De hulp van een werkgroep en een leider (
rav) in
de Kabbala komt hier op neer, dat alle
resterende wensen door éénenkele worden vervangen, nl. de wens om de Schepper te voelen
en te begrijpen (wij noemen dat dikwijls bevatten). Naar mate de opmars tot de Schepper
vordert nemen alle overgebleven wensen in kracht toe en begint deze opmars ons parten te
spelen. Er verschijnt verlangen naar geld, dan weer naar macht of naar eerbetoon, naar kennis
en naar het anders geslacht. Van boven af stelt men de mens bloot aan verleidingen. Hij wordt
aangetrokken door de mogelijkheid rijk te worden of de macht te grijpen. Dat alles doet zich
voor om de mens
zichzelf te laten leren kennen, opdat hij beseft wat zijn ambities en
zwakheden zijn. Hij moet zijn nietigheid kennen en ondervinden hoe groot zijn onvermogen
is om aan aanlokkelijke verleidingen weerstand te bieden. Daaruit zal hij moeten leren wat de
wens om te genieten, die door de Schepper geschapen is, inhoudt.
De Kabbala is de wetenschap aangaande de zelfkennis, aangaande de openbaring van de
Schepper in de mens. De mens zelf te weten komt, wat voor hem het meest noodzakelijk is.
Het is belangrijk wat de mens met zijn vrije tijd doet en waarover hij in de overgebleven tijd
nadenkt. Een kabbalist dient te werken. Vrije tijd kan men
dan pas op de juiste manier
invullen, wanneer men deze vooraf goed inplant. Belangrijk is de
intensiteit van de invulling
van zijn vrije tijd. Indien u in uw vrije tijd over de vraag nadenkt: “Waar leef ik voor?”dan zal
dit u in staat stellen om correct te denken ook gedurende alle resterende tijd. Als men zich
geestelijk verheffen wil, dan dient men datgene te hebben wat nodig is om zich, de wens om
te ontvangen, het egoïsme te kunnen corrigeren. Juist deze wens, die middels de intentie van
"ontvangen omwille van de Schepper" kan worden gecorrigeerd, wordt tot klie. In deze klie
komt dan het licht binnen dat daarvoor door de Schepper is voorbestemd. Nu blijkt het zo te
zijn, dat hoe egoïstischer de mens wordt (het egoïsme groeit namelijk
naar de mate waarin de
mens de Schepper nadert), des te beter het is. Het is nodig om de mens tot een nog grotere
egoïst te maken, opdat hij zal voelen, dat er in hem iets is, dat correctie behoeft. Het egoïsme
dwingt de mens om positieve handelingen van de Schepper als negatief te beoordelen. Maar
onze negatieve ervaring van de Schepper leidt ons juist naar Hem toe. Naarmate de geestelijke
vooruitgang vordert en men steeds meer toenadering zoekt tot de Schepper, veranderen alle
negatieve emoties in positieve. Het “Ik” van de mens is de Schepper zelf. Waarom voelen we
ons dan van de Schepper afgezonderd? Dit is alléén maar zo omdat ons egoïsme nog niet is
gecorrigeerd!
De gehele schepping bestaat uit 5 aspecten (
bchienot): (1) kether, (2) chochma, (3) biena,
(4) tieferet (of zeir anpien,afgekort
Z”A) en (5) malchoet. Deze komen overeen met 10
sfirot. Waarom 10? Dit
komt omdat tieferet (
Z”A) uit 6 sfirot bestaat:
(1) chessed, (2) gvoera,
3) tieferet, (4) netsach, (5) hod en (6) jessod.
