De wereld van correctie, voortgebracht uit metsach
van de wereld А"К
Pagina 112-119
112)Laten wij thans alle geestelijke werelden in ogenschouw nemen, al het geestelijke Heelal
als één geheel. Wij zullen zien, dat in de Galgalta (partsoef Kether van het gehele Heelal) was
een zievoeg op alle 5 resjiemot – dalet/dalet.
In feite, het scherm stond toen in de malchoet (
pe) van een zeker gemeenschappelijk hoofd
van het gehele Heelal (dit hoofd is, in feite “hoofd” van de Malchoet van de Oneindige
wereld).
Vervolgens het scherm stijgt uit de malchoet in de Z”A (
chotem) van dit hoofd op. Op dit
scherm vindt een zievoeg plaats op de resjiemot dalet/giemel, waardoor de partsoef A”B
ontstaat (de partsoef Chochma van het gehele Heelal). Derhalve, het scherm staat nu in de
Z”A van het gemeenschappelijke hoofd. Verder gaat het scherm door met het stijgen. Deze
keer stijgt het uit de Z”A in de biena van het gemeenschappelijke hoofd,
en daar op hem vindt
een zievoeg plaats op de resjiemot giemel/beth, waardoor de partsoef Sa”G ontstaat (de Biena
van het gehele Heelal).
Verder, zoals wij weten, vindt de Ts”B plaats, waarna men geen ACha”P (vaten Za”T de
biena, Z”A en malchoet) van elke sfira kan gebruiken. Als gevolg van de Ts”B blijkt de biena
van het gemeenschappelijke hoofd in twee delen verdeeld te zijn: Ga”R (
niekvej ejnajem) en
Za”T (
ozen). Thans staat het scherm op de grens tussen deze Ga”R en Za”T, dus tussen
niekvej ejnajem en
ozen. Met een zekere moeite kan men zeggen, dat de partsoef Nekoedot
de Sa”G, die is de tussentijdse partsoef tussen de Biena en de Z”A van het gehele Heelal (dus,
in feite, is het Za”T de biena, IesjSoe”T), ontstond als gevolg van een zievoeg, die zich
voordeed op het scherm, welk in deze plaats stond. Vervolgens gaat het scherm door met het
“stijgen” ophoog, in de Chochma van het gemeenschappelijke hoofd, dus
ejnajem,
maar men
dient te onderstrepen, dat thans, na de Ts”B, staat het scherm niet onder elke traptrede, zoals
het eerder was, maar in
niekvej ejnajem van elke traptrede, dus op de grens tussen Ga”R de
biena en Za”T de biena. Daarom ontstaat de wereld Nekoediem, die is Z”A van het gehele
Heelal en de partsoef M“A, als gevolg van een zievoeg in
niekvej ejnajem de
ejnajem, dus
het scherm staat op de grens tussen Ga”R en Za”T de Chochma van de gemeenschappelijke
rosj. Deze zievoeg vond plaats op de resjiemot beth/alef met een aanvullende informatie over
de Ts”B, dat men de ontvangende vaten nu niet mag gebruiken.
Daarom bestaan de
partsoefiem thans, a.h.w., slechts uit twee en een half sfirot. Vervolgens, na het breken van de
vaten, bevindt het scherm zich in
niekvej ejnajem van de Kether van de gemeenschappelijke
rosj, dat “metsach” heet. Juist daar doet zich een zievoeg voor op de resjiemot alef/sjoresj,
die de wereld Atsieloet voortbrengt, die wereld heet ook de wereld Vroediem, of M”A
Chadasj (nieuwe). Waarom heet de wereld Atsieloet M”A Chadasj zullen wij later spreken.
Deze wereld Atsieloet corrigeert de verbroken keliem, doet de ziel van de Adam haRiesjon
161
geboren zijn, dus de ziel die neerdaalt tot het meest lage punt en pas dan een echte Schepping
wordt. Dat komt, omdat thans zij maximaal van de Schepper verwijderd is en ontvangt een
mogelijkheid om zich te corrigeren en tot de Schepper wederom op te stijgen.
Men dient een
algemeen begrip te hebben omtrent de wereld Atsieloet, die het beheer voert over alles en
alles hangt van hem af. Dat is het systeem, waar de schepping onophoudelijk mee verbonden
is. Als gevolg van de correctie, die geleidelijk wordt berekt, stijgen wij langs 6000 traptreden
naar de wereld Atsieloet op (ook wel jaren genoemd – vert.). En verder verlopen al de 7
e
, 8
e
,
9
e
en 10
e
duizend jaren, die slechts voor degene toegankelijk zijn, wie op het niveau van de
Uiteindelijke Correctie (Gmar Tiekon) is opgestegen (wij noemen het verkort “eindcorrectie”
- vert.).
