ruimte is vergelijkbaar met onze
innerlijke geestelijke wereld, wanneer u zich innerlijk door
iets gevuld voelt of leeg bent. Er bestaan in de wereld alleen de Schepper en de schepping. De
Schepping is een wens om het licht (genieting) van de Schepper te ontvangen. In onze wereld
is deze wens onbewust
.
De bron van het leven, ofwel genieting, wordt niet waargenomen. In
onze wereld is de "wens om te genieten" egoïstisch van aard. Indien een mens deze wens zou
kunnen corrigeren en altruïstisch kangaan gebruiken, dan zou hij in deze wens het licht, de
Schepper en de geestelijke wereld kunnen gaan waarnemen. De geestelijke wereld en de
Schepper zijn één en hetzelfde.
De gecorrigeerde wens van de mens heet “ziel”. Nadat de ziel is verdeeld in bepaalde deeltjes,
namelijk in aparte zielen. Vervolgens worden ze verkleind en verwijderen ze zich van de
Schepper qua eigenschappen
en worden in de mens geplaatst, die in onze wereld geboren
wordt. Een ziel kan zich in een volwassen mens gaan vestigen in elke willekeurige periode
van zijn leven. Dat vindt plaats in overeenstemming met het programma dat van boven wordt
opgelegd. Zielen vervangen elkaar in de loop van het hele menselijke leven (men verkrijgt
steeds ‘toevoegingen’ aan zijn ziel door veranderingen van eigen toestanden – vert.). Hun
verdeling geschiedt onafhankelijk van het feit of een mens nog in dit leven verblijft of dat hij
deze wereld reeds heeft verlaten. In principe lijkt dit op een kleding die de mens regelmatig
wisselt. Zo vervangt ook de ziel haar gewaad. Zij vervangt haar materiële gewaad, ons
fysiologische lichaam. En terwijl zij dit verlaat komt een andere ziel in haar plaats die haar
vervangt. Het lichaam sterft, maar de ziel vervangt haar gewaad door een ander gewaad. De
taak van de mens is, om, terwijl hij zich in het lichaam in onze wereld bevindt, ondanks de
egoïstische
wensen van zijn lichaam, het geestelijke niveau te bereiken, waaruit zijn ziel was
neergedaald. Na deze taak te hebben volbracht bereikt de mens het geestelijke niveau dat 620
maal hoger is dan het huidige. Dit komt overeen met de 613 hoofd- en 7 aanvullende
voorschriften van de thora.
Alle zielen hebben dezelfde taak: hun volledige correctie bereiken. Dat komt precies overeen
met een stijging van 620 maal hoger. Juist door de obstakels van de kant van het lichaam kan
men zich tot dat niveau verheffen. Daarin ligt dus de hele zin van het verblijf in onze wereld,
van het in ons lichaam vertoeven, besloten. Het enige verschil tussen de zielen is a) de
aanvangs- en eindtoestand; b) de aard van de ziel; c) van welk deel van de
gemeenschappelijke ziel (de oorspronkelijke ziel van de eerste mens
Adam die
alle zielen in
zich verenigde – vert.) de betreffende ziel afkomstig is. Wanneer alle zielen zich tot
éénverenigen, ontstaat er een volkomen nieuwe toestand naar grootte en kwaliteit van de
gezamenlijke wens en de omvang van de informatie. Er zijn bepaalde typen zielen die hun
eigen correctie al hebben bereikt en zij dalen naar onze wereld af om anderen te corrigeren.
Dat is een ziel van een type als rabbi Sjiem’on bar Jochaj, die vervolgens naar rabbi AR”I is
verhuisd en daarna werd ingebed in Baal haSoelam. Soms daalt zo’n ziel af om onze wereld
in zijn geheel te beïnvloeden en soms om toekomstige kabbalisten op te kweken, of
dergelijke. Na de eindcorrectie zal er echter geen verschil meer zijn tussen de zielen. Het
verschil tussen hen bestaat alleen op weg naar het einddoel.
Er is gezegd, dat de joden waren verbannen om de volgende redenen:
• om de kennis aangaande het geestelijke te verspreiden;
• om de zielen van die
goim (niet-joden) in zich op te nemen, die zich in een bepaald
stadium tot het geestelijke voelen aangetrokken.
