zekere gelijkenis met NeHJ”M van de Galgalta (Z”A). Daarom juist de partsoef Nekoedot de
Sa”G is geschikt ter verwezenlijking van dit doel – het vullen
van de Malchoet van de
Oneindige wereld onder de taboer met licht. Hij daalde onder de taboer af en vulde NeHJ”M
van de Galgalta met het licht
chassadiem. Vervolgens, zoals wij al weten, vanwege het
vertonen zich in het onderste gedeelte van Nekoedot de Sa”G van de wens om voor zichzelf te
ontvangen, trad de wet Ts”A op. De malchoet steeg terstond in de tieferet (
biena de goef) op,
en beperkte de aanvoer van licht in haar onderste twee derden en NeHJ”M. De nieuwe
tsiemtsoem kreeg de naam Ts”B en verdeelde elke traptrede in Ga”R en Za”T, dus in G”E en
ACha”P.
Als gevolg van de Ts”B vindt een gemeenschappelijke vermenging van eigenschappen plaats.
De Sa”G verkrijgen egoïstische eigenschappen, en de malchoet – altruïstische vaten. De
gemeenschappelijke vermenging van eigenschappen verpersoonlijkt de wereld Nekoediem in
katnoet, die zegt, dat van alle wensen nu men slechts van altruïstische wensen, dus de G”E,
gebruik kan maken. Ook de wereld Nekoediem bestaat in feite uit tien sfirot, maar uit deze
tien van zijn wensen kan hij slechts de altruïstische gebruiken, en daarom zegt men, dat hij
slechts over de G”E beschikt. Na het verschijnen van de wereld Nekoediem in de toestand
katnoet (waarbij het scherm in
niekvej ejnajem staat, en de
resjiemot beth/alef), brengen zijn
Zo”N een Ma”N omhoog op de resjiemot dalet/giemel met een verzoek zijn wensen te vullen.
Om
or chochma te ontvangen en hem aan de Zo”N te overbrengen, wendt de Sa”G zich tot de
A”B, omdat slechts de A”B voldoende schermkracht heeft om met de
resjiemot dalet/giemel
te werken. Het licht A”B-Sa”G loopt via de
taboer in
rosj van kether en rosj van Abba ve
Iema van de wereld Nekoediem door, annuleert de Ts”B, doet de ACha”P tot de G”E in rosj
van kether en Abba ve Iema stijgen en brengt ze in de staat van gadloet. Het licht corrigeert de
vaten en geeft de mogelijkheid om hen te vullen. Op dezelfde manier zal in het vervolg ook
de correctie van onze zielen middels het stijgen van Ma”N plaatsvinden. Er bestaan in dit
proces slechts drie componenten: de egoïstische wens om te ontvangen, die door de Schepper
is geschapen; het scherm en het licht. Het gehele proces van
de overgang van de Malchoet
van de Oneindige wereld van de eerste toestand (van de volledige vulling met licht) tot de
derde toestand (
Gmar Tiekoen) verloopt langzaam gedurende 6000 traptreden. Dit proces is
de tweede fase, dus de fase van geleidelijke correctie der vaten en hun partiële vulling met
licht. De Kabbala is een praktische wetenschap, die houdt zich juist bezig met het vullen van
wensen met licht. Evenwel als het geval is met andere wetenschappen, heeft ook zij haar
eigen instrument, dat scherm heet, alsmede de manieren, waarmee het wordt opgebouwd, dus
“
bieroer” (uitsorteren) en “
tiekoen” (correctie). Het scherm dient niet slechts als gereedschap,
dus
een vat voor het vullen, er worden in hem tevens resjiemot bewaard – dus de informatie
over een voorafgaande toestand.
Elk geestelijk object kan slechts dan bestaan, wanneer het over volledige informatie beschikt
omtrent zijn voorafgaande en huidige niveaus alsmede over het licht, welk vorige partsoef (de
voorafgaande toestand, of te wel,
resjiemo de hietlabsjoet) vulde, en ook over de
schermkracht (
resjiemo de aviejoet), die al tot de huidige staat betrekking heeft. Eerder
kwamen wij er nooit een verschijnsel tegen, dat van boven opeens één of ander aanvullend
licht komt aanwaaien, en welk aan een vat een mogelijkheid verschaft om zich op één of
andere manier te veranderen.