De vierde partsoef van de wereld A”K heet M”A, hij ontstaat als gevolg van een zievoeg van
de bchiena alef, zijn 10 sfirot hebben het niveau Z”A, en hij bekleedt
zich op de Galgalta van
de taboer en eronder, daar, waar Nekoedot de Sa”G zijn verspreid. De partsoef M”A beschikt
over het inwendige deel, welk heet M”A en Bo”N van de wereld Nekoediem, alsmede het
uitwendige – de wereld Nekoediem, welk bekleedt zich op het inwendige. In deze plaats vond
de vereniging plaats van de malchoet met de biena, dus de Ts”B, de katnoet, de gadloet, het
stijgen van Ma”N, het verschijnen van de sfirat dalet, die
bijdraagt aan de zievoeg van
chochma en biena paniem be paniem, het breken van keliem – al deze vond plaats in de vierde
partsoef, de partsoef M”A, of te wel, de wereld Nekoediem.
De partsoef M”A, die ontstond uit de Sa”G op de aviejoet beth/alef, behoort tot de Ts”A en is
inwendige ten opzicht van de M”A, die ontstond uit Nekoedot de Sa”G en behoort tot de
Ts”B en die partsoef zich onder de taboer bevindt. Al dit proces beschouwen wij als
oorzakelijk, maar in feite is het geen proces, doch een bestaand en onbewegelijk plaatje. In
elke partsoef zijn er taamiem, nekoedot, tagien en otiejot. De processen, die in Nekoedot de
Sa”G plaatsvinden zijn: het afdalen onder de taboer en de vermenging met NeHJ”M de
Galgalta, de Ts”B, op de resjiemo waarvan ontstaat de wereld Nekoediem in katnoet en
gadloet, het breken van de vaten. Al dat kan men rekenen tot Nekoedot de Sa”G en tot één
van de delen van de partsoef Sa”G. De gematria Sa”G bestaat uit
joed-kej-vav-kej (houdt
steeds in de
gedachte dat in alle facetten, waarbij de vier-letterige Naam van de Schepper
behandeld wordt, spreekt men uit én schrijft men op “kej”in plaats van “hej”- vert.), maar de
vulling, dus het licht, welk zich in de keliem chochma, biena, Z”A en malchoet bevindt geeft
ons het getal 63. De vulling van de letter vav (vav-alef-vav), bevat in zich de letter alef, dat
wijst op de Ts”B en partsoefiem Nekoediem en achterop volgende letter “kej” bevat in zich
wederom de letter joed, en niet alef, dat wijst op de gadloet van de Nekoediem. Daarom
behandelen wij de wereld Nekoediem niet afzonderlijk als zijnde een wereld. Waarom zeggen
wij
dan niet, dat de Sa”G verbraak? Omdat op de Sa”G deze veranderingen geen invloed
hebben, daar hij zich onder de taboer bevindt, en alles wat zich voordeed behoort tot zijn
uitwendige partsoefiem (heb. partsoefej saarot), die zich op hem bekleden. De partsoefej
saarot (heb. samenstelling, of te wel, smiechoet: de mannelijke mv. partsoefiem wordt
“partsoefej”. Het woord saarot – haren, - vert.) worden uitvoerig behandeld in het 13
e
deel van
de “TES” (afk. “Talmoed Esser haSfirot”, het belangrijkste eigentijdse monumentale werk,
dat de wetenschap Kabbala uiteenzet – vert.), met als praktijkgeval de partsoef Ariech Anpien
van de wereld Atsieloet. De eerste verspreiding van het licht van boven naar beneden van pe
de rosj tot de taboer op de aviejoet dalet heet taamiem, en
vervolgens komen de volgende
partsoefiem-nekoedot op de giemel de dalet, beth de dalet, alef de dalet en sjoresj de dalet,
maar wij noemen ze niet bij naam boven de taboer in de wereld A”K. Maar onder de taboer in
de wereld Nekoediem noemen wij hen sfirat daat en melech daat, melech chessed, melech
gvoera en melech van het bovenste derde van tieferet. Daarbij verspreidt de partsoef, die op
162