RIVM Briefrapport 2015-0009
Pagina 20 van 39
Tabel 2. Acute kaliuminname (mg/d) uit voedingsmiddelen en supplementen
door kinderen en volwassenen in de leeftijd van 7-69 jaar, gewogen voor
demografische factoren, seizoen en dag van de week (VCP 2007-2010; 6638
observaties).
Mediaan Gemiddelde P5
P95
P99
Kinderen 7-8 jaar
2280
2367
1236
3832
4624
Jongens 9-13 jaar
2664
2758
1307
4408
5546
Meisjes 9-13 jaar
2448
2502
1168
4169
5063
Jongens 14-18 jaar
3182
3315
1438
5457
6774
Meisjes 14-19 jaar
2544
2623
1288
4185
5462
Mannen 19-30 jaar
3657
3775
1613
6239
7970
Vrouwen 19-30 jaar
2770
2850
1300
4642
5777
Mannen 31-50 jaar
3948
4050
2049
6490
8022
Vrouwen 31-50 jaar
3058
3114
1560
4868
5910
Mannen 51-69 jaar
3772
3868
2001
6024
8058
Vrouwen 51-69 jaar
3251
3299
1645
5349
6893
De helft van de mannen ouder dan 70 jaar heeft een acute
kaliuminname lager dan 3397 mg/d; bij vrouwen ouder dan 70 jaar
heeft de helft een acute inname lager dan 3017 mg/d (Tabel 3). Bij
zowel mannen als vrouwen ligt de mediane kaliuminname net onder de
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Het 99
ste
percentiel van de
kaliuminname ligt op 6040 mg/d voor mannen en 5174 mg/d voor
vrouwen.
Tabel 3. Acute kaliuminname (mg/d) uit voedingsmiddelen en supplementen
door ouderen in de leeftijd van 70 jaar en ouder, gewogen voor demografische
factoren, seizoen en dag van de week (VCP Ouderen; N=739).
Mediaan
P5
P95
P99
Mannen ≥ 70 jaar
3397
2153
5116
6040
Vrouwen ≥ 70 jaar
3017
1767
4474
5174
RIVM Briefrapport 2015-0009
Pagina 21 van 39
Figuur 1. Gemiddelde bijdrage van voedingsmiddelengroepen (EPIC-soft) aan
kaliuminname voor kinderen en volwassenen van 7-69 jaar (VCP 2007-2010;
N=3819) en ouderen ouder dan 70 jaar (VCP Ouderen, N=739).
11%
9%
0%
7%
17%
12%
13%
1%
1%
0%
3%
3%
15%
3%
1%
2%
1% 0%
Bronnen van kaliuminname (VCP 2007‐2010)
Aardappelen en andere knolgewassen
Groenten
Peulvruchten
Vruchten, noten en olijven
Melk en melkproducten
Granen en graanproducten
Vlees en vleeswaren
Vis en schaaldieren
Eieren
Oliën en vetten
Suiker en zoetwaren
Koek, gebak en biscuits
Niet‐alcoholische dranken
Alcoholische dranken
Sauzen, kruiden en specerijen
Soepen
Diversen
Supplementen
11%
11%
0%
10%
16%
10%
13%
2%
1%
0% 2%
2%
14%
2%
1%
3%
1% 0%
Bronnen van kaliuminname (VCP ouderen)
Aardappelen en andere knolgewassen
Groenten
Peulvruchten
Vruchten, noten en olijven
Melk en melkproducten
Granen en graanproducten
Vlees en vleeswaren
Vis en schaaldieren
Eieren
Oliën en vetten
Suiker en zoetwaren
Koek, gebak en biscuits
Niet‐alcoholische dranken
Alcoholische dranken
Sauzen, kruiden en specerijen
Soepen
Diversen
Supplementen
RIVM Briefrapport 2015-0009
Pagina 22 van 39
4.1.2
Bronnen van kalium op basis van VCP, inclusief supplementen
De belangrijkste bronnen van kalium verschillen nauwelijks tussen
kinderen en volwassenen en ouderen. In het huidige voedingspatroon
zijn de belangrijkste bronnen melk en melkproducten (16-17%), niet-
alcoholische dranken (14-15%), vlees en vleeswaren (13%), granen en
graanproducten (10-12%) en aardappels en overige knollen (11%)
(Figuur 2). Supplementen dragen nauwelijks bij aan de gemiddelde
kaliuminname in de populatie; dat wil zeggen dat de inname gebaseerd
op voedingsmiddelen en voedingsmiddelen én supplementen samen
nagenoeg gelijk is.
Ook onder de 5% met de hoogste kaliuminname dragen supplementen
nauwelijks bij aan de totale kaliuminname. Op slechts 0,2% (ouderen)
tot 0,3% (kinderen en volwassenen) van de dagen wordt door deze
groep een kaliumhoudend supplement gebruikt dat maximaal 0,3%
(ouderen) tot 3% (kinderen en volwassenen) bijdraagt aan de
kaliuminname.
Tevens verschilt bij personen met de hoogste kaliuminname de
procentuele bijdrage van de productgroepen aan de totale kaliuminname
nauwelijks van die van de totale populatie.
4.1.3
Gebruik van dieetzout
Alleen bij VCP Ouderen is nagevraagd of de deelnemers kaliumzout
(LoSalt of Jozo Bewust) gebruiken als vervanging voor normaal
tafelzout. Negen procent van de mannen en vrouwen ouder dan 70 jaar
gebruikt kaliumzout als vervanging voor normaal tafelzout tijdens het
bereiden van de maaltijd en twee procent voegt dit zout toe aan tafel
(8). In VCP Ouderen is echter geen inschatting gemaakt van de bijdrage
van kaliumhoudend tafelzout aan de totale kaliuminname. Het is
daardoor onbekend of gebruikers van kaliumhoudend tafelzout ook een
hogere kaliuminname hebben.
4.2
Voedingsstatusonderzoek
In 2006 en 2010 zijn 24-uurs urine studies uitgevoerd bij mannen en
vrouwen van 19 tot 70 jaar in Doetinchem en omgeving (9). Op basis
van de kaliumconcentratie in de urine monsters kan de kaliuminname
per dag worden berekend. In 2006 namen 317 personen deel aan het
onderzoek, in 2010 waren dit er 342. Personen met een nierziekte en
zwangere vrouwen werden uitgesloten van deelname aan dit onderzoek.
4.2.1
Acute inname van kalium op basis van voedingsstatusonderzoek
In 2006 had de helft van de mannen en vrouwen een acute
kaliuminname van respectievelijk 3016 mg/d en 2407 mg/d of meer
(Tabel 4). In 2010 had de helft van de mannen een kaliuminname van
meer dan 3128 mg/d en de helft van de vrouwen van meer dan 2587
mg/d. Voor zowel mannen als vrouwen lag de mediane kaliuminname
onder de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Het 95
ste
percentiel van de
kaliuminname lag bij mannen in 2006 op 5158 mg/d en in 2010 op 5415
mg/d. Bij vrouwen was dit in 2006 3928 mg/d en in 2010 4120 mg/d.