Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865 bron



Yüklə 3,07 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə154/166
tarix23.11.2017
ölçüsü3,07 Mb.
#12140
1   ...   150   151   152   153   154   155   156   157   ...   166

179

mensch meer kwaad dan goed wil zien; ik sprak en leerde gedurende mijne

omdolingen in den vreemde, zoo velen en zoo onderscheidenen kennen; en wanneer

men mij nu afvraagt, wat ik er bij won, dan durf ik verklaren, dat ik mij in mijne

denkbeelden en verwachtingen niet te leur gesteld vond, dat ik meer goeden, dan

kwaden zag, en dat ik geloof, dat er geen mensch bestaat, die werkelijk slecht kan

genoemd worden, dat wij allen echter zwakke schepselen zijn’

1

. Zóó oordeelde



A

NDREAE


, zóó worde ook hij beoordeeld!

Leeuwarden, Augustus 1865.

I

. TELTING



.

1

Brieven uit Moréa, 49.



Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865


180

L e v e n s b e r i g t

VAN

 Mr. S

CHELTE

 Baron 

VAN HEEMSTRA

.

Wanneer wij den bladwijzer achter S

CHELTEMA'S

Staatkundig Nederland op de

afdeeling Friezen opslaan en vlugtig doorloopen, dan zal het ons in het oog springen,

welk een aantal Friesche adelijke geslachten, vroeger schitterende door staatslieden,

voor immer door uitsterving zijn verdwenen. - In de drie voorgaande eeuwen mogt

Friesland prat zijn op A

YTTA


, B

OTNIA


, B

URMANIA


, D

ONIA


, G

OSLINGA


VAN HAREN

,

J

ONGESTALL



, M

ARTENA


, en andere geslachten, waarin staatslieden, soms sterren van

den eersten rang, fonkelden.

Zij zijn verdwenen. Sic transit gloria mundi. 's Werelds roem snelt voorbij.

Neen! die spreuk is niet in allen deele op hen toepasselijk. Die sterren mogen ter

kimme gedaald zijn, de naglans blijft over, en zelfs de tijd kan de lichtende streep,

die zij als zoovele meteoren achterlieten, niet geheel doen verdwijnen.

Door de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden uitgenoodigd om

een levensberigt van den Frieschen



Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865


181

staatsman Mr. S

CHELTE

 baron 


VAN HEEMSTRA

 voor hare Handelingen te schrijven,

hebben wij uit een waarachtig gevoel van pligt, al wisten wij vooraf, dat onze krachten

daarbij te kort zouden schieten, deze roeping niet willen afwijzen. Wij wisten toch,

dat het onze taak niet zoude zijn t h a n s  eene lofrede, eene oratio panegyrica naar

ouden stijl en trant, op te stellen, veel min voor te dragen. De Maatschappij - wij

beroepen ons op de woorden onlangs door ons uit den mond van haren Voorzitter,

in hare laatste algemeene vergadering vernomen - verlangt beknopte levensschetsen

van hare afgestorven leden. Schetsen, welke ons die leden vooral in hunne betrekking

tot de Maatschappij der Ned. Letterkunde zelve en in haren werkkring zullen voor

oogen stellen. Photographiën dus, geene portretten armés de pied en cap, of in vol

costuum in levensgrootte door de hand des meesters geschilderd. Bij de beeldtenis

in haar album nedergelegd of neder te leggen behoort een bijschrift min of meer

uitgewerkt naar mate van den persoon. - Een bijschrift zij dus onze levensschets

volgens het verlangen van onzen lastgever, maar zij moet het ook zijn uit den aard

van het onderwerp. Het is nog niet rijp voor discussie, althans om een eindoordeel

er over te kunnen vellen, zouden wij bijna zeggen. Het leven van een staatsman, die

eenmaal zoo hoog geplaatst was als Mr. S

CHELTE

 Baron 


VAN HEEMSTRA

, kan niet

reeds nu, weinige maanden na zijn onverwacht en voor zeer velen smartelijk

verscheiden en het plotseling ophouden van zijne staatkundige loopbaan, volledig,

met grondige kennis van zaken, personen en toestanden, en strikte onpartijdigheid,

althans door ons, ten papiere worden gebragt.

Wij mogen gezien en gehoord hebben, wat in de vergaderzaal van de Tweede

Kamer der Staten Generaal voorviel, maar wat in het voormalig boudoir van

Willemijntje gesproken werd, toen 

VAN HEEMSTRA

 als lid van den Ministerraad

tweemaal op de met blaauwe zijde bekleede fauteuils, stomme getuigen van menig

pijnlijk uur, plaats nam, konden onze ooren niet

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865



182

opvangen. De tijd zal den daarover nog liggenden sluijer voorzeker ook eenmaal

opheffen, wanneer, na jaren, eens een Nederlandsche M

ACAULAY


 verrijze, die de

parlementaire geschiedenis van Nederland van de jaren 1848-1862, alsdan boven

partijschappen verheven, schrijve.

Wie de vijftien generatiën van het geslacht H

EEMSTRA

 en de levensbijzonderheden



van vele leden er van wil leeren kennen, verwijzen wij naar het Stamboek van den

Frieschen adel en het Biographisch Woordenboek1. Hij zal er menigen dapperen

bevelhebber, die zijn bloed voor het vaderland stortte, j a  zijn leven daarvoor liet,

en die dezen geslachtsnaam met eere voerde, in vinden. Hij zal er ook H

EEMSTRA'S

vinden, die het zwaard met den grietmansstaf verwisselden.

Onder deze laatsten behoorde ook de vader van S

CHELTE

 Baron van H



EEMSTRA

,

W



ILLEM HENDRIK

, geboren te Oenkerk op Heemstra State. Zijn door hem zelven

voor zijne kinderen geschreven leven, dank zij de welwillendheid van een zijner

zonen2, ligt voor ons, en wij kunnen de verzoeking niet wederstaan om in de

levensschets van den zoon ook iets uit die van den vader te vlechten. Onze aan

spreekwoorden (meestal kernachtige uitdrukkingen van praktische levenswijsheid)

zoo rijke taal zegt: Een goed kind, dat zijn vader gelijkt, en: De appel valt niet ver

van den boom. Wel nu, dien vader doet ons dit levensberigt, als een gemoedelijk,

braaf man kennen, een Stand-Fries, die veel leeds in zijne beste levensjaren moest

verduren, omdat hij en zijn vader getrouw bleven aan de spreuk: Fidèles au roi

jusqu'à porter la besace3. Het viel toch hem niet te beurt van in bezige rust, gelijk

zoo menig jong Friesch edelman in die dagen, in de nabijheid van het lommerrijk



Heemstra State in de bosschen van Trijnwouden, het schuwe wild te vervolgen of

uit de vischrijke plassen, welke dien hoogen bekoorlijken gaast omzoomen, den

spartelenden visch te trekken. De omwenteling

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865



Yüklə 3,07 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   150   151   152   153   154   155   156   157   ...   166




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə