133
3.
De beeldenstrijd en de groote scheuring, 3e deel bl. 96-111.
4.
Nieuwe Secten. De Irvingisten, Puseyïsten en Mormonen, 5e deel bl. 451-496.
d. In de Tafereelen uit de Geschiedenis der Christelijke kerk in Nederland.
1.
Voorvaderlijk heidendom. Nederland en het Frankische Christendom. E
LIGIUS
,
1e deel bl. 13-28.
2.
Het Angelsaksische Christendom op Nederlandschen bodem gebragt door
W
ILFRIED, EGBERT
en W
IGBERT
, ald. bl. 29-40.
3.
N
IKOLAAS VAN CUSA
in betrekking tot Nederland, ald. bl. 419-435.
e. In het Maandschrift voor Christenen, uitgegeven door den Ring van Amsterdam.
1.
Een woord ter aanmoediging tot medewerking aan de stichting van een
Zeemanshuis te Amsterdam, 1852 bl. 665-668.
2.
Het vertrouwen op God. Een woord van opwekking en bemoediging bij de
intrede van het jaar, 1853 bl. 1-20.
3.
De kerkvader A
UGUSTINUS
in zijnen milden echt-christelijken geest
gekenmerkt, 1853 bl. 503-516.
4.
De Evangelisatie in België, 1853 bl. 705-712.
5.
De gelijkenis der wijze en dwaze maagden, eene opwekking tot noodige
voorzorg ter gerustheid voor het oogenblik en de toekomst, 1854 bl. 1-16.
6.
J
ULIANA VAN STOLBERG
, Gravin van Nassau, zoo als zij gekend wordt uit
hare brieven, 1856 bl. 23-40.
7.
Verslag en inhoudsopgave van het proefschrift van Dr. N
.J. VAN IJSSELSTEIN
,
getiteld: De Fransche protestanten in de Nederlandsche republiek in den jare
1625. 1858 bl. 162-186.
8.
Hoe is het gedrag van D
AVID
en zijne voorgewende bereidwilligheid, om
met A
CHIS
en de Filistijnen op te trekken tegen S
AUL
en de Israëlieten te
verklaren en te beoordeelen? 1858 bl. 193-204.
9.
De Zeemanshuizen en bijzonder dat te Amsterdam, 1858 bl. 311-315.
10.
Beschaving en Christendom, beschouwd in het licht der
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
134
geschiedenis, naar het Hoogduitsch van L
. WIESE
, 1858 bl. 353-370, 421-431.
N
o
. 9 en 10 zijn ook afzonderlijk uitgegeven.
11.
De admiraal H
AMILTON
in zijne zorg voor het tijdelijk en geestelijk belang
van zeelieden, (vertaald). 1858 bl. 371-378.
12.
De voorbereiding der Kerkhervorming in Nederland, 1858 bl. 601-611.
13.
Het begrip van kerk in Evangelischen zin tegenover dat der pauselijke
hierarchie, geschiedkundig toegelicht. 1858 bl. 641-654.
14.
De laatste week des jaars. 1858 bl. 744-755.
15.
De burgerlijke, stoffelijke en godsdienstige toestand der protestantsche en
katholieke volken tijdens en na den Munsterschen vrede tot op onzen tijd met
elkander vergeleken. 1859 bl. 65-93.
(Ook afzonderlijk uitgegeven).
16.
E
RASMUS
over het lezen der H. Schrift en de verkeerdheid der Schriftgeleerden
van zijnen tijd. 1859 bl. 213-217.
17.
De vroegere en tegenwoordige godsdienstige toestand en behoeften der
protestanten in Hongarijë, bijzonder ten opzigte van de inrichting van onderwijs.
1859 bl. 257-278.
(Ook afzonderlijk uitgegeven).
18.
A
NNA REINHARD
. 1859 bl. 494-501.
19.
A
RGULA VON GRUMBACH
, geb.
VON STAUFF
, de Beijersche D
EBORA
. 1859
bl. 545-556.
20.
K
ATHARINA KRAPP
, de gade van M
ELANCHTHON
. 1859 bl. 606-620.
21.
Een zondag in Luik. 1859 bl. 686-696.
22.
P
HILIPPA GRABBERON
, geb.
DE LUNZ
. 1859 bl. 740-748.
23.
P
OMPONIA GRAECINA
of het -huisgerigt. Een tafereel uit de eerste eeuw van
het christendom. 1860 bl. 96-101.
24.
D
IONOTH
, abt van het klooster te Bangor tegenover den pauselijken zendeling
A
UGUSTINUS
. Een tafereel uit de Oud-Britsche kerk. 1860 bl. 102-108.
25.
A
NNA ASKEWE
. 1860 bl. 469-481.
f. In den Fakkel voor het schoone en goede, uitgegeven door J
.P. SPRENGER VAN EYK
.
Over de voortreffelijkheid van 's menschen gevoel voor natuur- en kunstschoon,
in het 13e deel bl. 203-243.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
135
g. In het Journal des travaux de la Societé française de Statistique universelle.
Notice statistique sur le royaume des Pays-Bas et ses colonies. n
o
. 3. Sept. 1845.
h. In de Bijdragen tot de kennis der Nederlandsche en vreemde koloniën.
1.
De werkzaamheden onzer Vaderen ter bevordering van beschaving en
christendom, bijzonder op Ceylon en Amboina. 1847 n
o
. 5, bl. 525-535.
2.
Zonderling voorbeeld van omhelzing en vermoedelijken afval van het
Christendom. ald. bl. 536-538.
i. In den Zeeuwschen Volks-Almanak.
Goed rond, goed Zeeuwsch.
1836.
Gesprek tusschen Z
EELANDUS
en een vreemdeling.
1837.
Het slot Ostende te Goes en de moerbeziënboom van J
ACOBA
VAN BEIJEREN
op hetzelve.
1838.
Iets over de oude schutterijën en hare hoven met derzelver
opschriften te Goes.
Eenige merkwaardigheden uit het leven van A
NDRIES SCHRAVER
.
1840.
Over eenige vermakelijkheden van vroeger tijd in Zeeland.
1841.
Iets over het provincialisme, en meer bijzonder over het
Zeeuwsche.
1842.
Het voormalige nonnenklooster Jeruzalem te Biezelinge.
1843.
De Goesche kerk.
1844.
Losse bladen uit de vroegere geschiedenis, met eenig bijschrift.
1845.
Herinneringen aan de Zeeuwen van vorige eeuwen.
1846.
Historische kleinigheden. Zeelandica.
1847.
j. In Nehalennia, Jaarboekje voor Zeeuwsche geschiedenis en letteren. 1849.
1.
De eerste armenschool in Zeeland en hare uitbreiding tot op den
tegenwoordigen tijd. 1849, bl. 115.
2.
Verslag van de Waalsche gemeenten in Zeeland vóór en na de herroeping
van het edict van Nantes.
k. In den Christelijken Volks-Almanak.
De jongste oogenblikken van eenige onvergetelijke Nederlandsche
mannen.
1845.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
Dostları ilə paylaş: |