dus
tot de helft van de tieferet. In feite, blijven én in het hoofd, én in het lichaam dezelfde tien
sfirot, alleen de mate van hun gebruik verandert. Dat betekent, dat men elke
sfira, dus
kether,
chochma, biena e.d., gebruikt niet voor alle 100 percent, maar, laten wij zeggen, 60 percent.
Toch, zeggen wij, dat een zievoeg doet zich alleen op
G”E, KaCha”B ChaGa”T. Maar dat is
slechts de terminologie. Men kan van ACha”P (vaten van ontvangst) gebruikmaken alleen
door zich tot hen te verhouden als tot gevende vaten, door hen boven de parsa “te doen
stijgen” (de
parsa is de grens tussen de gevende en ontvangende vaten – vert.).
Echter, ondanks het feit, dat men zich nu verhoudt tot de ACha”P als tot gevende vaten, aan
welke slechts
or chassadiem toekomt, trekt de ACha”P (die steeg) geheel in overeenkomst
met
zijn aard, automatisch een kleine straling
or chochma aan. Dit proces heet “
ACha”P de
alieja”. De masach in de Galgalta, die in
pe de rosj stond, had een
aviejoet dalet en maakte
een
zievoeg op alle wensen, maar slechts 20 procent van elke ervan gebruikt wordt omwille
van de Schepper, en 80 percent nemen in het ontvangen omwille van de Schepper geen deel.
Voor hen heeft het scherm niet voldoende anti-egoïstische kracht. En in de
Nekoedot de Sa”G
na de Ts”B wordt alleen gebruikgemaakt van altruïstische vaten, welke zich boven
niekvej
ejnajem bevinden, daar zij een wens hebben om te geven omwille van het geven. Het hele
Heelal stelt een éénduidige oorzakelijke ketting vanaf de eerste toestand, wanneer de
Malchoet van de Oneindige wereld was volledig met het licht gevuld en tot haar eindcorrectie
toe, wanneer zij wederom met het licht zal worden gevuld. Dit proces wordt bestuurd middels
resjiemot. Vanaf de Oneindige wereld, neemt de Malchoet geleidelijk al haar genietingen
door,
en stelt een scherm erop, waarbij zij de
resjiemot van elke voorafgaande
partsoef tot
haar eindcorrectie toe achterlaat. Alleen de
resjiemot bepalen het voortbrengen van de
volgende
partsoef uit de voorafgaande, dus alleen de informatie over datgene, wat reeds
geweest was, geeft een mogelijkheid om met een scherm te werken. Alleen het licht, dat de
voorafgaande
partsoef vulde, kan de informatie geven over de genietingen in hem, alsmede
over datgene, wat wenst de volgende partsoef. Anders zou geen voorstelling over het licht-
genot bestaan. De
resjiemot in de
partsoef dwingen hem te wensen, te zoeken, zich tot iets
nieuwe voort te bewegen. Wij vervullen slechts de aanwijzingen van onze
resjiemot. In het
geestelijke is er geen begrip “was”, “is” en “zal zijn” afzonderlijk van elkaar. In het
geestelijke zijn al deze drie begrippen samen in elke nieuwe toestand inbegrepen: was, is en
zal zijn. Een
resjiemo is
die toestand, waarin ik besta, maar hij schijnt uit de verte, vanuit de
toekomst, door aan zich toe aan te lokken en door een wens op te roepen hem (deze toestand –
vert.) te bereiken. Dat is een licht, welk binnen de klie was geweest, maar deze verliet en nu
schijnt het hem van buiten. Er zijn vele typen resjiemot, zij herinneren aan datgene, wat
precies de gegeven
partsoef ooit ontving. In tegenstelling tot hem, is or makief een licht, welk
nog niet in een vat binnengekomen is, maar alvast schijnt hem van buiten. Na het uitstoten
van het licht uit elke
partsoef, blijft rondom hem nog veel geestelijke informatie over.