Een partsoef, die zich in een toestand van katnoet bevindt (met
or chassadiem gevuld), kan zelf niets veranderen, dus een nieuwe toestand voortbrengen. Dat
is in staat slechts een partsoef met
or chochma. De Galgalta boven de taboer putte al zijn
resjiemot uit reeds als gevolg van de
zievoegiem, waarop vijf partsoefiem van de wereld A”K
ontstonden. Onder de taboer bevinden zich thans de wereld Nekoediem in katnoet en de
resjiemo dalet/giemel op vier ongebruikte wensen na de Ts”B. En nu deze vaten wensen om
131
licht te ontvangen, daar zij – door het hebben van onvervulde wensen - zijn gebrek
waarnemen. Zij eisen bij een hogere partsoef
or chochma. Maar daarvoor dient het vat een
scherm te verkrijgen met een weerstand biedende kracht, die in staat is om aan zijn
egoïstische wensen
weerstand te kunnen bieden, dus het dient een intentie te verkrijgen om
omwille van de Schepper te ontvangen. Ter correctie van de vaten van de wereld Nekoediem,
wendt de Sa”G zich tot de A”B, ontvangt bij hem
or chochma, vervolgens geeft aan de
Nekoediem het verenigde
or chochma-chassadiem (A”B-Sa”G) door, welk licht geen licht
van genieting is, maar het licht van correctie. Dit betekent, dat het een mogelijkheid verschaft
voor het ontvangen omwille van de Schepper zelfs door egoïstische vaten. Hoe kan zo’n licht
überhaupt in egoïstische vaten binnenkomen bij het hanteren van de wet der de Ts”A, die
verbiedt aan het licht om in een vat zonder scherm binnen te komen? Het licht A”B-Sa”G
werkt als volgt: het stelt een vat in staat om van de verte de grootheid van de Schepper in te
zien. Zulke uiterlijke waarneming van de grootheid van het geestelijke geeft aan een vat een
mogelijkheid om altruïstisch te handelen. Het
or A”B-Sa”G is een zeer specifiek licht,
waarover wij nog zullen spreken. De Sa”G wendt zich tot de A”B, omdat hij zelf geen
or
chochma heeft. Het or A”B-Sa”G is het licht van de correctie der schepping.
Om zich te
corrigeren dient men te weten, wat is een correctie, dus wat het betekent om met wijsheid,
bevatting gevuld te zijn. Al deze informatie bevindt zich in het licht A”B. Om voor een lagere
partsoef al het palet van het geestelijke bevatten voor te schotelen, zijn zowel het licht A”B,
als het licht Sa”G voor nodig.
Vanaf het moment, dat de Malchoet van de Oneindige wereld volledig leeggeraakt werd,
hoopt zij – naarmate zij elke nieuwe handeling omwille van de Schepper verricht - steeds
meer altruïstische eigenschappen op. Dat zijn dan juist de
partsoefiem Galgalta, A”B en
Sa”G. Men zou kunnen denken, dat zij daardoor juist steeds dichter bij de Schepper zou
moeten naderen. Het ontstaan van elke nieuwe partsoef is, a.h.w.,
het ontstaan van een nieuwe
altruïstische actie van de malchoet. Maar in werkelijkheid lijkt het of elke nieuwe handeling
verwijdert de malchoet steeds verder en verder van de Schepper. Maar wellicht is dat geen
verwijdering doch een toenadering? Aan de ene kant, hoe verder van de Schepper, des te meer
zelfstandige persoonlijkheid wordt een partsoef. Maar daarin ligt ook zijn zwakheid besloten,
dus hij ziet de Schepper minder, minder voelt de kracht van Zijn licht. Elke handeling in het
geestelijke is volmaakt en dient steeds dichter bij de volmaakheid brengen. De Malchoet
bewerkstelligt nu het doel van de Schepper: zich volledig met Zijn licht te vullen. Dus, dient
elke nieuwe handeling haar tot dit doel doen naderen en dient te zijn beter dan de
voorafgaande handeling. En nu vindt steeds grotere en grotere onthulling der eigenschappen
van vaten, steeds grotere verwijdering van de malchoet qua eigenschappen van de Schepper,
maar juist dat is ook het positieve vanuit het standpunt van zelfkennis der malchoet. Echter
zich te leren kennen kan
men middels een groot licht, doch blijft in elke volgende partsoef
steeds minder en minder licht over. Een verschijnsel in het geheel onder de loep te nemen kan
men slechts door alle handelingen bij elkaar samen te brengen. Op alles dient men vanuit de
invalshoek van de Schepper te kijken, dus de Malchoet van de Oneindige wereld.
Aanvankelijk verwijdert zij zich - door zich in steeds nieuwe werelden en
partsoefiem te
veranderen – steeds verder en verder van de Schepper. Vervolgens, na het punt van onze
wereld te hebben bereikt, en zich in de menselijke ziel te hebben veranderd, begint zij
omhoog te komen. Nu is zij al een initiatiefneemster van alle handelingen. En van boven
onthullen zich uitsluitend de handelingen van de Schepper.
85) Wij hebben reeds vastgesteld wat is
katnoet en
gadloet van de wereld Nekoediem,
wanneer de Ts”B,
nadat hij de malchoet in niekvej ejnajem deed stijgen en haar daar verborg,
aan het verschijnen van de wereld Nekoediem in
katnoet bijdroeg. Deze fase van
katnoet heeft
132