Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865 bron



Yüklə 3,07 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə158/166
tarix23.11.2017
ölçüsü3,07 Mb.
#12140
1   ...   154   155   156   157   158   159   160   161   ...   166

192

gaan. De kennis van onzen ongunstigen toestand deed de overtuiging geboren worden,

dat men voortgaande op deze baan, die ten verderve leidt, dat verderf eenmaal zeker

nadert, en tevens dat vereenvoudiging onzer instellingen, overeenbrenging van

dezelve met den geest des tijds en de behoeften des volks, de eenige middelen zijn

om dien ondergang te voorkomen. Van onderscheidene kanten deden dan ook in 's

Lands vergaderzaal en daarbuiten welsprekende stemmen zich hooren ten voordeele

van eene algeheele herziening der Grondwet; maar het schijnt, dat de regering van

de behoefte aan dezelve tot nu toe niet is overtuigd; ondertusschen wordt zoodanige

herziening telkendage dringender, en de jongst aangenomene en reeds uitgevoerde

leeningswet heeft krachtiger dan de kernachtigste rede voor dit onderwerp tot ieders

hart en verstand gesproken.

Onder zoodanige omstandigheden is het pligt meer nog dan ooit ten algemeenen

nutte werkzaam te zijn en althans te pogen, de slagen, welke ons onvermijdelijk

zullen treffen, af te wenden, hetgeen op geene betere, ordelijker en grondwettiger

wijze kan geschieden, dan door de wenschen en behoeften des volks over te brengen

aan den voet des troons van eenen Koning, wien het welzijn des volks ter harte gaat;

en het is op dien grond, dat ik mij de eer geef aan U E.G.A. voor te stellen, om van

wege deze vergadering, die gezworen heeft de welvaart der provincie met alle krachten

te bevorderen, bij eerbiedig adres zich tot den Koning te wenden, met te kennengeving

van het groot belang, hetwelk, naar onze meening, zoo voor het Rijk in het algemeen

als voor deze provincie in het bijzonder is gelegen in eene algeheele herziening der

Grondwet, en met dringende bede, dat het Z.M. goedgunstig moge behagen aan de

algemeene wenschen der natie gehoor te geven en de noodige bevelen daartoe te

willen uitvaardigen, terwijl ik van zoodanig adres afschriften wilde hebben gezonden

aan de beide Kamers der Staten-Generaal tot informatie.’



Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865


193

Wij hebben dit belangrijk adres in zijn geheel medegedeeld om de lezers van deze

levensschets van S

CHELTE


 Baron 

VAN HEEMSTRA

 te doen zien, hoe eenvoudig maar

tevens hoe geleidelijk de wijze was, waarin deze zelfs gewigtige voorstellen of

betoogen inkleedde. Dat het een belangrijk voorstel was, kan men daaruit alleen

genoegzaam opmaken, dat door geene der andere provinciën noch nu, noch vroeger

een adres tot Grondwets-herziening aan den Koning was aangeboden. Ik herinner

mij nog levendig, welk een sensatie dit voorstel in Friesland weldra maakte, en men

behoeft zich slechts met zijne gedachten in het toenmalige tijdstip te verplaatsen om

zulks te kunnen beseffen. - Bij de hooge Regering bestond toen toch geene

geneigdheid om de pas vóór vier jaren tot stand gekomene Grondwets-herziening

(waarmede zoo veel destijds was te doen geweest) nu nog eens in zijn geheel, zoo

als men wilde, te doen plaats grijpen. De zitting der Staten-Generaal over 1843-1844

was zoo even (26 Junij) gesloten. ‘Eensgezind streven’, dien geest verlangde het

Bestuur in zijne aanspraak tot sluiting, maar een adres tot Grondwets-herziening

door de Staten eener provincie als Friesland aangeboden kon dien geest van



eensgezindheid niet bevorderen, want ook in de Tweede Kamer der Staten-Generaal

verlangden destijds reeds sommigen zulk eene algeheele herziening der Grondwet.

Hoe zeer moest zulk een adres die leden niet in het nemen van het initiatief daartoe,

waarvan reeds sprake begon te komen, sterken. Tot hiertoe waren er wenschen door

individuën geuit, maar nu was het de wensch van een lid eener provinciale

vertegenwoordiging, die het vervullen er van aan dat collegie ter beoordeeling gaf.

- En dat oordeel was gunstig in dubbele mate, want eerst werd de voorsteller (9 Julij)

ter vervanging van Mr. W

.B. BUMA

, (die, in October 1844 moetende aftreden, verzocht

had voor eene nieuwe benoeming niet in aanmerking te komen) gekozen tot lid der

Tweede Kamer, en daarna (18 Julij) werd, na de ontwikkeling door den voorsteller,

zijn voorstel met algemeene stemmen13 aangenomen.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865



194

‘Die aanneming’, zoo schreef men kort daarop in de Provinciale Friesche courant,

‘wekt hier in sommige kringen nog al opzien, dewijl velen, het meer of minder

wenschelijke eener zoodanige herziening geheel in het midden latende, van gevoelen

zijn, dat de Staten eener provincie, als zoodanig, met het aanbieden van een adres

van dien aard en strekking buiten de grenzen der attributen treden, hun door de

bestaande grondwet, die door ieder hunner bezworen is, voorgeschreven, en dat het

Gouvernement dien ten gevolge genoodzaakt zou zijn, de rekwestranten casu quo

in hunnen eisch niet ontvankelijk te verklaren’14.

De oppositie-bladen riepen echter victorie, en op goede gronden, want dit adres

was een legaal fondament; zoo schreef Le Temps, (een 's Gravenhaagsch blad) 27

Juillet 1844: ‘Notre Législature sera donc saisie de nouveau de la question, elle

connaîtra de nouveau l'expression vraie de toute une province, et ceux qui dans notre

chambre élective n'ont cessé de proclamer hautement la nécessité de la réforme, ne

laisseront pas échapper l'occasion d'assurer par la puissance de leur parole, le triomphe

des vrais principes constitutionels. L'impulsion est donnée, cette manifestation des

États de la province de Frise trouvera de l'écho dans le pays et retentira promptement

dans toutes les âmes généreuses et patriotiques. - Que tous ceux, qui veulent notre

régéneration politique, viennent donc se grouper autour de l'enceinte parlementaire,

que les pétitions soient envoyées à notre Seconde Chambre de tour les coins du

royaume et nous verrons quelle digue les imprudens apologistes de la loi fondamentale

opposeront cette fois au torrent de l'opinion publique.’

Wij hebben bij dit feit opzettelijk een poos stilgestaan om helder aan te toonen,

hoe de wind stond, toen 

VAN HEEMSTRA

 lid der kamer werd, en hoe laat het was,

toen hij in October 1844 daarin zitting nam.

De vergadering der Staten-Generaal voor 1844-1845 werd den 21

sten

 October


geopend. De troonrede bevatte niets om-

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1865


Yüklə 3,07 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   154   155   156   157   158   159   160   161   ...   166




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə