121
hij in het gebruik van de latijnsche taal zijnen mededinger zoo verre overtrof, als de
ander hem in het nasporen der oorzaken. Deze laatstgenoemde was S
WALUE
. De
teleurstelling, die hij alzoo op nieuw ondervond, ging gepaard met het vermoeden,
dat het uitgesproken oordeel van eene hem niet genegen zijde afkomstig was, en
wekte zelfs in hem het voornemen, om zijne studiën elders voort te zetten; doch hij
werd daarvan terug gebracht vooral door zijnen leermeester en vriend, Prof. B
AKE
,
aan wien hij, zoowel als aan Prof.
VAN DER PALM
, steeds betuigde zeer veel te danken
te hebben.
Met vernieuwden lust wijdde hij zich nu aan de studie der Godgeleerdheid en der
daaraan verbonden wetenschappen, onder de leiding van de Hoogleeraars, toenmalige
VAN VOORST
, S
URINGAR
, C
LARISSE
, K
IST
en
VAN HENGEL
. Gelijk hij hun een zeer
geacht discipel was, zoo was hij ook onder zijne tijdgenooten hoog aangeschreven
wegens zijne opgeruimdheid en levendigheid in den omgang, gepaard aan vlijt en
zedigheid. Vandaar dat men hem waardig achtte rector van den Senaat en praeses
van de Societeit der studenten te zijn. En dat deze achting door zijne tijdgenooten
hem toegedragen geene voorbijgaande, maar blijvende geweest is, bleek in 1853,
toen hij, bij de vijfentwintig-jarige reunie der studenten van 1822 tot 1829 te Leiden,
uitgenoodigd werd haar in het groot auditorium met eene toespraak te openen, gelijk
hij ook ten algemeenen genoegen gedaan heeft.
Onder zijne bijzondere vrienden behoorden
VAN DER LEEUW
, thans emeritus
predikant van Delft, de beide Gorinchemsche predikanten H
OFSTEDE
en H
OLWERDA
,
de Dordrechtsche predikant V
EDER
en zijn overleden broeder A
ART VEDER
, en de
ook reeds overleden Minister van Marine L
OTSY
; en nog meer bepaald R
OLDANUS
predikant te Schiedam en T
IMMERS VERHOEVEN
, rustend predikant van 's Gravenhage,
die met hem op denzelfden 20
sten
Junij 1829, na verdediging hunner akademische
proefschriften, den rang van Doctor in de Godgeleerdheid verkregen. Die dag mogt
een ware feestdag
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
122
heeten, niet slechts voor dit drietal en voor hunne leermeesters, maar ook voor de
Leidsche hoogeschool, bepaaldelijk voor de godgeleerde faculteit, die zulke bekwame
leerlingen ten dienst der kerk had mogen vormen, en haar nu mogt aanbieden.
Het proefschrift van S
WALUE
: de discidio Ecclesiae Christianae in Graecam et
Latinam, Photii auctoritate maturato, bewees op nieuw, dat de beoefening der
geschiedenis vooral onder zijne geliefkoosde studiën behoorde, en dat hij, gelijk de
beoordeelaar in de Godgeleerde Bijdragen van 1829 bl. 844 verklaarde, bij eene
grondige kennis der te behandelen zaken en groote gemeenzaamheid met de bronnen,
waaruit zij geput moesten worden, eene lofwaardige getrouwheid in het mededeelen
voegde, en eene prijzenswaardige juistheid in het oordeelen en maken van
gevolgtrekkingen. Die beoordeeling begon dan ook met de woorden: eene uitmuntende
verhandeling! En dat zij zoo mogt genoemd worden, zal ieder blijken, die de
behandeling van het onderwerp in dit stuk nagaat. Dr. H
ASE
heeft haar dan ook in
zijne Kirchengeschichte onder de bronnen opgegeven, die bij dit gedeelte der
geschiedenis geraadpleegd moeten worden.
Na in Augustus 1829 door het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Braband
geëxamineerd en tot de heilige dienst toegelaten te zijn, ontving S
WALUE
al spoedig
eene beroeping te Korendijk. Hij werd aldaar door zijnen vader bevestigd den 14
Maart 1830, en verbond zich wederkeerig aan die gemeente. Vijf jaren bragt hij in
haar midden door, en hij toonde zijne gehechtheid aan haar, door in November 1834
te bedanken voor eene beroeping naar Nieuwenhoorn. Maar, toen hij in het volgende
jaar te Goes beroepen werd, vond hij geene vrijheid om die roepstem aftewijzen.
Den 14
den
Junij 1835 trad hij aldaar in dienst, na weder door zijnen vader bevestigd
te zijn. Met veel belangstelling ontvangen zijnde, en zoowel door zijne prediking als
door zijn verkeer de algemeene achting en liefde verworven hebbende, kon hij
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
123
niet besluiten eene beroeping naar Delft, in Mei 1837 op hem uitgebracht, aan te
nemen. Zelfs zou hij gaarne te Goes zijne levensdagen hebben geëindigd, indien niet
de onverwachte beroeping naar de aanzienlijkste gemeente van ons vaderland,
Amsterdam, in Mei 1849, hem bewogen had aan zijn veertienjarig genoegelijk verblijf
aldaar een einde te maken.
Hij ontving de beroeping naar Amsterdam, na van eene gevaarlijke krankheid,
eene hevige typhus, schijnbaar genezen te zijn. Daar zijne herstelling alles behalve
volkomen was, werd zij door de gemoedsbeweging, die dit beroep bij hem
veroorzaakte, niet bevorderd. Integendeel, niet lang nadat hij besloten had het op te
volgen, openbaarden zich de droevige gevolgen van halve genezing uit eene zoo
geduchte ziekte. Een jaar verliep er, eer hij zich eenigzins in staat gevoelde om zijne
nieuwe betrekking te aanvaarden, terwijl zijn geschokt zenuwgestel hem verbood,
om openlijk afscheid te nemen van de gemeente te Goes.
Met nieuwen en grooten ijver vatte hij het werk op, dat hem in de Amsterdamsche
gemeente wachtte, en gunstig was de verwachting, daardoor omtrent hem opgewekt.
Het bleek echter wel ras, dat de evenredigheid tusschen kracht en werk bij hem
verbroken was. De gedurige afwisseling van gezondheid en krankheid, van groote
opgewektheid en diepe neerslagtigheid, van huisselijk genoegen en huisselijke
rampen, had een ongunstigen invloed op zijn werk, vooral in de laatste jaren, toen
eene langdurige en steeds zorgelijke ongesteldheid van eene zijner dochters hem
diep nederdrukte en zijnen ijver uitdoofde. Hierdoor en door het gemis van gaven,
die de menigte boeijen, maakte hij dien opgang in de gemeente niet, waarop de
inhoud zijner leerredenen aanspraak had. Daaruit toch was het duidelijk, dat het zijn
lust en toeleg was, om den naam van Christus te schrijven in veler hart, en zijne
hoorders tot een waarlijk Godsdienstig leven op te leiden. Daar hij zelf in hooge
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
Dostları ilə paylaş: |