Inleiding tot de wetenschap Kabbala

Werelden Brieja, Jetsiera, Аsieja 
 
 
Pagina 144 t/m 154 
 
 
144)Zeven met elkaar verbonden grondslagen dient men te verhelderen in drie werelden 
BieJ”A:  
 
1.  Waarvandaan ontstond de plaats voor die drie werelden. 
2.  Het niveau van de partsoefiem BieJ”A en de eerste opstelling van de werelden tijdens 
hun vorming en afscheiding van de noekva van de wereld Atsieloet. 
3.  Het stijgen van de werelden en hun opstelling vóór de zondeval van Adam haRiesjon. 
4.  De mochien, die de werelden BieJ”A ontvingen, en de plaats van het vallen van de 
werelden na hun schending vanwege de zondeval van Adam haRiesjon. 
5.  De mochien, dus het licht van gadloet van Iema van de wereld Atsieloet, welk licht de 
werelden BieJ”A ontvingen na hun vallen onder de parsa van de wereld Atsieloet. 
6.  De betekenis van achterkanten van de 5 partsoefiem van de wereld Atsieloet, die 
vielen onder de parsa binnen de werelden BieJ”A en werden voor hen als nesjama de 
nesjama. 
7.  Het niveau van de malchoet van de wereld Atsieloet, die malchoet viel in de werelden 
BieJ”A en speelt een rol van Atiek voor de partsoefiem BieJ”A. 
 
Wij leerden, dat er is een Bron van alles, dus de  Schepper, die wij niet kunnen bevatten. In 
Hem kwam een gedachte op de toekomstige scheppingen te creëren en te vergenoegen. Uit 
Hem gaat het licht uit, dus het plan van de schepping en het genot, dat onder zich zo’n vat 
opbouwt, die zal wensen zich ermee tevredenstellen. De gehele wens van de schepping 
overeenkomt met dit plan, dus licht, welk van de Schepper uitgaat. En indien dit vat zich met 
licht zou opgevuld hebben, dan zou het de volmaakte toestand zijn. Maar aangezien bestaat 
slechts één volmaaktheid – de Schepepr, dient de schepping Zijn niveau zelfstandig bereiken. 
Daarvoor is het nodig om de schepping in een toestand te plaatsen, die aan die van de 
Schepper gelijkt, dus opdat hij (de schepping – vert.) zelf begon te creëren uit niets (ex nihilo 
– vert.). De Schepping dient van zichzelf de Schepper vormen.  Dit wordt bereikt door het 
werk van beneden naar boven. Ter verrichting van zulk werk is het noodzakelijk om enige 
voorwaarden na te leven:  
 
1.  De vooraf te creëren ladder van boven naar beneden in de vorm van werelden en 
partsoefiem. 
2.  Het creëren van noodzakelijke levensomstandigheden voor de schepping, die zich 
beneden bevindt in volledige vervreemding van de Schepper, voor de mogelijkheid 
van zijn stijging van beneden naar boven langs de reeds (tevoren – vert.) voorbereide 
traptreden. 
 
Wij hebben de vorming van traptreden van boven naar beneden bestudeerd: het opbouwen 
van de wereld A”K, de wereld Nekoediem en vervolgens de wereld Atsieloet. Indien de 
wereld Nekoediem al het licht zou ontvangen, dan zou de Gmar Tiekon aanbreken. De 
 