21
Daarmee
wordt bedoeld, dat de reeds gecorrigeerde zielen, die
Israël worden genoemd, zich
in ongecorrigeerde lichamen (
goim) vestigen, opdat zij zich naar de geestelijke wereld
zouden kunnen verheffen (om de verbanning in onze wereld af te schaffen). In onze wereld
vinden in lichamen materiële handelingen plaats, die slechts een geringe gelijkenis met het
geestelijke vertonen. De verbinding tussen het geestelijke en het materiële is eenzijdig. Het
gaat van boven naar beneden, van het geestelijke naar het materiële. De mens wordt aangezet
tot een gevoel van schaamte. Na het gevoel van schaamte te hebben waargenomen, beperkt de
malchoet van de Oneindige Wereld zich en houdt op genieting te ontvangen. De schroom is
dan zo ondragelijk, dat hij groter is dan genieting. Wat betekent het woord “schaamte”
in dit
kader? Dat is helemaal niet het gevoel, zoals dat door ons gewoonlijk wordt waargenomen.
De geestelijke schaamte ontstaat uitsluitend, wanneer de mens de Schepper waarneemt. Dit
gevoel komt voort uit een geestelijke onverenigbaarheid van de Schepper met de mens. De
mens schaamt zich, wanneer hij na alles, wat hij van de Schepper heeft ontvangen, Hem niet
hetzelfde terug kan geven. Deze schaamte is alleen kenmerkend voor hoge zielen, die al in de
geestelijke wereld zijn binnengetrokken. Zij hebben zich verheven naar de geëigende
traptreden, waar de Schepper wordt waargenomen.
Waarnemingen kan men niet aan een ander overbrengen. Indien eenof andere waarneming de
mens bekend is, dan kan men deze wel van buitenaf bij een ander opwekken,
maar niet in die
ander opnieuw creëren. Zo zijn vele geestelijke waarnemingen niet overdraagbaar, noch in
onze wereld noch in de geestelijke, omdat deze alleen door
hen waargenomen kunnen
worden, die ze kunnen bevatten. Indien een mens iets waarneemt, kan hij zijn waarnemingen
niet aan een ander overbrengen, noch bewijzen. Wij nemen alleen datgene waar, wat in ons
terechtkomt. Wij weten niets van wat zich buiten ons om afspeelt en niets van wat niet via
onze zintuigen binnenkomt. Elke keer ontdekt
de wetenschap iets nieuws, maar wij weten
niets over datgene, wat nog niet is ontdekt. Van tevoren het onontdekte weten, kunnen we
niet. Het onontdekte bevindt zich nog buiten ons, rondom ons en is met ons verstand nog niet
waargenomen of binnengedrongen. De wetenschap verklaart door haar “ontdekkingen” alleen
maar feiten in de natuur. Daarmee zegt de wetenschap alleen, dat iets dat eerder aan de mens
onbekend was, nu is ontdekt. Dat wat nog niet ontdekt is blijft echter rondom ons bestaan
buiten onze waarnemingen om. De Kabbala is ook een wetenschap. Zij onderzoekt echter niet
onze wereld, maar de geestelijke wereld en geeft de mens een extra zintuig.
Door in de
geestelijke wereld te vertoeven zijn we meer in staat ook onze wereld te begrijpen. Dat komt,
omdat alle gebeurtenissen, die in de geestelijke wereld geschieden, naar onze wereld afdalen.
En de gevolgen van onze handel en wandel in onze wereld stijgen naar de geestelijke wereld
op. Een en ander gebeurt geheel naar de wet van de voortdurende circulatie en uitwisseling
van alle informatie. Onze wereld is de laatste en laagste trap van alle werelden. Daarom ziet
een kabbalist, die in de geestelijke wereld vertoeft, het neerdalen van de zielen, hun stijgingen
en de oorzaken en gevolgen van alle geestelijke en materiële processen. Is de Kabbala een
authentieke wetenschap? Door van bovenaf een
blik op onze wereld te werpen, ziet men, dat
elke levensleer en alle religieën
daar eindigen, waar de innerlijke wereld, de innerlijke
psychologie van de mens begint. Daar het in onze wereld op dit niveau niets mogelijk is, kan
men ook niet bewijzen. Slechts wie zich spiritueel verheft zal het zien. Daarom wordt de
Kabbala ook wel een “Geheime wetenschap” genoemd. Indien een mens in onze wereld
geboren is, die niet weet wat het hebben van het gezichtsvermogen betekent, dan zal het niet
mogelijk zijn om hem uit te leggen wat het begrip “zien” inhoudt.
De Kabbala bevat een methode voor het ontwikkelen van een waarnemingsvermogen,
waardoor een extra zintuig wordt gevormd. De mens begint met de Schepper te spreken en
Hem te ervaren. De Schepper begint de mens zijn eigen innerlijke wereld te openbaren, de
22