Voorlopig hebben wij een klein tafereeltje van de schepping nodig, om een duidelijke
voorstelling over de geestelijke werelden te maken. Alles rondom ons
bevindt zich in een
absolute rust. Men dient te lezen en proberen te begrijpen wat geschreven is. Maar de mens
hoeft niet te kijken naar dat, als naar de maatstaf van zijn toestand: waar hij zich bevindt, waar
gaat hij heen, wat is aan hem te doen. Tot de maatstaf kunnen alleen gerekend worden de
kwantitatieve en kwalitatieve inspanningen. Alleen zij dragen bij aan de geestelijke groei. De
Schepper openbaart zich niet naar de mate van je kennis, doch naar de mate van je
inspanningen. Maar de kennis is ook nodig, hoewel in de meest minimale hoeveelheid. Indien
u begrijpt, dat én uw werk, én uw gezin, kinderen, en natuurlijk, de lessen dienen u alleen ter
verkrijging van één doel – de openbaring van de Schepper – dan al deze wordt u meegerekend
als zijnde uw inspanningen. Wat u ook in uw leven doet,
waarmee u ook bezig bent, alles
109
Plaats van vier werelden АBaJ"А en parsa tussen de
Atsieloet en BaJ"А
Pagina 65 t/m 68
65)Dus, het wordt ons duidelijk, dat het wezen van de Ts”B onthulde zich uitsluitend in de
partsoef Nekoedot de Sa”G vanaf de
taboer naar beneden tot het einde der voeten, die zich
boven het punt van deze wereld (
haOlam Haze) bevinden. En weet, dat alle veranderingen,
die door de Ts”B teweeg zijn gebracht, vonden plaats slechts in de
partsoef Nekoedot de
Sa”G, maar niet boven hem. Zoals boven reeds is gezegd, als gevolg van het stijgen van de
malchoet tot de helft van de
tieferet van de sfirot de
sof van de wereld A”K en de afsluiting
door haar van de vaten
van ontvangst in deze plaats, veranderden het onderste deel van de
tieferet en
NeHJ”M de sof van de wereld A”K in een lege ruimte. En dat vond plaats niet in
de A”K zelf, maar in de
partsoef Nekoedot de Sa”G de A”K. De veranderingen, die in de
A”K zelf plaatsvonden, worden beschouwd alleen als het stijgen van
Ma”N, dus dat de A”K
bekleedt deze veranderingen slechts ter vorming van 10 sfirot van de wereld Nekoediem.
Maar in de A”K zelf geen enkele verandering plaatsvond.
Na de Ts”A, de Malchoet van de Oneindige wereld (die tijdens de Ts”A besloot om niets te
ontvangen) neemt een nieuw beslissing : om het licht
chochma omwille van de Schepper te
ontvangen middels het opbouwen van een anti-egoïstisch scherm, dus door het verkrijgen van
een intentie om omwille van de Schepper te ontvangen. De eerste
zievoeg dehakaa en de
vulling met het licht heten Galgalta, de tweede – A”B en vervolgens – Sa”G. Alle genoemde
partsoefiem konden het licht ontvangen alleen boven de
taboer van de Galgalta,
omdat onder
de
taboer bevinden zich dermate grote egoïstische wensen, dat men kan hen alleen niet
gebruiken. Toen echter de verzwakking van het scherm van de
partsoef de Sa”G plaatsvond,
en
Nekoedot de Sa”G verschenen (deze zijn partsoefiem van de zuivere
biena, dus het geven),
konden zij met hun licht
chassadiem ook de wensen vullen, welke onder de
taboer van de
Galgalta zich bevinden. Dat zijn de wensen, die noch de Galgalta, noch A”B en Sa”G in staat
waren om te vullen. En
Nekoedot de Sa”G wensen niets voor zichzelf, maar ontvangen het
genot slechts uit het geven, dus van
or chassadiem. Daarom kunnen
Nekoedot de Sa”G deze
wensen nemen (waar vroeger niemand een scherm op kon stellen), en zeggen,
dat ook zij
zullen hen (die wensen – vert.) niet als vaten van ontvangst gebruiken, en hen daarbij met het
licht
chassadiem gaan vullen. Maar zodra de wensen onder de taboer met
or chassadiem
gevuld worden, wordt ontdekt, dat in
Nekoedot de Sa”G is
Za”T de biena aanwezig, dus haar
onderste deel, welk de biena met de Z”A verbindt. Deze
Za”T de biena is verplicht om zijn
verzoek (dat van de Z”A – vert.), om hem
or chochma te geven, te vervullen, en daarvoor
heeft zij het zelf nodig om dit licht te ontvangen, hoewel zij zich juist kenmerkt door de wens
om niet te ontvangen. Zulke eigenschap van
Za”T de biena onthulde zich nog bij de vorming
van vier
bchienot de or jasjar, waar de biena aan het einde
van haar ontwikkeling een
beslissing neemt om een weinig
or chochma te ontvangen omwille van de vorming van Z”A.
Om dat te bereiken diende de
biena de wens om niet te ontvangen een beetje te verminderen
en een wens om wel te ontvangen te vormen doch omwille van het geven, om op de Schepper,
111