187

---

Malchoet van de Oneindige wereld zou volledig met het licht gevuld zijn, wat aan het plan 
van de schepping zou beantwoorden. Doch zo, zoals wij weten, is het niet gebeurd, er vond 
het breken van de vaten plaats en hun vallen onder de parsa. En thans op de wereld Atsieloet 
een functie is opgelegd ter correctie van de gebroken vaten en hun stijgen boven de parsa. De 
Atsieloet bestaat uit 5 partsoefiem: Atiek, Ariech Anpien, Abba ve Iema en Zo”N. Vervolgens 
stijgt de malchoet in de biena, om uit de toestand katnoet in de gadloet over te gaan en de 
mogelijkheid te verkrijgen om haar volgende staat te vormen – de wereld Brieja. Daarvóór 
vertegenwoordigde de malchoet met zich een punt, doch ter ontstaan van de volgende 
toestand dient men de aviejoet beth te verkrijgen. Daarom stijgt zij in de biena en sorteert haar 
eigen vaten. Vóór het breken van de vaten hadden wij slechts gevende vaten en vaten van 
ontvangst. Na het breken van de vaten voegt men aan deze twee typen vaten nog vaten van 
ontvangst bij, die vermengd zijn met gevende vaten, alsmede gevende vaten, die vermengd 
zijn met vaten van ontvangst. De Zo”N van de wereld Atsieloet worden gevormd slechts uit 
de vaten G”E, die uitgesorteerd zijn uit alle gebroken en vermengde vaten, die onder de parsa 
vielen. Alle vaten, die slechts de wens om te ontvangen hebben, worden opzij gezet – zij 
kunnen voorlopig niet gecorrigeerd zijn. Dat is de zogenaamde lev ha-even (stenen hart – 
vert.), welk slechts na de Gmar Tiekoen zal worden gecorrigeerd. Vervolgens blijven slechts 
de vaten van ontvangst over, die vermengd zijn met de gevende vaten, alsmede de gevende 
vaten, die met de ontvangende vaten vermengd zijn. Derhalve, de eigenschappen van de 
Schepper en de schepping zijn met elkaar vermengd geraakt. 
 
Hoe kan men ze gebruiken? De werelden BieJ”A worden gecreëerd uit gevende vaten, die 
zich binnen de vaten van ontvangst (G”E in ACha”P) bevinden. De vaten van ontvangst, die 
zich binnen de gevende vaten (ACha”P in G”E) bevinden kan men gebruiken middels hun 
stijgen in de wereld Atsieloet. Onder de parsa niets kan bestaan. Daar bevindt zich een gebied 
van felle onverbloemde egoïstische wensen. Maar bij het vallen in hen van scherven van 
altruïstische wensen tijdens het breken van de vaten, daar kan al stralen een zeker gelijkenis 
van het geestelijke licht, welk heet or tolada, het secundaire licht. Dat is nodig, om de zielen, 
die zich nog lager dan de werelden BieJ”A, dus onder de siejoem, onder het barriére, in het 
punt van onze wereld, bevinden, te laten rijpen, om vervolgens in de geestelijke wereld uit te 
gaan, dus een geestelijke eigenschap te ontvangen zonder die zij niet kunnen leven, dit 
barriére over te steken en aan te vangen tot het vormen van het scherm ter omvorming van de 
egoïstische eigenschappen in de altruïstische. Door vervolgens in het gebied van de 
verblijfplaats van gevende vaten binnen vaten van ontvangst terecht te zijn gekomen, hebben 
zij de mogelijkheid om met hen om te gaan (interacteren – vert.): het licht uit de scherven van 
gevende vaten te ontvangen (uit de rechte lijn) en tegelijkertijd de aanvullende wensen uit de 
scherven van vaten van ontvangst (uit de linke lijn) in de werelden BieJ”A te ontvangen, 
waardoor zij stap voor stap langs de traptreden van de werelden BieJ”A stijgen. Dat is 
namelijk waarvoor de werelden BieJ”A zijn gecreëerd.  
 
Alle werelden in het algemeen zijn naar één en hetzelfde principe opgebouwd. Hun verschil 
ligt hem daarin, dat hoe lager de wereld zich bevindt, des te meer afschermt hij het licht van 
de Schepper.  Aan de basis van de gehele natuur ligt het egoïsme. Indien hij een scherm 
verkrijgt, dan heet hij gecorrigeerd, dus hij verkrijgt altruïstische eigenschappen. Van niet-
gecorrigeerde vaten zijn er zodanige, die laten zich gedurende 6 duizend jaren corrigeren 
(traptreden van de werelden BieJ”A, dus in elke wereldtraptrede 2000 jaren). De gedurende 6 
duizend jaren niet-uitgecorrigeerde vaten heten kliepot. Zij worden slechts na de komst van de 
Masjieach uitgecorrigeerd. In de ziel, die omhoogkomt, bestaan alle typen vaten: die, die men 
kan corrigeren, alsmede kliepot. Het is belangrijk om bij het stijgen de vaten op de juiste 
manier  uit te sorteren, om van hen kliepot af te scheiden en deze niet te gebruiken, doch de 
 
188

---