn
voorgekomen. Amsterdam, 1849.
13. Toespraak gehouden den 30sten Aug. 1853 in het groot Auditorium te Leiden
voor de leden der academische vereeniging vóór 25 jaren gesloten onder de
spreuk: Haec res et jungit, junctos et servat amicos.
14. J
USTINUS VAN NASSAU
, meest naar onuitgegeven stukken. Amsterdam, 1858.
15. De Zeemanshuizen, meer bijzonder dat te Amsterdam. Amsterdam, 1858,
uitgegeven ten voordeele van dat Zeemanshuis.
16. De protestantsche en katholieke volken in hunnen burgerlijken, stoffelijken,
godsdienstig-zedelijken, kerkelijken en wetenschappelijken toestand, tijdens
en na den Munsterschen vrede tot op onzen tijd, met elkander vergeleken.
Amsterdam, 1859.
17. De vroegere en tegenwoordige godsdienstige toestand en behoeften der
protestanten in Hongarijë, bijzonder ten opzigte van de inrichtingen van
onderwijs. Amsterdam, 1859.
B. Vertalingen.
1. Constantine en de tweede onderneming der Franschen tegen hetzelve door een
ooggetuige. Met aanteekeningen. Goes, 1838.
2. De opstanden en omwentelingen in het Pausdom. Uit het Engelsch, met eene
voorrede, aanteekeningen en naschrift. Amsterdam, 1842.
3. De fransche geestelijkheid onder den invloed der Jesuiten door G
. LIBRI
. Uit
het Fransch met aanteekeningen van T
OXANDRIUS
. Amsterdam, 1844.
4. Geschiedenis der Hervorming. Naar het Hoogduitsch van T
H. MARHEINEKE
,
met aanteekeningen en een vervolg behelzende de hervorming in Nederland.
Amsterdam, 1847.
5. Kerkelijke geschiedenis der Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Uit het
Engelsch van R
. BAIRD
. Schoonhoven, 1849.
6. De roeping der Protestanten tegenover Rome in onzen tijd door J
.F.C. SANDER
.
Uit het Hoogduitsch, met eene voorrede. Amsterdam, 1853.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
132
7. Preeken voor zeelieden. Uit het Engelsch van G
. BARDER
, met eene voorrede
van W
. JAMIESON
. Amsterdam, 1853.
8. Brieven uit en over de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, door J
ONATHAN
.
Met eene inleiding en een bijschrift. Schoonhoven, 1853.
9. Beschaving en Christendom beschouwd in het licht der geschiedenis. Naar het
Hoogduitsch van Dr. L
. WIESE
, met aanteekeningen. Amsterdam, 1858.
10. Eenvoudige verklaring van de hoofdzaken in het Christendom
of der christelijke
waarheid door P
. JALAGUIER
. Uit het Fransch, met aanteekeningen, inleiding
en een naschrift. Amsterdam, 1859.
11. De Pelgrim-Vaders of Puriteinen stichters van Nieuw-Engeland. Naar het
Engelsch van W
.H. BARLETT
bewerkt met aanteekeningen en oorspronkelijke
bijlagen uit de beste Engelsche en Nederlandsche bronnen. Leiden, 1859.
C. Opstellen in tijdschriften geplaatst.
a. In de Uitlegkundige Bijdragen van B
. VAN WILLES
.
1.
Over de beteekenis van
e????? Luk. II: 14, 1e deel bl. 152-163.
2.
Beantwoording der vraag, in welken zin J
EZUS CHRISTUS
in het N.T. de Heer
genoemd wordt, 1e deel bl. 371-389.
3.
Proeve ter verklaring van Joh. I: 23, vergeleken met Matth. III: 3, Mark. I:
3, Luk. III: 4, 2e deel bl. 371-393.
b. In het Archief voor Kerkelijke Geschiedenis van K
IST
en R
OIJAARDS
.
1.
De abdijën van Egmond en Rijnsburg, 12e deel bl. 363-430.
2.
Het hospitaal te Cues en deszelfs Stichter, 14e deel bl. 113-172.
3.
De Kardinaal N
IKOLAAS VAN CUSA
en zijne werkzaamheid als pauselijk legaat
in Nederland, 9e deel bl. 1-115.
4.
Nalezing op die verhandeling, ald. bl. 235-283.
c. In de
Tafereelen uit de Geschiedenis der Christelijke kerk.
1.
De toestand en handelingen der christelijke kerk ten opzigte van bestuur en
tucht in de 4e, 5e en 6e eeuw, 2e deel bl. 215-236.
2.
De vereering der heiligen en de bedevaarten, ald. bl. 267-277.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865