Let op (!), wat met de naam
“tieferet” wordt aangeduid, is zowel het totale aspect (
bchiena)
dat een deel van de 5 bchienot uitmaakt, als ook één van haar individuele sfirot. Dat komt,
omdat deze ene individuele sfira, die één van de 6 sfirot is, de voornaamste onder hen blijkt te
zijn. Zij bepaalt het gehele karakter van de gemeenschappelijke
tieferet. Maar gewoonlijk
gebruiken we in plaats van de naam
tieferet de naam
zeir anpien (
Z”A). Dat
is de meer
gangbare naam, vooral in de school van AR”I. Deze 10
sfirot omsluiten in zichzelf het gehele
Heelal in. Deze 5
bchienot:
kether, chochma, biena, Z”A en
malchoet zijn tevens de vijf
werelden:
•
kether
- de wereld Аdam Kadmon,
•
chochma
- de wereld Atsieloet,
•
biena
- de wereld Brieja,
27
•
Z”A
- de wereld Jetsiera,
•
malchoet
- de wereld Asieja.
Wij noemen hen ook naar de 4-letterige naam van de Schepper (joed – hej – vav – hej). Deze
naam wordt gewoonlijk als
HaVaJ”A uitgesproken. Deze naam heeft een haast eindeloze
hoeveelheid betekenissen, omdat deze naam een skelet vormt
:
de
basis van alle namen van
alle schepselen. Maar in zijn meest algemene vorm komt deze naam met de 5 werelden
overeen:
•
kether
- de wereld Аdam Kadmon – de punt, het begin van de letter joed
(“koetso sjel joed”),
•
chochma
- de wereld Atsieloet – de letter Joed,
•
biena
- de wereld Brieja
– de letter Hej,
•
Z”A
- de wereld Jetsiera – de letter Vav,
•
Malchoet
- de wereld Asieja – de letter Hej.
Onze wereld is een deel van de wereld
Asieja. Hoewel onze wereld zich onder de wereld
Asieja bevindt, wordt onze wereld beschouwd als de allerlaatste geestelijke trap van de
wereld
Asieja, hoewel er in de geestelijke ruimte eigenlijk geen plaats is voor een dusdanige
egoïstische eigenschap, zoals die in onze wereld heerst. De gehele
reden voor het scheppen
van de werelden is gelegen in het feit, dat omwille van het verschaffen van genieting aan de
schepping de Schepper een aantal voorwaarden in de schepping zelf heeft moeten creëren en
inbouwen:
•
de schepping moet wensen te genieten,
•
deze wens dient van de schepping zelf uit te gaan,
•
de schepping dient zelfstandig te zijn,
•
de schepping dient over een kracht te beschikken om deze wens te besturen. Het is niet
de bedoeling dat deze wens over de schepping zou heersen en dat deze wens zijn
gedrag zou opleggen aan de schepping,
•
de schepping dient in staat te zijn om zelfstandig en onafhankelijk te kiezen tussen de
genieting van “schepping te zijn” en de genieting van aan de Schepper gelijk te zijn,
•
de schepping dient over de mogelijkheid en de kracht te beschikken om vrij te
handelen tussen twee tegengestelde krachten: zijn eigen egoïsme en de Schepper en
moet zelfstandig zijn weg kiezen en deze zelfstandig bewandelen.
•
Om deze
voorwaarden aan de schepping, dus aan de mens, ter beschikking te stellen, dient de
Schepper:
•
de schepping geheel van Zich (van het Licht) te verwijderen,
•
een conditie van vrijheid der wilsuiting voor haar te creëren,
•
de ontwikkelingsmogelijkheid en het vermogen tot het bevatten van het Heelal voor
haar te creëren.
De Schepper schept geleidelijk deze voorwaarden aan de schepping. Onder de schepping
wordt de mens verstaan, die zich in onze wereld reeds in de toestand bevindt, waarin hij zijn
staat ten opzichte van het Heelal begint te beseffen, of reeds is
begonnen met het opklimmen
langs de geestelijke traptreden op te klimmen. Zo'n toestand wordt als wenselijk beschouwd
vóór het begin van de geestelijke arbeid van de mens. Deze toestand heet: “Onze wereld”
28