32
twee verschillende luchttrillingen, die zich vereenigen tot een nieuwe, gewijzigde
van beide verschillende trilling. Deze complexe klank, die het best door ae of oe
beteekend zou worden, is in sommige talen niet alleen zóo als onwillekeurige uitspraak
van een é voor een r; maar ook anders in gebruik. Zóo in het Friesch, waarin het een
gewijzigde uitspraak van een á of â is, zooals in gaen (Hoogduitsch gehen), bekwaem
(Hoogd. bequem) en pael, voor gaan, bekwaam en paal. Ook in het Sanskritsch heeft
de zoogenaamde l a n g e é volgens de Engelsche grammatici de klank voor de e in
het Engelsche where, en is dus de faucale uit à en é gemengde ae. In het Gothisch
wordt deze faucale klank, en tevens de scherpe korte è, hoogst waarschijnlijk met ai
beteekend. In het Gothische is dit vocaalteeken uit het Grieksch ontleend, waarin
wij het gewoonlijk als de t w e e k l a n k ai uitspreken: maar tegenwoordig ten minsten
heeft de ai in het Grieksch de klank van ae; en het is zeker, dat deze uitspraak reeds
vele eeuwen oud is, en de gewone was, toen de Gothen begonnen te schrijven. - Op
dezelfde wijze wordt de tweeklank aj veelal door de Arabieren uitgesproken. - De
Romeinen schreven deze klank oudtijds ook wel, even als in het Grieksch, met ai,
maar weldra algemeen met ae, omdat er toch geen i- maar wel een é-klank in gehoord
wierd, bij voorbeeld in Caesar, dat later in de uitspraak César geworden is. Ook in
het Hoogduitsch heeft de ae of ä zijn eigenaardige faucale klank verloren: maar het
is naauwelijks te betwijfelen, of oorspronklijk heeft men de ä in ähnlich wel op
dezelfde wijze uitgesproken als de é in ehrlich.
Een dergelijke gemengde of complexe vocaalklank is de klank, die in de uitspraak
aan de á gegeven wordt in
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
33
het Engelsche, Platduitsche en Groningsche water, dat naar deze uitspraak waoter
of wåter geschreven zou moeten worden. Het is de klank, die de f a u c a l e klinker
a in de uitspraak verkrijgt, wanneer bij de uitspraak tevens de wangen uitgezet en
elastisch gespannen worden, gelijk wij dat doen voor de uitspraak van een ó. In het
Friesch heeft men deze klank voor de verweekte al-klank, zooals in kaod voor kald,
Duitsch kalt, Hollandsch koud, maar dat ook in de Zuidhollandsche volkstaal kaod
luidt. In het Fransch is deze klank met au beteekend, zooals in cause, het Latijnsche
causa, en autre, het Latijnsche alter. Nog tegenwoordig worden deze twee woorden
wel met die complexe ao- of å-klank uitgesproken, ofschoon die anders in de
tegenwoordige uitspraak door de zuivere mondvocaal ó vervangen is. Ook in het
Arabisch wordt de tweeklank aw gewoonlijk als å uitgesproken, en het is zeer
waarschijnlijk, dat het ook in het Gothisch deze klank is, die met au beteekend wordt.
In het Sanskritsch zal ook wel de zoogenaamde l a n g e ó die complexe klank, en
niet de zuivere mondvocaal ó zijn.
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
34
III. Verslag
VAN EEN
o n u i t g e g e v e n h.s.
VAN ANTHONIS DE
ROOVERE, DOOR
Dr. W
.N. DU RIEU
.
Het Handschrift, waarvan ik in de volgende regelen verslag geef, is een zeer
merkwaardig stuk, en voor zoo ver mij gebleken is, bevat het een nog onuitgegeven
beschrijving van den plechtigen Intocht van M
ARGARETHA VAN YORCK
te Brugge,
en van de schitterende feesten aldaar gevierd, bij gelegenheid van haar huwelijk met
K
AREL DEN STOUTE
, in Juli 1468.
Deze Bourgondische vorst was namelijk toen op 23jarigen leeftijd wederom
weduwnaar geworden; zijne eerste vrouw C
ATHARINA
, dochter van K
AREL
VII van
Frankrijk, was zeer jong overleden, en I
SABELLA
de dochter van
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
35
den Hertog van Bourbon, had hij in 1465, twee maanden na den slag van Montlhéri,
verloren. In 1467 zijnen vader P
HILIPS DEN GOEDE
opgevolgd zijnde, moest hij eerst
de Luikenaars, die door Frankrijk werden opgezet, onderwerpen, maar liet kort daarop
zijn oog vallen op de schoonste prinses van zijnen tijd, op genoemde M
ARGARETHA
,
de zuster van E
DUARD
IV van Engeland, welke verbindtenis ook op staatkundigen
grond voor beide landen zeer gewenscht was. Nu zijn bij dat huwelijk de prachtigste
feesten gevierd te Brugge, ‘zoo als nog nergens vertoond was’, om de woorden van
B
ARLANDUS
(L. XVII. p. 244) te gebruiken. Eene duidelijke en uitvoerige beschrijving
van de ten toon gespreide pracht is in dit H.S. opgeteekend.
Op den perkamenten omslag van dit H.S. staat te lezen: ‘L'entrée de C
HARLES LE
QUINT
à Bruges et le mariage de C
HARLES
duc de Bourgong et les tournoys etc. etc.
et grandeurs etc.’ Het eerstgenoemde stuk blijkt uit den band te zijn genomen, maar
dit is slechts een betrekkelijk verlies, want de beschrijving van die intrede van K
AREL
V van 1515 is in druk verschenen, naar alle waarschijnlijkheid in 1528, onder dezen
titel: ‘La tryumphante et solemnelle Entrée faicte sur le nouvel et ioyeux advenement
de treshault trespuissant et tres excellent prince Monsieur C
HARLES
prince des
Hespaignes Archiduc daustrice duc de Bourgongne Conte de Flandres etc. En sa
ville de Bruges lan mil V cens et XV le XVIII
e
iour dapvril apres Pasques redigee
en escript par maistre R
EMY DU PUYS
son tres humble Iudiciaire et historiographe.’
Deze kleine foliant is tamelijk zeldzaam, en voor de geschiedenis der kunst niet
onbelangrijk, want hij bevat de volledige beschrijving van de
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865
Dostları ilə paylaş: |